zondag 9 februari 2020

 Kigali 9 februari 2020. 

  Tanzania.
Het is 4 januari 2020 als we in Malawi naar de grens met Tanzania rijden en onderweg zien we nog meerdere explosies van de “Lake Fly” boven lake Malawi. Ze hangen als grote donkere wolken boven het meer. Hier paren ze dan en storten dan terug in het meer om de eitjes te leggen. De grensformaliteiten duren al met al 2 uur. We krijgen voor $50 een visa voor 3 maanden en de roadtax is $45. Een hulpje van customs gaat op een brommertje een dorp verder om dit bij de bank te betalen want het kantoortje aan de grens is even dicht.... Hij komt terug met het betalingsbewijs wat aan het roadtax formulier wordt geniet en klaar zijn we. De weg naar Mbeya is prachtig, kronkelig en heuvel op en af. We rijden langs bananen plantages, rijst velden, maisvelden en theeplantages. 

Er staan hier ook nog volop bomen, het is allemaal nog niet tot houtskool gebrand. De stad zelf is een chaos, vol brommers, auto’s, bussen, busjes en vrachtwagens in verschillende maten. Geld pinnen, boodschappen doen en wegwezen. Internet card was niet mogelijk want het systeem van Vodacom werkte niet........ We overnachten op een community camp aan een rivier waar we alleen staan. Maar Mozes houdt de wacht. De weg naar Dar es Salaam is niet geweldig tot nu toe maar na een paar kilometers potholes krijgen we een nieuw stuk weg. Deze zit vol remmende richels en bumps en heel veel stukken waar je maar 50 km per uur mag rijden.
Veel dorpjes en politie controles. 2 keer een bekeuring voor speeding......30000 shilling = 12 euro. De omgeving is mooi, bos afgewisseld met landbouw, heuvels met daarachter de hogere bergen. Op Kizolansa the old Farmhouse overnachten we. Een mooie plek. In Iringa wat de koudste stad van het land is kunnen we een simkaart bemachtigen en brengen een bezoek aan de markt.  Het is een leuke stad maar het parkeren is wat problematisch. Er rijden hier heel veel tuk-tuks die met moeite de berg op komen. Iringa ligt op 1600 meter. We rijden nog een stukje richting Dar en de weg is goed.  Er is niet heel veel verkeer, je moet alleen op de bussen letten.
De chauffeurs hiervan rijden als gekken. Gaan ervan uit dat je wel aan de kant gaat ook al zijn er tegenliggers. Van de vrachtwagens hebben we geen last. Via de Baobab vallei en een mooie bochtige route door bos en akkers komen we aan bij Tan Swiss Lodge en Camp waar we een paar dagen rust houden. Dan is het nog een lange dag rijden naar Dar Es Salaam. Een gedeelte gaat door het Mikumi NP en we krijgen ook nog wat dieren te zien. Enkele buffels, puku’s, impala’s, zebra’s en giraffen. En o wee als je wat dood rijdt, dikke boete’s......
   Daarna dalen we langzaam af naar de kust. In de stad is heel veel verkeer en het wordt file rijden. Al die vrachtwagens moeten dwars door de stad naar de havens rijden over die paar redelijke asfalt wegen die de stad rijk is. En al die politie controles die alles ophouden.  Na de afslag naar Kigoma brug is het weer een stuk rustiger en na nog een half uurtje arriveren we bij de Kipepeo Beach Camp. We hebben een mooi uitzicht op de Indische Oceaan bij 33 graden.  


                                                                           Zanzibar                                                                                                              

Zaterdag 11 januari gaan we met de boot ($ 90 voor 2 VIP kaartjes) alle goedkopere kaartjes uitverkocht......???? Het is 2 uur varen naar Zanzibar. Hier aangekomen wandelen we met ons koffertje door de nauwe straatjes van Stone Town naar onze B&B het Swedzan House. We vermaken ons een paar dagen in de nauwe straatjes, winkeltjes en op de markt van Stone Town en heerlijk Indiaas eten in verschillende restaurantjes.







Ook de spice tour mag niet ontbreken. Veel soorten kruiden maar ook bomen en struiken die je als medicijn kunt gebruiken. Leuk toertje. De volgende dag wordt ons de gehuurde auto gebracht en toeren we naar Nungwi in het noorden langs diverse kruidnagelplantages.  

Hier boeken we een snorkeltoertje  die ondanks dat het   de hele nacht regent en zwaar bewolkt blijft toch doorgaat.. De zee is nog niet echt rustig en af en toe spoelen de golven over het dek. Op de snorkelplek aangekomen kun je een paar uurtjes rondkijken. Koraal is niet zo veel meer maar is ook geen wonder zoveel toeristen komen hier en er wordt niet gewaarschuwd om het koraal met rust te laten. Sommigen staan er op te springen. Er zwemmen wel wat leuke vissen rond. We eten ook aan boord omdat de zee te ruw is om bij het strand te komen. Ondertussen is de zon ook weer tevoorschijn gekomen en is het oppassen om niet te verbranden. Al met al een leuk tochtje. s’Avonds lekker gegeten in een tentje aan het strand. In de nacht begint de regen weer te vallen en het komt met bakken vol uit de lucht. Als we de volgende dag onze spullen naar de auto willen brengen moeten we door een minizee lopen. Het hele dorp is ondergelopen! Hotsend en botsend door het water komen we toch weer op het asfalt terecht en de weg is hier zichtbaar. Het blijft de hele dag regenen door onze groene tocht naar de oostkant van het eiland. In Page vinden we B&B Take it Easy. Het is eindelijk droog geworden en we lopen een rondje door het dorp en langs het strand. Dit is hier wel het Kite-centrum. We zien een Friese Vlag hangen bij een B&B en de eigenaren komen net naar buiten. Zelfs dit Friese stel is hier een kite-school begonnen met een B&B. Alle toeristische hotels en B&B zien er goed uit maar als je 200 meter verder loopt is er nog grote armoe en de wegen bestaan uit aarde. Er lopen maar een paar geasfalteerde wegen over het eiland. Maar de keuken hier is wonderwel goed. Op onze laatste dag is het zonnig weer en gaan we langs Jozani Chwaka Bay NP. Hier is nog een stukje oerbos te zien.
Veel dieren leven er niet meer. Behalve de Franje apen en de Vervet aap zijn er nog wat nachtdieren. Je loopt hier met een gids een rondje door het bos en hij brengt je bij de apen..... Dan weer richting het vliegveld waar we vlakbij in het Amira’a Hotel overnachten. Heel leuk hotelletje waar je ook goed kunt eten. We vliegen  in een kwartiertje terug naar het vaste land voor 24 euro pp.....  

Een taxi brengt ons weer naar Kipepeo beach camp vanwaar we gelijk doorgaan naar de supermarkt en langs de kust naar Bagamoyo. We komen maar moeizaam vooruit in de stad zoveel verkeer. Ook het verkeer op de weg naar Bagamoyo is traag. Verder naar Lushoto waar we een paar dagen verblijven op de Irente Farm camping. 
 In dit gebied wordt sisal verbouwd, mais en er zijn grote sinaasappel boomgaarden. Gelijk maar een emmervol gekocht want er wordt hier niet in kilo’s gehandeld. De weg is redelijk tot goed met heel veel politiecontroles maar we worden bijna nooit aangehouden. We vinden de mensen hier niet erg vriendelijk. Groeten niet terug en kijken stuurs. Er loopt een asfaltweg de berg op maar is op sommige plaatsen smal met scherpe bochten. De omgeving is hier prachtig.
Vanaf Lushoto tot de camping is een aardeweg maar wel breed genoeg. Onderweg hebben we bij diverse tankstations gevraagd of we ook diesel met de visa kaart kunnen betalen maar is niet gelukt. In de supermarkten lukt het af en toe als ze groot genoeg zijn en daar hebben ze dan 1 of 2 apparaatjes die een visa kaart aankunnen. Met plastic betalen is hier nog geen gemeengoed. Op Irente gaat Arend de kaasfabriek bekijken en we proberen een komijnenkaas. Die zit vol gaatjes en de komijn is er doorheen gevlogen.....Maar de smaak is redelijk.

Ook de yoghurt is ok.  We wandelen naar het Irente viewpoint en naar de waterval. De truck wordt weer gesmeerd en de klusjes gedaan. De laatste nacht valt er ook weer behoorlijk regen en de we worden wakker in een dichte mist.  We dalen heel rustig af naar het dorp, want we willen niet van de weg in de gutter glijden. Dan via de asfaltweg verder naar beneden waar we over de T2 naar de stad Moshi rijden langs veelal sisal plantages. We rijden op de  Berg Kilimanjaro af maar deze is niet te zien, allemaal wolken rondom. In Moshi eerst geld gepind en toen getankt want ook hier kunnen we niet met de visakaart betalen...... De supermarkten hebben hier niet zo heel veel te bieden, het zijn vooral de basisdingen die ze verkopen. De groente en het fruit moet je op de markt kopen.
Dan gaan we door naar Simba Farm, lodge en camping aan de voet van de Kilimanjaro.
Doordat we weer omhoog gaan wordt het ook wat koeler wat vooral in de nacht wel prettig is. Ook deze boerderij is nog volop in bedrijf en is zo’n 40 jaar terug opgezet door een Nederlandse familie. In Nederland bekend van boer zoekt vrouw. Er zijn koeien en geiten, maar ook landbouw. Er wordt mais, graan, verschillende soorten groenten en heel veel boontjes verbouwd. Van de boontjes wordt het zaad gewonnen wat naar Europa gaat. We wandelen wat over de akkers en doen de river walk.
  Ze hebben een prachtige tuin aangelegd waar heel veel vogels te zien zijn. Maar ook hier zijn de regenbuien al behoorlijk actief wat niet normaal is voor de tijd van het jaar.  
We gaan op de motor naar Enduimet wildlife area en kunnen ook op de motor door het wildpark........ We zien 1 olifant, 1 giraf, zebra’s, gnoe’s, de gele baboon en vervet aap, varkentjes, parelhoenders, Thompson antilopen en de Gerenuk (giraf antilopen).  De leeuwen slapen...
 En op een paar druppels regen na houden we het droog terwijl het op de camping heftig had geregend.  We hebben uitzicht op Berg Meru waarvan we eenmaal de top hebben gezien. In Arusha gaat Arend eerst naar de tandarts voor een nieuwe vulling en kan gelijk geholpen worden. De afspraak met de kapper mislukt, hij werkt op een andere plaats en is niet in z’n eigen zaak. Aan de rand van de stad is een nieuwe shopping mall waar een goede supermarkt in zit. Ook zitten hier de reisbureautjes waar we een toertje boeken naar de Ngorongoro Krater NP. Op de Snake Farm campsite staan we ook met Peter en Hulda en 2 overlander trucks met hun gasten. De Snake Farm heeft verschillende slangensoorten en ook een kliniekje waar mensen die gebeten zijn door een slang een tegengif kunnen krijgen. De gevaarlijkste slangen zijn de Black Mambo, Green Mambo en de Spitting Cobra. Het gif werkt op de zenuwen en je kunt binnen uur dood zijn...... Er liggen krokodillen en schildpadden in poeltjes, niet echt aantrekkelijk. In het dorp hebben ze de weekmarkt en dat is toch veel leuker om te zien.  




Aan de ene kant van de weg de koeienmarkt met alle masai mannen gekleed in hun rode doeken en aan de ander kant van de weg, kleding, schoenen, doeken en stofjes, groente en fruit. Hier een masai shuka (doek) gekocht. Weer terug heeft Arend de tondeuze gepakt en mijn haar afgeschoren
.... zelf nog met een mesje de kanten wat bijgewerkt en het resultaat is prima mee te leven. 
JDe volgende stop is bij het dorp Mto wa Mba op het Kizumba Camp. We zijn dan in de buurt van de Krater. Het landschap is open, grote groene vlakten met de typische Afrikaanse parasolbomen (acacia’s) verspreid in het heuvelige landschap en overal grote kuddes koeien en geiten met hun Masai hoeders. In een kraal van takken staan de hutjes van de masai families waarvan we er één bekijken.
Hier staan 8 hutjes van modder en  gedicht met koeienpoep. De hutjes zijn rond en er kunnen 4 kinderen met hun ouders in slapen.  Er kan ook in gekookt worden, maar er is maar 1 kleine opening waar de rook het hutje kan verlaten....... De krijgers, oudere jongens moeten buiten slapen/wacht houden bij het vee. Er zijn nog 3 vrouwen in het dorp, die laten ons de armbanden en andere frutsels zien die ze van kleine kralen maken, de anderen zijn naar de markt in het dorp. Er worden gigantische bedragen gevraagd om de hutjes te mogen bekijken en foto’s te maken. Bij ons is de prijs van 150.000 naar 30.000 gegaan....  


 Dan is het zover, we gaan naar de Ngorongoro Krater. In de nacht nog regen gehad en het is nog bewolkt maar droog.  De rit naar de krater gaat nog door een mooi stukje bos waar nog oude bomen staan. Boven op de rand van de krater een mooi uitzicht op de bodem. De krater heeft een oppervlakte van 260 km2.  De afdaling in de krater heeft steile stukjes over de aardeweg. Er zijn veel dieren in de krater. Veel gnoe’s en zebra’s, buffels,  ook de grant antilope en de Thomsongazelle in grote aantallen aanwezig. Flamingo’s en de Abdims ooievaar.



In totaal 5 leeuwen waarvan 3 heel dichtbij. Toen deze leeuwen in beweging kwamen stonden er wel 25 auto’s rondom..... sommigen deden dienst als beschutting tegen de zon.



Het luipaard hebben we net gemist......  Tot +/- 13.00 is het droog en zonnig en daarna betrekt de lucht en gaat het heftig regenen. Alle water verzameld zich natuurlijk op de bodem en al snel staan we met de auto’s in een meer. Lunch in de auto en wachten totdat het ergste voorbij is. Daarna nog een klein stukje gereden maar de wegen zijn dan één grote modderpoel en we moeten omkeren anders kom je vast te zitten in de blubber. Dan maar het pad omhoog uit de krater en ondertussen regent het ook weer. Dan is daar een file voor ons en het blijkt dat er 2 auto’s vast zitten in een uitgespoelde weg!  De weg is een rivier gelijk.  Er staat een auto met 1 wiel in een groot gat en de andere kant hangt in de lucht! Er zijn wel 25 auto’s en alle chauffeurs gaan naar voren om te helpen. Uiteindelijk lukt het om de auto weer op 4 wielen te krijgen en de gaten zover gevuld dat hij er uit kan rijden. Het door de stroom rijden gaat erg ruig en nummer 3 dreigt om te slaan maar red het nog net. Het ziet er wel heel eng uit allemaal. De meeste chauffeurs proberen met een noodgang door de stroom te komen totdat er 1 het wat langzamer aan doet nadat er nog wat stenen in de gaten zijn gegooid en dat gaat toch beter. Dan zijn wij ook zover dat we het aandurven met de chauffeur. Hij doet het ook niet te wild en we komen er heel door.  Honderd meter verder begint de bestrating..... en hij gaat wel erg snel naar boven. Hij is bang voor land-slides en hier en daar liggen al wat stenen op de weg en is er wat modder van de wand naar beneden gegleden. 
 Nog een aantal van deze buien en je kunt waarschijnlijk de krater niet meer in of uit! Na een droge nacht besluiten we om toch via de aardeweg naar Singida te rijden. Een mooi tochtje door de heuvels en langs de vele dorpjes tussen de maisvelden. De weg is goed te doen. We overnachten aan het Bassotu meer. De laatste uren veel regen gehad en hele stukken weg staan blank. Het motregend nog steeds. Er staan wat kinderen rondom de auto waarvan 1 alleen en t-shirt aanheeft en staat te bibberen. Hij is nu een vest rijker en heeft het niet weer uitgetrokken denk ik
J.  Met Maps-me hebben we wel eens dat hij de weg kwijt is maar nu is Google Maps ook behoorlijk van het padje. Het brengt ons naar steeds kleinere wegen en na veel blubber stranden we in een grote modderplas waar we van de weg glijden in een diep spoor naast de weg.... Na wat voor en achteruit rijden kunnen we er toch achteruit weer op de weg komen waar we keren en een andere route kiezen. Deze route is een stuk beter maar het heeft overal zo veel geregend dat ook hier stukken land helemaal blank staan en er al geulen in de weg zitten. We hebben af en toe behoorlijk glibberige stukken maar in de 4x4 en langzaam aan komen we er toch goed door.
Uiteindelijk is daar de grotere weg maar helaas nog geen asfalt. Ook hier enkele glibberige stukken maar als we bij een aardige helling komen wordt het toch echt heel spannend. Aan beide kanten van de weg hangt een vrachtwagen in de gutter, van de weg gegleden. Er is niemand meer bij dus is het gister waarschijnlijk al gebeurd. Er staan al wel een paar mooie sporen tussendoor en als we die wat kunnen volgen kunnen we er goed doorheen komen en raad eens....... ja het is gelukt !!! 
 En dan is daar eindelijk het asfalt, een paar kilometer voor het Singida meer. In dit gebied wordt er vooral mais, bonen, zonnebloemen en katoen geteeld.
Bij het Singida meer hoeven we niet te blijven er is geen flamingo of wat voor vogel ook te zien en na de lunch gaan we maar verder richting Igunga. Ondertussen heeft de zon het gewonnen van de bewolking en de wereld ziet er een stuk beter uit. Er wordt langs de kant van de weg zonnebloem olie aangeboden, vers van de pers. Daarna rijden we door een mooi stukje natuur. Over een bergrichel en door de kloof naar een vallei waar het land ook voor een groot gedeelte onder water staat. Maar waarschijnlijk is het hier altijd veel natter want we zien heel veel rijstvelden. Koeien en geiten zien we wat minder. Na de stad Igunga rijden we een weggetje in naar een meertje. Een prachtig plekje om te overnachten.
De herders van de koeien die hier drinken komen even een kijkje nemen, de rest blijft op een afstand een blik werpen.
Verder kwetteren de vogels om ons heen. De mensen zijn hier ook vriendelijker. De volgende dag is het alweer bewolkt en we gaan dan toch maar door naar de stad Mwanza aan het Victoria meer.  Over het algemeen is de weg wel goed, hier en daar stukken met grote gaten of opgelapte stukken of zijn bezig met een nieuwe deklaag. Niet heel veel verkeer en dan voornamelijk vrachtwagens, grote en kleine bussen. Maar wel heel veel fietsers en enkele brommers die vaak taxi’s zijn naar de dorpjes waar geen auto’s kunnen komen. Vandaag zijn er heel veel fietsers met kippen achterop. Één of meerdere kippen in een mand of los achterop gebonden......arm beest. Het blijkt dat er in een van de dorpen kippenmarkt is en daar kakelt men er op los.  Ook hier staan hele stukken land onder water, niet erg voor de rijsttelers maar voor de mais die we zien staan lijkt het minder geslaagd. Het is geel en staat te verrotten, het lijkt erop dat de mais kolven er al uit zijn gehaald. Ook de politie is hier paraat en houdt ons een keer staande om een praatje te maken. Tot nu toe nog nooit een vervelende ontmoeting gehad met politie mannen of vrouwen.
De truck is door al die regen en modderpaden zo langzamerhand wel heel vies geworden en we kijken uit naar een CarWash zodra we de stad Mwanza naderen. En daar is een super moderne garage met hoge druk reinigers en veel OMO en dan zijn we weer om aan te zien en kunnen verder door de stad naar de jachthaven waar ook de camping is. Het verkeer is hier prima, hier en daar wat oponthoud door de busjes maar verder rijdt het hier goed door.  Stad ziet er leuk uit en is tegen de omringende heuvels gebouwd. De camping ligt aan het meer en Peter en Hulda zijn ook al gearriveerd. Proberen ook al die regen te ontvluchten en het lijkt hier wat dat betreft wel goed.  We maken een wandeling door de stad, over de markt en zoeken vergeefs naar de bakker. De mensen zijn hier vriendelijk en we worden geregeld welkom gegeten.

In de stad leven een aantal Maraboe ooievaars, deze ruimen al het dode organische spul op wat in de stad voorkomt, de natuurlijke stadsreiniging. Er staat je een week gevangenis te wachten als je er 1 dood maakt.......   Een bezoek aan het museum is in het water gevallen, wat kan het hier regenen..........  De volgende dag gaan we verder. Met de ferry over een stukje Victoria meer en dan richting Rwanda. We verbazen ons over de grote huizen en de vele personen wagens die in de regio rond de stad Geita  te zien zijn. Er is een goede asfaltweg dit allemaal vanwege een goudmijn die hier wat meer welvaart heeft gebracht. Het land is hier heuvelig maar de weg tot de T3 blijft goed. De B3 is de weg naar Rwanda en is een drama.......
De bussen en vrachtauto’s slalommen over de weg om de grootste gaten te vermijden. Maar je ontkomt er niet aan je moet er soms gewoon doorheen. Na 25 km hebben we een afgraving van een berg en de weg er naar toe is droog. Hier is onze laatste nacht in Tanzania. Er blijven nog 70 km over tot de grens. Bij de laatste tankstation tanken we nog vol en vanaf daar is de weg goed en kunnen zo door naar Rwanda waar de immigratie en douane van beide landen in 1 gebouw zitten. We krijgen een Oost-Afrika visum geldig voor Rwanda, Uganda en Kenia.  De douane komt alle kastjes in de truck controleren op......... 


En dan rijden we op 7-2-2020 Rwanda binnen.