dinsdag 12 november 2019

Zimbabwe, 12 november 2019.


We vertrekken vroeg richting de grens nadat we afscheid hebben genomen van Mark en Geertje. Het is een half uurtje rijden en alles wordt vlot afgehandeld tegen de normale bedragen. $ 50 voor tax en verzekering en $ 30 voor het visum. Half negen rijden we verder naar Victoria Falls.  We staan op de camping bij Hotel N1. Mooie plek in de tuin. Bij de bank vertellen ze ons dat we niet kunnen wisselen, de banken hebben geen Bond (de $ van Zimbawe). Hij vertelt dat als je bij Econet een simkaart koopt zij ook het Ecocash app op je telefoon kunnen zetten en dan kun je bij hun USD $ voor bond wisselen en kun jij met je telefoon betalen. Dan kun je in ieder geval boodschappen doen in de supermarkt en eventueel diesel betalen. Alle toeristische aktiviteiten moet je in USD $ betalen.
De eerste die we bezoeken zijn de Victoria Falls zelf, het is op loopafstand van het hotel. De intree is $30 pp en je hebt ongeveer 2 uur nodig om de waterval van alle uitzichtpunten te bekijken. Alleen is er op dit moment niet zo veel water. Het valt tussen de 200 en 300 meter naar beneden. Waar het water valt hangt altijd een mist en de vegetatie is dan ook mooi groen en er groeien zelfs varens. De Victoria Falls brug is ook goed te zien.
Een prachtige brug die in 1905 in gebruik is genomen voor het treinverkeer.  En gebouwd boven de kokende pot zoals dat gedeelte van de Zambezi rivier heet. In 1930 is de brug wijder gemaakt om ook auto verkeer toe te laten.
Ook hebben we een rafting toer geboekt op de Zambezi rivier. Heel veel vertelden dat het geweldig was.......  Na de nodige voorbereidingen gaan we dan op pad. We moeten een pad van 200 meter afdalen wat vooral uit treden bestaat met je zwemvest aan, helm op en je peddel in de hand. Eenmaal in de boot worden de commando’s nog eens doorgenomen en vooral direct opvolgen. Er zijn 19 watervalletjes, stroomversnellingen van de categorie 4 en 5 in de route die allemaal een naam hebben gekregen. De eerste paar gaan goed maar dan slaat het noodlot toe te weinig snelheid bij no 7 Guliver’s Travel’s en dan worden we gelanceerd tussen de rotsen in de wasmachine... komen hotsent en botsend weer boven gauw lucht happen en nog een rondje wassen en dan wordt je uitgespuugd door de rapid. Iedereen wordt weer opgevist en iedereen zal wel blauwe plekken krijgen.  Mijn  borst/arm spier zijn  zo vreemd verdraaid dat ik niet meer kan peddelen. Verder maar weer. Het gaat weer een aantal keren heel goed maar dan komen we bij de langste rapid no 18 Oblivion genaamd en die is ons niet goed gezind en we vliegen weer alle kanten op. Niet erg prettig maar je wordt al snel uitgespuugd en als iedereen weer is opgevist en in z’n eigen boot zit gaan we voor de laatste stroomversnelling maar dit is niets vergeleken bij de rest. Gebutst en afgemat komen we weer terug op de camping.
Na nog een rustdag gaan we op weg naar Hwange National Park. Op de parking bij de supermarkt kunnen we nog wat zwart wisselen. Voordat we het park in kunnen moeten we nog langs en over het terrein van een kolenmijn. Het ziet er niet uit. Alles is bedekt met een dikke laag zwarte stof. Gelukkig is er in het park niets meer van te merken. Er is nog plaats in Sinamatella Camp wat mooi hoog op een richel staat en waar we een prachtig uitzicht hebben.
We komen bijna alle dieren weer tegen op onze rondjes. Bij de Madavu Dam komen honderden olifantenfamilie’s om beurten drinken en het water zit vol hypo’s en krokodillen. Verder is het in het park behoorlijk dor en droog. Op weg naar het hoofdkamp komen we langs de Masuma Dam waar we grote lizzards zien die gele kikkers vangen en opeten. En ook de Sable Antilope komt voorbij die we bijna nog niet gezien hebben. We zien verspreid dode olifanten liggen. Door de extreme droogte is er ook geen eten meer voor de dieren.

  Bij het hoofdkamp zien we nog leeuwen. In het kamp raken we aan de praat met twee mannen uit Wergea die op doorreis zijn. Na nog een laatste rondje waarbij we ook roan antilopen en grond neushoornvogels zien gaan we richting de uitgang. Het was een mooi Park.
Op weg naar Bulawayo rijden we op een weg die dwars door het dorre bos gaat en waar praktisch geen verkeer is. De dorpjes liggen verscholen achter de boompjes.  Langs de kant van de weg wordt braai hout aangeboden en als we dichter bij Bulawayo komen hebben ze wortels in de aanbieding. Ook zien we hier grote percelen waar groente en mais wordt verbouwd. En daar is ook het eerste tol station waar we 5$ usd moeten betalen. Hebben ook regelmatig politie controle maar kunnen altijd doorrijden. Het Caravan Park Municipal ligt midden in de stad in een mooie schaduwrijke tuin. We blijven hier een paar dagen relaxen. En het ligt op loop afstand van het Natuur en Historische Museum wat er heel goed uitziet. Nog opgezet door de Engelsen. Het hele land ademt nog de sfeer van toen. Er is niets verandert alleen verouderd. Zelfs de toiletblokken bij de campings stammen uit de Engelse tijd. Hoef je niet te vertellen hoe dat er nu uit ziet denk ik J. De stad is mooi ruim opgezet en nog niet vol gelopen met auto’s. Je kunt er rustig rondwandelen. De winkels zijn ook vol van goederen, maar waarschijnlijk kunnen heel veel mensen dit niet betalen zo duur is het. De mensen zijn hier super aardig.  Dan krijgen we bericht dat het minder gaat met onze kat Benji. Kan dan maandags al terecht bij de dierenarts. Vingers crosst maar we vrezen met grote vreze.
Het Motabo NP waar we naar toe willen mogen we niet in. We lijken te veel op de overlanders trucks en die mogen niet rondtoeren in het park. Pech. De openbare weg gaat dwars door het gebied en zo kunnen we nog wel iets zien van de prachtige rotsformaties. En de route naar Gwanda waar we dan maar naar toe gaan gaat ook voor een groot gedeelte door de rotsen. Het laatste stuk gaat langs de goudmijnen is niet erg fraai. Maar de weg is beter, want het was af en toe weer een behoorlijke hobbelroute.
Ook hier is de omgeving dor en droog al zijn er al wel een paar bomen die in blad komen. Overal is het wachten op water. De temperatuur is hier ook hoog, tegen de 40 graden. Gunda camp is een leuk campinkje met zwembad. We gaan op de motor naar het dorp wat boodschappen halen. Is een goede supermarkt. Het is al 43 graden als het 12 uur is. Gelukkig hebben we stroom en kunnen binnen wat koelen. Benji is naar het ziekenhuis gebracht en het is wachten op de bloeduitslag. Die is niet goed, de nieren doen maar heel weinig en hij vergiftigt zichzelf. En met pijn in het hart besluiten we dat hij mag inslapen. Geen misselijkheid en ellende meer voor onze lieve grote vriend Benji.

Eind van de dag is hij ingeslapen in bijzijn van zijn pleegbaasje Monique.

                                  Wij zijn heel verdrietig en zullen hem missen.
Wat zal het stil zijn als we volgend jaar thuis zijn. Om de zinnen te verzetten gaan we maar weer rijden nu naar Groot Zimbabwe. Een groot gedeelte weer door de bush maar de weg is goed en we zien nu tenminste de dorpjes. Ze hebben mooie huisjes gebouwd en het erf ziet er netjes uit. Geen afval en allerlei afgedankte materialen. We mogen altijd foto’s maken vinden ze leuk.
De laatste km gaan over asfalt maar ook hier bijna geen verkeer. Op de camping zijn we de enige gasten en aan de toestand van de toiletblokken verwachten/komen er ook niet veel gasten.
De historische plek Great Zimbabwe hebben we met een gids bekeken. Erg leuk ook al liepen we in de mist en motregen The Hills op. Zimbabwe betekend Huis van Steen. Via de Ancient Pad omhoog, naar de enclosures.
De Royal voor de koning, de Rituele, de oosterse waar 6 stenen vogels stonden. The Chevron vogel die gevonden werd in de Valley complex werd het Nationale  Symbool van Zimbabwe. Via het Moderne Pad en de waterweg lopen we naar de Great Enclosure. Deze heeft 3 entrees met hoge en dikke muren.
Waarvan een gedeelte chevrondecoratie heeft. In de cirkel een tonische toren. Buitenste ring heeft een omtrek van 200 meter. Een mooie 2 uur durende wandeling. Via de zuidkant van het meer Mutririkwe rijden we tussen rotspartijen door en over  heuvels met daar tussen de huisjes en de bouwgronden naar de A9. Het is hier wel groener. De weg naar Chimanimai gaat over de Sir Henry Birchenough brug die in 1935 gebouwd werd. Voor we over de brug mogen moeten we eerst de truck laten wegen. En ja we mogen zeker foto’s maken.
Via Tanganda gaan we verder. Een mooie groene route naar Chimanimani met citrus en bananen plantages. Het is hier ook gedaan met de hitte. Wat bewolking en wat mist en we zitten nu ook wat hoger. We hebben een alternatieve route moeten volgen want de orkaan Idai heeft ook in maart hier huisgehouden met heel veel regen waardoor de rivieren overstroomden en alles vernielden aan bruggen en wat er op de oevers stond en woonde.  Het is onvoorstelbaar wat die heeft aangericht. Hele huizen en grote rotsblokken werden mee gesleurd.
In het dorp liggen nog grote rivieren van rotsen en stenen. Het park kunnen we niet in, er ligt wel een provisorische brug maar die willen we niet vernielen met de truck. Het camp bij de bruidsluier watervallen is dicht.  Voor de rivier blijven we staan voor de nacht.  Vlakbij staan de resten van een heel mooie lodge met huisjes op de overkant. Alles kapot en alle personeel is omgekomen horen we later van de eigenaar.
De volgende dag gaan via een scenic route naar Cashel en verder naar Vumba Hills. De grondweg naar Cashel is helemaal opgeknapt en is goed te rijden. Door bossen, langs boerenbedrijfjes en vaak in wolken en mist. We komen weer uit op een asfaltweg. De wegen zien er soms uit als een lappendeken maar we vinden geen heel grote gaten. Langs deze weg is er veel landbouw en veeteelt. En overal zwaaien de mensen. De Vumba Hills zijn prachtig groen en het is ook niet zo heet. We kamperen bij de Hivu Lodge/camp. Er is ook een kwekerij bij en in de tuinen staan overal bloemen en planten. Hier kunnen we een paar dagen relaxen en klusjes doen. Een heerlijke plek. Maar ja dan moeten we toch maar weer verder er valt nog wat te bekijken. In Mutare nog wat boodschappen gehaald en dan door naar Nyanga NP. Mooie groene route er is hier ook veel bosbouw. Overnachten bij Pungwe uitzicht punt en watervalletje en gaan dan verder naar het park.
Eigenlijk hebben we al een route door het park. En de weg is slecht vol gaten en scheuren. Er komen niet veel auto’s langs al staan er wel sporen. Er is geen beestje te zien of te horen op een enkel vogeltje na. Ook bij de ingang van het park bij de camping is niets te beleven en ze vragen weer een gigantisch bedrag voor entree en overnachten. We gaan maar weer dit is het niet. Via Rusape  naar Harare.
Het is een mooie rit door een heuvelachtige omgeving met mooie paraplu bomen. Het wildcamp wat we in gedachten hadden is het ook niet. Geen recht stukje grond te vinden en het is hier weer bloedheet. Het is nog vroeg en we gaan voor het Chivera meer. Maar het caravan park is ook gesloten......Het zit niet mee vandaag. Maar bij het Kuimba Shiri Birdpark en camp zijn we welkom en het ziet er mooi uit.
Maar we zijn toch mooi door Harare heen getuft, midden door het centrum en het verkeer viel ook nog wel mee. Hier en daar staan nog oude gebouwen. En deze stad is ook ruim opgezet. Verder heeft het weinig om te blijven. Het Birdpark vangt op en verzorgt ook zieke en gewonde vogels. Er zijn heel veel roofvogels waaronder de Visarend, Bateleur en de Martial Arend. Prachtige vogels. Ook zijn er veel papegaaien. Op het terrein lopen een paar zebra’s rond. Mooie plek aan het meer. Ik krijg steeds meer last van mijn knieholte die ik ws in Great Zimbabwe heb verdraaid. We halen een kniecompres bij de farmacie voordat we doorgaan met onze tocht naar de ManaPools. Het is een vrij saaie rit door het midden van het land waar vooral grote boeren wonen. Af en toe wordt er wat op het land gedaan maar het wachten is toch op de regen voordat er iets geplant kan worden. Hoewel sommigen grote sproei installaties op het land hebben staan. Op de A 1 die naar de grens gaat is veel vracht verkeer. Maar er wordt toch rustig gereden. De engerds zijn de bussen met hun karren er achter aan. Die rijden zonder in te houden. Doen het knipperlicht aan wat wil zeggen dat je aan de kant moet gaan ....... Het laatste stuk gaat weer door een mooi landschap met steile heuvels en dalen. Nadat we een permit hebben gehaald voor het park zoeken we een plaatsje voor de nacht onder een grote baobab niet ver van de ingang van het park. Het was voor ons te laat om nog op tijd in het kamp te komen. Dus gaan we de volgende morgen in alle vroegte op weg. Bij de slagboom worden we ingeschreven en mogen we door naar de tweede slagboom.
We zien maar enkele dieren, paar kuddu’s een jackal en impala. Verder is het dor en droog met veel grote baobab’s waarbij sommigen toch al een beetje groen te voorschijn komt. Nadat we ingeschreven zijn bij de 2deslagboom is het helemaal een kale boel. Twee soorten parelhoenders en verder is er niets. Het is 10 uur als we bij de camping arriveren en zo waar we zijn niet alleen. Het park heeft wat meer belangstelling dan alle andere toeristische sites. De temperatuur loopt ook vandaag op naar de 40 graden, is wel heet hoor. Het wordt weer pappen en nathouden van het lichaam en lui liggen in de stoel. Aan het eind van de dag doen we toch nog een rondje door het park.




We zien olifanten waarvan we de ribben kunnen tellen, kuddu’s, impala, water bokken en zebra’s. In de rivier hebben we de gezellige nijlpaarden. Als die geluid maken is het net of ze lachen J. De aantallen dieren zijn hier niet groot. En wat verder op in het park zien we helemaal geen dieren meer. Op onze andere routes blijkt dat de meeste dieren toch bij de rivier te vinden zijn. Verder lijkt het park wel leeg te zijn. De dieren worden al 3 maanden bijgevoerd. Er liggen ook nog wat dode olifanten die door de gieren en de maraboe storks van hun vlees worden ontdaan. In een modderpoel spartelen nog een paar vissen die prooi worden van de apen. Maar tot onze schrik schiet daar ook een grote krokodillen bek  open en daar verdwijnt een aap in !!!
    Modder aap!

Wel zien we een roedel wilde honden die aan het ravotten zijn in een water/modder plas. Er zijn er wel 13. Verder geen leeuw, cheetah of luipaard gezien of gehoord. Op de camping krijgen we bezoek van een paar olifanten, black jackal, hyena, zebra, impala’s, elanden en de apen houden ons bezig. De deur een moment opengelaten en hup daar worden even heel snel twee appels uit de mand gevist en gauw met de buit in de boom.



Op weg naar de uitgang gaan we nog even bij de rivier monding kijken of de wilde honden er nog zijn en zowaar ze rennen al weer rond. Prachtig gezicht. Onderweg  weer een paar parelhoenders en 2 keer een olifant die oversteekt. Het is te hopen dat er snel regen komt voor het park anders blijven er niet veel dieren over en is het een dood park. Het bijvoeren wordt gedaan door al diegenen die prive lodge’s hebben in het park. Dat zijn de mensen die nog geld verdienen met hun luxe lodge’s en toers. Als we de afslag naar Kariba nemen zitten we weer op een weg met bijna geen verkeer en een mooi heuvelachtig gebied. Door de bergen zitten we weer wat hoger en is de temperatuur weer fijner. Maar dit veranderd zodra we afdalen naar het meer Kariba. We staan op de laatste camping in Zimbabwe. Het Lomagundi Camp met restaurant en zwembad. En een paar gasten in de chalets. Hier weer wat klusjes en de was gedaan. En maar 2 dagen met het been omhoog zitten. Het is vanuit de knieholte naar het kuit gezakt en alles is opgezet. 


Zimbabwe is ooit een prachtig land geweest. Het heeft nog de nodige leuke dingen maar alles is stil blijven staan. De regering heeft het land leeg geroofd en aan z’n lot overgelaten. Er wonen nog maar de helft +/- 6 miljoen zimbabwanen in eigen land waarvan er nog velen gewoon honger hebben. En zeker niet de dure artikelen in de supermarkt kunnen betalen. De rest heeft z’n heil in een andere land gezocht.. Het is te hopen dat de nieuwe president het beter gaat doen. De politie controles zijn niet meer corrupt dat is al heel wat. Overal jonge politieagenten aan het werk. De wegen zijn ook nog wel redelijk intact en er worden nieuwe wegen aangelegd. Maar ook hier hebben de chinezen hun intrede gedaan. Maar al met al hebben we toch wel genoten van Zimbabwe en hun super vriendelijke mensen.
Morgen gaan we naar Zambia.