Pretoria, 15 april. Zuid-Afrika.
Het verhaal gaat verder in Keetmanshoop in Namibië. Hier onze voorraden weer aangevuld en het vorige verhaal de lucht in geblazen. Als dit gelukt is gaan we naar Garas Park restcamp. Dit ligt 20 km boven Keetmanshoop midden tussen de kokerbomen. De truck parkeren we naast Dikke Willem, een kokerboom van 500 jaar oud en een prachtig exemplaar. Deze bomen groeien alleen op lavagesteente. We maken een wandeling door het kokerbos en zien een prachige zonsondergang.
De volgende dag vroeg op en hebben net geen aanvaring met 2 kudu’s die met een noodgang de wegoversteken, 1 net voor de truck langs en nummer 2 kon nog net afbuigen en een botsing voorkomen. Pffff. Verder naar Mata-Mata, de grensovergang naar Zuid-Afrika, het Kgalagadi Transfrontier Park. De lavarotsen maken plaats voor vlak land met stoppels en dan weer de heuvels in waar we echt heuvel op en heuvel af gaan. Het is hier veel groener en er staan bomen in het rode zand. Paarden, koeien, schapen, geiten en springbokken lopen hier los op de weg. Bij Camp Sitsas overnachten we. Leuke rustige plek net voor de grens. Kunnen morgen dan gelijk om 8 uur voor de poort staan. Op 24/3 gaan we echt Namibië uit maar worden we nog niet ingestempeld in Zuid-Afrika, dat kan pas als je het park weer uitgaat. We hebben heel erg genoten van Namibië. Het carnet wordt ook gestempeld en we moeten nog wat wegenbelasting betalen. Voor we door de poort mogen eerst het braaihout inleveren want stel je voor dat daar verkeerde beestjes inzitten........ In Mata-mata campsite kopen we eerst een wildcard waarmee je dan gratis in allerlei parken kunt komen. Je hoeft dan alleen je overnachtingen te betalen. Om dit park in te komen moet je wel 2 boekingen hebben op één van de kampeerplekken. We krijgen een kaart van het park met de permit en dan beginnen we aan onze eerste “wilddrive” langs diverse drinkplaatsen voor de dieren.
Wat zijn we tegengekomen: oryx, wildebeest, springbok, giraffen, rood hartebeest, struisvogels, secretarisvogel, roofvogels, jakhals, de shaft tailed whydah en heel veel duiven. Terug in het kamp zijn daar de grondeekhoorns, stokstaartje en de gele mongoose die rond rennen. Half 7 de volgende dag gaan we weer door de poort en weer uitkijken naar mooie beestjes. Er staan een paar auto’s stil langs de kant die naar de bergen verderop kijken en ja hoor daar zien we zowaar 4 cheeta’s achterelkaar aanwandelen en ze komen onze kant op. Prachtig! Het is voor het eerst dat we deze mooie beesten zien. De Kori-bustard komt hier ook voor en er wandelen nu ook struisvogels rond. We komen Fanny en Peter tegen die onderweg zijn naar het kamp en vertellen dat er een leeuw ligt bij Montrose waterhole. En daar ligt hij nog uitgebreid te eten van een springbok. Na een poos gaat hij toch nog aan de wandel richting waterbak waar de gaatjes met water gevuld worden. Op de terugweg naar het kamp zien we weer heel veel giraffen totaal wel ongeveer 40 gezien en een klein schildpadje. Onze belgische buren hebben een plekje voor ons vrij gehouden. Gezellig en ze hebben ook nog wat nuttige informatie voor ons. Vroeg naar bed en vroeg weer op. Dan zijn de dieren nog actief en kunnen wij ze eerder ontdekken. Tot aan de picknick plaats zien we nog twee leeuwen, één ligt langs de kant van de weg te brullen. Men zegt dat hij z’n broers zo laat weten waar hij is. Dan gaat hij aan de wandel over het pad en brult af en toe luid. Uiteindelijk gaat hij de rivierbedding in en na een laatste brul gaat hij liggen slapen. Wij weer verder naar het volgende waterdrinkplaats waar we nog een leeuwin op de rand van de rivierbedding zien lopen maar die verdwijnt daarna uit zicht. Bij de picknick plaats nemen we afscheid van Fanny en Peter want wij gaan verder richting Nossob. Het zandpad loopt door de begroeide duinen maar er is op een enkele springbok na geen wild te bekennen. In Nossob hebben we een mooie plekje en als hun computersysteem weer werkt blijkt dat we nog een nacht kunnen bijboeken. Mooi. Op ons namiddag toertje zien we een leeuw en een leeuwin. Verder niet zo heel veel wild hier. Op het kamp komen 3 jakhalsen langs. Waarschijnlijk al aan mensen en dat deze wel eens iets laten liggen gewend. Ook zitten hier white-browed weavers. Ook de volgende dag hebben we geluk, eerst een bruine hyena en dan nog een leeuwin met jong te zien en twee volwassen mannetjes. Er zijn ook springbokjes, oryx en wilde beesten maar met kleine aantallen. Wel hebben we hier heel veel vogels, de red-neck Falkon, pale chanting Goshawk, Lannervalk, greater Kestrel, de Bateleur, gele kanarie, shaft tailed Whydah, red headed vink en 2 muizen die over de weg rennen. Vandaag gaan we naar Twee rivieren en hopen dat we daar nog een paar dagen kunnen staan maar dit blijkt ijdele hoop, alles zit volgeboekt in Zuid-Afrikaanse kant en in Botswana kunnen ze geen verbinding krijgen met hoofdkantoor..... Jammer maar ja net de pech dat de Afrikaners herfstvakantie hebben. Onderweg nog een Jakhals met buit gezien en een Leaperd schildpad. Dan het park maar uit en in stempelen in Zuid-Afrika. Tot volgend jaar dan maar. We overnachten in Kalahari Lodge Camp. Het is dik bewolkt als we onze weg vervolgen naar Hotazel, zien nog een paar springbokjes en struisvogels als toetje. De asfaltweg houdt weer op als we de rode duinen route naar Zijlrus nemen. Aan deze route liggen verschillend wild boerderijen en ook de lodges zijn goed vertegenwoordigt. Hier zien we de lappet- faced gier. In Zijlrus kunnen we een telefoon/internet kaart kopen bij de winkel van sinkel en we worden gewaarschuwd om vooral niet te stoppen in Kuruman. Slechte stad. Hier is ook weer een asfalt weg. We overnachten in de buurt van Hotazel waar de mijnactiviteiten al beginnen. In deze mijn wordt magnesium gewonnen. Hier hebben we voor het eerst weer eens een dikke regenbui en de lucht blijft maar wat grijs Ook de volgende dag is het grijs en past dit wel aardig bij de stad Kuruman waar we doorheen rijden. Het is een vreselijke plek, overal afval, mensen die in vodden lopen en mager als een lat zijn, het is hier armoe troef. Er staat zelfs op een lantaarnpaal aangeplakt dat deze regio een verhoogd risico heeft op criminaliteit! Triest. Maar verder naar Daniëlskuil waar je wel kunt stoppen om geld te pinnen en een spar supermarkt is voor de boodschappen. We gaan verder op een gravelweg naar Camble waar nog een oud kerkje staat uit 1830, behoorlijk verwaarloosd. Maar dit is ook weer niet een rijke buurt. Het volgende dorpje is Douglas, een leuk dorpje met mooie huisjes en overal groen. Rondom het dorp is allemaal landbouw aktiviteiten waarbij moderne apparatuur wordt gebruikt. De boeren hebben hier hele grote landerijen waar ze wild houden voor consumptie. Het gaat meestal om springbok, kudu en oryx. Bij het Park Mokala kunnen we ook niet terecht, alles ook vol. Maar 3 km voor de Lilydale Gate van het park woont boer Albert Vorster 72 jaar met z’n vrouw Erna en hij heeft een eco campsite de wc is een plastic ton en de douche is een emmer water die je in de boom kunt hangen. Het water moet je uit een plas achter een dam halen. We hebben een prachtige plek met uitzicht op het water achter de dam. Hij had al een poosje geen kampeerders gehad in verband met de droogte en de kampeerplek was een beetje verwaarloosd. Het bedrijf heet Eureka. De kampeerplek ligt 4 km van hun huis en je hebt een heel park voor jezelf. Het bedrijf is 4000 hectare, hij houd koeien en paarden en heeft ook nog wild lopen waar op gejaagd mag worden.
In de plas komen lepelaars fourageren en er zitten kleine futen en egyptische ganzen met jongen en er vliegen allerlei vogels rond. We maken een paar wandelingen op het terrein, op zaterdag mogen we alleen richting het koppie lopen want dan waren er jagers aktief. Ze wilden zwijntjes schieten. Gelukkig is dit mislukt. Verder eten, drinken en relaxen we wat in deze prachtige natuur. We rijden een rondje met Albert in z’n bakkie over zijn terrein en zien kudu, springbok, duiker en blesbok. Ook zijn er Kori bustard, korhaan, en een heel oud zwijntje die de jagers te slim af is geweest Bij de buren zien we Nyala’s lopen. In de middag gaat hij met ons naar het park waar we ook nog hartebeest, wildebeest, steenbok, oryx, tsessebe en ja wel zeker 4 neushoorns zien. De Afrikaanse Buffelo laat zich niet zien. Weer op de kampeerplek zitten de blau-apies op ons te wachten maar verdwijnen alweer snel het bos in. Als het bijna donker is staan er steenbokjes in de waterplas tussen het gras/riet achtige planten. Het is hier zo heerlijk dat we besluiten nog maar een dag te blijven. Het weer ziet er weer wat beter uit, de zon is terug na een paar dagen geregeld achter de wolken te zijn verdwenen. Op de motor naar een tweede waterdam, die mooi tussen de rotsen ligt. Hier komt het vee drinken en vliegen de vogels af en aan. Onderweg nog een paar blesbokken, zwijntjes en een schildpad. Nog 1 nacht in ons prachtige “prive” park waar we 18 soorten vogels hebben gezien en dan moeten we toch maar weer eens verder. Op zich zou het hier heerlijk wonen zijn. We doen nog een rondje in het park met de truck, de neushoorns krijgen we niet te zien. Als we hier en daar eens vragen zijn er mensen die 11 neushoorns gezien hebben....... Wel komen we een paar buffelo’s tegen, giraffen en tsessebe.
Het park is gevarieerd begroeid, dan weer heel open met hier en daar een struik en veel gras, dan weer dicht begroeid met doornige struiken, de kameeldoorn struik en boom. Aan het eind van het park zien we een grote groep buffelo’s. We stoppen nog even om het museumpje te bekijken. Het is ondertussen gaan regenen en de dieren zitten allemaal verscholen onder de bomen of in het gras. Dan maar verder naar de stad Kimberley. De camping bij de “Big Hole” is niet meer in bedrijf en we wijken uit naar de open-mine caravan park bij de Beersmijn. Het ziet er hier goed uit. De volgende dag toen we een toertje door de Big Hole. Een krater van een vulkaan waarin in de diepste lagen diamanten zitten tussen de lavasteen. We krijgen een rondleiding over hoe de diamantwinning in z’n werk gaat. Gaan met de lift 200 meter de grond in.......horen alleen geluid maar gaan 1 verdieping naar beneden. Zien hoe de mijnwerkers de tot ontploffing gebrachte gesteente naar boven moet transporteren en hoe het klinkt als er een explosie is en de rotsblokken naar beneden komen.
Ook is er een expositie van de gevonden diamanten, en hoe ze zijn geslepen. Leuke rondleiding. Bij de Big Hole is nog een gedeelte van het mijnwerkerskamp/dorp te zien. Het cafe waar het gewonnen geld weer omgezet werd in drank, de werkplaatsen, In een huishoudwinkel ligt zelfs nog porselein uit de Meissen fabriek uit Noord-Duitsland.
Even een lunch bij little Pakistan en dan gaan we maar weer terug naar ons plekje op de camping. We bekijken het Mc Gregorhouse, gebouwd in 1897
Het eerste stuk is er niets te zien maar we rijden dan nog dicht langs het hek en hebben nog zicht op de dorpen die rondom de berg liggen. Er ligt hier en daar wel wat verse olifantenpoep die moeten hier dus wel ergens rondlopen, ze zijn ook heel goed in het opgaan in de begroeiing. Maar dan plotseling als we een bocht omkomen staan we bijna oog in oog met een dikke bul. Hij heeft ook een behoorlijk slecht humeur......? begint te wapperen met z’n oren, trompettert en begint op ons af te lopen. ..... OEI OEI wat een boosheid. Maar in de achteruit, maar ja dat gaat ook niet zo snel en al gauw zitten we meer in de struiken dan op de weg. Dan maar stil staan, moter af en afwachten maar. Achteruitrijden had niet het gewenste effect. De bul blijft komen. Hij swingt met gekruiste poten heen en weer en is dus nog steeds niet blij met ons. Als alles stil is blijft hij staan maar blijft naar ons kijken en dan langzaam komt hij dichterbij.... Er loopt vocht over z’n gezicht en er loopt urine over z’n achterpoten. Wat gaat hij doen..........Hij snuffelt wat voor aan de truck, bekijkt het hier en daar en dan heel langzaam schuift hij eindelijk de bosjes naast de weg weer in en gaat daar staan te eten. Als we denken dat hij vergenoeg weg is start Arend en rijden we heel snel weg. Dit maakt hem weer heel boos , draait zich weer om en het getrompetter blijft ons nog even achtervolgen. Gelukkig blijft het daarbij en komt hij ons niet achterna. Het bleek een heel hitsige bul te zijn die geen competitie duldde. En wij gingen wel richting de kudde die we even later in de bosjes zien staan en die rustig staan te eten. PFFF wel even zweten! Had net daarvoor nog gezegd dat het wel leuk zou zijn om nog wat olifanten te zien.. maar deze hopen we niet nog eens tegen komen. We rijden wat meer het park in en langzamerhand komen alle dieren weer voorbij, er zijn hier ook nijlpaarden en impala’s. Onder een boom zien we een Cheeta zitten met een jong naast zich in het gras. Wow! Het landschap is weer mooi gevarieerd. Van dicht struikgewas naar meer open gebied met gras. Het gras is wel hoog, je ziet de dieren niet zo gemakkelijk meer lopen. Door valleien en over de bergen. Net voor een hevige regen en onweersbui zien we een neushoorn lopen in de vallei maar na de bui is die is onvindbaar. Ligt waarschijnlijk ergens verscholen tussen de bomen net als de wildebeesten, impala’s en de zebra’s die in groepjes bij elkaar onder de bomen staan. We rijden weer richting het kamp en bij het laatste rondje liggen er 5 leeuwen naast de struikjes en in het gras. Prachtig. Net voor het kamp komen er ook nog 2 white neushoorns tevoorschijn.
Alle dieren gezien vandaag op het luipaard na. Arend z’n verjaardag met een etentje gevierd in het parkrestaurant. Lekker. Ook de volgende dag is het zwaar bewolkt bij maar 20 graden. Hhmm. In het park zien we in totaal die dag 12 neushoorns. In bijna alle waterplassen liggen wel nijlpaarden, de tsessebe doet vandaag ook mee en we zien veel meer vogels , black schouldered Kite, violet-eared waxbill, white breasted cormorant en african sacred ibis. Weer een prachtige dierendag.
Morgen 13/4 op weg naar Pretoria.
Veel leesplezier !