zondag 9 december 2018


Zuid Afrika, 7-12-2018.

Vanuit Colchester gaan we naar de stad Uitenhage waar we weer wat inkopen doen voor de komende dagen. Dan door naar de Baviaanskloof die bij Hankey begint.
Vandaar beginnen de citusboomgaarden tot na Patensie en Sitrus.  De landerijen zijn weer mega groot. 1stestuk van de kloof is nog geen Park en zijn er nog boerderijen en citrus boomgaarden.
Bij de ingang betalen we onze overnachting op de Doodsklip camping. Mooie plek in de bush maar voordat we daar zijn moeten we eerst nog door de Crombrink Pas omhoog en via de Holgat Pas weer naar beneden. De passen zijn stijl en erg smal op plaatsen. Gelukkig komen we niemand op deze stukken tegen. Er heeft brand gewoed en grote stukken land ziet er zwart geblakerd uit. In de verte zien we nog rookpluimen en brandt het nog steeds. Deze branden worden meestal veroorzaakt door blikseminslag. Verder door de baviaanskloof met mooie uitzichten en nog de Grasnek pas.

Daarna loopt het pad langs en verschillende keren door de Baviaans rivier. De diepte van het water en de breedte van het pad is tot dusver geen probleem geweest. Maar langs de rivier beddingen groeien de bomen steeds dichter en hier en daar hebben we wat ruimte moeten maken..... Aan dieren is er niet zo veel te zien, de bavianen een buffelo en een paar bosbokjes. We verlaten het park weer en parkeren op de Uitspan camping. Prachtige camping waar we een paar nachten blijven. Wandelen door de kloof, naar de Busmans grot en naar de boog.



Via de R339, Avontuur en De Vlugt hebben we een prachtige route over de Prins Alfreds Pass naar Knysna. Op de pas staat een Memorial van meneer Bain (1830-1893) die bijna alle paden over de passen heeft gerealiseerd. Ook rondom Knysna hebben branden gewoed. Veel zwart en als het wat regent stinkt het nog. We vinden een mooi plekje langs de kust bij Kleinkrantz. Maken een wandeling in het Wilderness Park, leuke wandeling langs de Touwrivier waar veel ijsvogels moeten zitten....niet 1 gezien. Wel de Knysna loerie, Cape batis en 3 soorten sunbirds. Bij terugkomst is de re voorband een beetje platter dan de rest. Lijkt op een lek ventiel, dus maar oppompen en vanavond maar verder kijken. In George sluiten we een nieuwe auto/motor verzekering af bij de Fa Santam. Bij de plaats Heraldbay vinden we een mooie plek aan de zee. Er zijn enkele vissers maar verder rustig. Hier gaat het wiel eraf en dan blijkt dat het plaatje waar het ventiel door zit lek is. De band moet eraf, de kit verwijderen en opnieuw plakken. Dit moet vannacht drogen. Daar staan we dan op 3 wielen en een krik. Als we wat uitkijken over de zee zien we twee walvissen zwemmen  Prachtig.
De volgende dag gaan we door naar Oudtshoorn, een mooi dorp/stad. De camping Kleinplaas is mooi, maar wel wat lawaaiig op de vrijdagavond. Heerlijk gegeten in the Black Swan. Voor we het dorp binnenkomen zien we al veel struisvogel boerderijen. Sommigen dieren zien er niet zo goed uit en even later zien we een bord dat ze daar in quarentaine zitten.
Via De Rust en de Meiringspoort/kloof  wat langs de Groot rivier  en Meiringspoort waterval loopt, gaan we naar het plaatsje Prince Albert. Het laatste stuk voor het dorp is de omgeving al een stuk kaler en zien we de struisvogel boerderijen en de eerste wijn en olijf estates. Het is een leuk dorpje om te zien, maar zijn voornamelijk tweede huizen voor vakantie. Als er niemand is valt er ook weinig te beleven.  Vanuit Prince Albert gaan we de Swartberg pas op, ook weer een prachtig stukje natuur. Vanaf de top rijden we een klein stukje terug om de Gamkakloof “ Die Hell” in te gaan.
Het is voornamelijk stenen met kleine struikjes groen, verderop in vallei rijden we door een groot veld met Protea bloemen. De vallei wordt steeds smaller totdat we bij de echte kloof komen. Een campertje komt van die Hell en waarschuwt voor heel smalle haarspeldbochten en super smalle wegen..... Je kunt elkaar daar niet passeren.......Dat wordt wel erg spannend! En het is spannend, gelukkig komen we niemand tegen op de afdaling en hoeven we maar 1keer te steken in een van de bochten. Pffff we hebben het gehaald. Onder in de kloof  is de begroeiing  weer wat dichter en de spiegels hebben het weer zwaar te verduren.
De kloof valt  onder Cape Nature maar er is niemand op het  kampeer terrein  aanwezig. Maar er is nog een andere camping Piet se Stanning waar we kunnen staan. Er is nog wat geworstel met de bomen aan het pad maar we staan “weer te plak”  De volgende morgen ruimen we de ontbijt boel op, maar de suikerpot blijft nog achter voor de koffie. Als ik weer buiten kom is de suikerpot verdwenen...... Toch nog maar binnen even kijken of ik hem niet mee genomen heb maar potje is niet te vinden “heul apart” Arend scharrelt buiten wat rond heeft gereedschap buiten liggen en ook de fles bakolie die plotseling weggrist wordt door een AAP, baviaan. Shit... hij is zo stilletjes te werk gegaan dat we niets gehoord of gemerkt hebben.  Even later is de suikerpot weer gevonden maar de suiker is op......  De aap zit een tijdje te brullen achter een struik maar er valt niets meer te halen en hij verdwijnt in de bosjes. Alle spullen weer naar binnen en  ramen en deuren maar weer dicht voordat we  op de motor naar het infocentrum en museum gaan. Langs het pad staan 12 oude huisjes van familie die er destijds woonden.
Ze zijn opgeknapt en beschikbaar voor toerisme. Nog een biertje bij Piet gehaald en ze vertellen dat er s’morgens vroeg nog geen gasten naar beneden het dal inkomen. Dus maar vroeg op pad gegaan, hier en daar nog een lastige tak afgezaagd en dan de pas op voordat er toch iemand aankomt wat we hier niet kunnen hebben. We moeten 2 keer steken maar weer heelhuids boven. Een poosje later komt ook de motorclub achter ons aan en voorbij. Ook zien we nu klipspringer, mountain reedbuck en op de camping was de cape grijze mongoose. De Swartberg pas weer over en zo hobbelen we rustig naar Calditzdorp. We kamperen bij het oude treinstation wat camping is geworden. Een halve kilometer verder is De Krantz winery die ook heel goede port moet maken. Dit maar even geproefd ;-)), en wat meegenomen voor de feestdagen. In Oudtshoorn breng ik een bezoek aan de kapperzaak “Mooi”, gekortwiekt kunnen we verder, via de Rooibergpas waar we niet zo veel van zien want het is zwaar bewolkt en het regent. We zien nog een paar Sabel- Antilopen lopen in een prive park.
Ook zijn er nog struisvogel boerderijen. We volgen een stukje Route 62, komen langs Barrydale een leuk toeristisch plaatsje, over de Tradouws pas, langs drupkelder waterval naar Swellendam.


Hier bekijken we het Drostdy museum. Het originale Drostdy was door de Dutch East India Compagny gebouwd in 1747 en uitgebreid in1813 door de Britten. Het Mayville house is van 1853. Naast Swellendam ligt het Bontebok National Park waar we overnachten. De bonte bokken lopen langs de truck, rode bisschops in het riet, whydah’s en wevers vliegen af en aan. Een rondje door het kleine park kost 1,5 uur. Bonte bokken, grijze bokjes en de Denham bustards. In Malgas gaan we met een ponton brug over de Breede rivier.
We moeten samen met een andere auto en zijn toch wel zwaarder dan de 10 ton die op het bordje staat, maar dat is volgens de mannen die de ponton naar de overkant moeten trekken geen probleem. We komen wat moeilijk los maar dan gaan we langzaam maar zeker naar de overkant. Dit gebied is een grote graanschuur voor ZA, grote landerijen met veel schapen en heel veel strobalen. Het graan is er al af. Er scharrelen geregeld wat kleine groepjes blauwe kraanvogels door de stoppels. En dan zijn we eindelijk bij het zuidelijkste puntje van Zuid-Afrika. Cape L’ Agulhas.
Hier zijn ook een aantal russen die het heel interessant vinden en we worden uitgenodigd om met hun te toasten op het feit dat we daar zijn. De nacht brengen we door naast het scheepswrak Meishu Mara.  Mooie plek.  Nadat we de vuurtoren en het museum hebben bekeken gaan we via Elim verder langs de kust.
Onderweg ontdekt Arend dat er een band wat tikt en denkt aan een steentje wat in het profiel van de band zit maar als we stoppen voor de koffie ziet hij dat het ijzer door de band komt en dat is niet goed.......We rijden langzaam naar Gansbaai waar we op een parking de band kunnen verwisselen.  Er worden 2 nieuwe banden besteld bij Jimmy in Pretoria en die worden naar CapeTown verstuurd. We hebben nog 1 reserveband maar die is ook slecht en voordat we naar Namibie gaan willen we weer 2 goede reservebanden hebben. Verder langs de kust naar Walkerbay waar we op de parking overnachten. Er is een klipcave op de scheiding van het strand en de zee. Je kunt alleen bij eb in de grot komen. S’ avonds zien we nog een paar walvissen waarvan 1 met een jong die vlakbij de kust zwemmen.
Prachtig gezicht! De reis gaat verder via Stanford naar Hermanus. Hier ontmoeten we een oud collega van Arend, Wiebren  met echtgenote Hennie en hun kinderen en hebben gezellig samen koffiegedronken in de stad.  Maken een wandeling door de stad, scoren een T-shirt van de walvissen ;-)) en hebben een heerlijke lunch bij Burgundy restaurant.  Zien nog een walvis in de verte, de meeste walvissen zijn al vertrokken. Na een nacht met veel gepraat naast de deur gaan we naar Rooisand Park. Het ligt aan de Botrivier lagoon en is een vogelparadijsje. Je kunt er wandelingen door het gebied maken en er is een vogelkijkhut.
De flamingo’s, lepelaar en kraanvogels staan voor de deur en verder zien we nog de cape teal, black winged stilt, pied avocet en kittlitz’s plover.. Brengen nog een bezoek aan de pinguins in Betty’s Bay  De beestjes zijn in de rui en zitten en liggen rustig op de kant te wachten totdat hun vel/vacht weer normaal is.

Dit duurt een week of 3 waarin ze niet in het water kunnen en eten. Ze hebben gezorgd voor een vetreserve om deze 3 weken door te komen. Terug naar Rooisand NP waar we overnachten. Het weer is erg onstabiel hier en deze nacht komt het water ook met bakken naar beneden. Ook de volgende dag nog dik bewolkt en af en toe regen.  We maken een toertje rond Botrivier, waarvan een gedeelte ook vogelgebied is.
Hier ook weer kraanvogels, Denham burstard, zwaluw, rode bishop, wevers en een ijsvogel.  We eindigen bij John Janssen en hondje Bingo waar we een paar dagen blijven.

De motor heeft nog steeds last van lekkage van de voorfork demper. Arend had al een seal meegenomen en samen met John repareren ze boel weer. Nieuwe olie en iets hoger afstellen, nu rijdt het als een speer. John neemt ons mee om Genadedal te bekijken.

Hier staat de oudste missiepost (1838) van Zuid-Afrika en is nu een museum. Een kerk, molen en verschillende huisjes waar van alles staat uitgestald. Echt een aanrader! Het staat in geen enkele reisgids maar is de moeite waard. Greyton is een pensionaris  dorp, leuk met grappige winkeltjes en restaurantjes. Als ook de motor olie gevonden is gaan we terug naar Botrivier. Nog een dagje knutselen en een braai als afsluiter van ons bezoek, was gezellig! en dan op naar African Overlanders camping bij Kaapstad. De banden kunnen elk moment arriveren maar zoals gewoonlijk in Afrika is dat moment heel rekbaar en wordt het pas vrijdag aan het eind van de dag( en dat is eigenlijk nog snel) en kunnen we ze pas maandag ophalen...... We gaan even boodschappen doen bij de Cape Mall aan de N1 bij Kraaifontein. Mooi ritje om de motor de testen. 
 We kunnen dan ook een mooi ritje maken in de omgeving. Naar Paarl en Wellington waar we door de Bains pas en kloof rijden en terug via de Du Toitskloof. Er is nog veel bewolking en boven in de passen is het nog behoorlijk fris. Bij de Du Toitskloof Winery doen we een wijnproeverij en hebben een late lunch in hun restaurant. Met de rugzak vol lekkernijen ;-)))) gaan we weer op weg  naar ons truckje. Vandaag een heuse zondagse en zonnige rustdag op 9 december 2018. 


Groetjes en veel leesplezier!       

zondag 18 november 2018


Colchester, 16 november  2018.  

Als we 27 oktober weer bij de grens komen proberen we of ze ons bij deze overgang ook in stempelen willen in het andere paspoort maar ook hier willen ze dat niet doen. Overal werken ze nu met computers en kun je alleen dat paspoort gebruiken waarop je het land binnenkomt en waar je visum in staat. Jammer..... We gaan naar het Ithala National Reserve en doen gelijk maar een rondje door het park.
Er zijn zebra’s, giraffen, kudu’s, impala’s en varkentjes. De volgende morgen is het bewolkt als we om 6 uur met onze rondje door het park beginnen. Zien nu ook nog Wilde beest, 1 olifant, 3 neushoorns, waterbok, kraanvogels en withals raaf. Terug op de camping zijn we nog de enige. Onderweg hebben we een aanvaring gehad met een beetje te dikke tak die toch nog wat schade heeft veroorzaakt, maar dit is goed te repareren.
We vervolgen onze weg naar de St Lucia aan de kust. Het is weer dik bewolkt en op hoogte rijden we zelfs in de wolken. Als we weer wat afdalen hebben we weer wat beter zicht en zo gaat het door tot we bijna bij de kust zijn. Van de mooie route  R618 hebben we niet veel gezien. Er is plaats op de SugarLoaf Camping. Na een dagje klussen  doen we een ritje door het I Simangalise park naar Cape Vidal. Ook hier zien we zebra, wildebeest, buffalo, waterbuck, duiker en nijlpaarden dobberen in het water. Ook een paar nieuwe vogelsoorten. Gele wever, Robin chat en de paarse starling. De hele nacht regen en onweer. Naar Durban nemen we de snelweg, hier moeten we een DHL vinden om de Carnetten weer op te sturen maar op beide adressen is niets te vinden.
De stad maar uit en naar Pietermaritzburg waar we wel een DHL vinden en Postned voor het opsturen van onze tax refund papier. Het is en blijft regenachtig. De volgende dag is het bewolkt maar droog en kunnen we Pietermaritzburg bekijken.
Het centrum heeft nog wat oude gebouwen, er is het Voortrekker museum met kerk.
Via de R103, de Midsland Meander route rijden we  naar Howick waar het Mandele monument staat ter herinnering aan de arrestatie van Nelson Mandele op 5 augustus 1962.

Het begin van de 27 jaar gevangenisstraf. Het museum wat er bij hoort is dicht en wordt opgeknapt. Even verder is het dorp Nottingham Road waar de Nottingham Road Brewery Compagnie staat en je verschillende biertjes kunt proeven.
Ook zijn er gin tonic’s met verschillende smaakjes. We mogen op de parking overnachten want na al die biertjes mag je niet meer rijden......;-))). Het is een koude nacht, 5 graden. Dan is het hoog tijd voor enkele bezoeken aan de Drakenbergen.
Eerst naar Giant Castle NP, waar we naar de Main cave lopen en  een “rondwandeling” krijgen met een gids die over de San mensen verteld en hun tekeningen op de rotsen. Het is hier prachtig. Lijkt op de hoge Alpen,en op het landschap van Kirgizie, ruig en groene graslanden. 
 Buiten het park zoeken we een plekje voor de nacht. Nog een mooie rit door de bergen, bos en grasland naar de Cathedral Peak. De witte boeren  hebben grote boerderijen en heel veel land. De zwarte boeren hebben daar een veel kleinere uitvoering van. Maar er zijn dan ook meer zwarte boeren hier. Het gebergte ziet er weer mooi uit en is ruiger dan de Giant Castle.
 De camping hier is dicht en we rijden na wat rondgekeken te hebben terug naar Injisuthi waar alleen maar een camping is met wat huisjes. In deze vallei is nog niet veel regen gevallen alles ziet er dor en droog uit en ook de huisjes en omgeving is armoediger. Dichter bij het kamp wordt alles wat groener. De weg is ook wat minder maar we komen in een prachtig kamp terecht met rondom uitzicht op de bergpieken. De cape-weaver, pin-tailes whydah en zwaluwen vliegen rond en 2 o zo schattige muisjes scharrelen rond de truck. Ook horen we hier de red-chested cuckoo.
We staan op gras en het is droog dus Arend gaat de truck weer een smeerbeurt geven. Daarna wandelen we naar de Van Heyningen Pass, volgens route kaartje in 2 uur heen en weer......het is 450 meter stijgen en voor ons was dat 2 uur om boven te komen en 1,5 uur naar beneden. Op terugweg  dreigende luchten en horen we het onweer ons inhalen.

Net op tijd weer terug voor het serieus begint te regenen. De volgende dag is het nog bewolkt maar droog. We gaan op weg naar Himeville, nog een mooie route via de P27. Ook hier af en toe zeer laag hangende bewolking en geen zicht. Bij de benzinepomp in Himeville haalt Arend wat vloeibare stop voor de lekkende radiator, ook de waterpomp lekt een beetje. Overnachten bij Goxhill Troutlodge en camping. De eigenaar is melkveehouder en een grote kudde koeien wordt gemolken.
Arend gaat kijken in de melkstal met een carrousel voor 60 koeien. Men melkt hier 1430 koeien, elke dag meer dan 35000 liter melk.
Op de camping hebben de ibissen het voor het zeggen. Voor morgen is er lichte bewolking en zon voorspeld en dat is mooi voor onze rit naar en over de Sani Pass van 2873 meter hoog.
Mooie route, soms erg smal, soms erg stijl, slechte stukken weg en wegwerkzaamheden maar met een rustig gangetje komen we zonder problemen op de top. Bij de 12 apostelen beginnen de haarspeldbochten waarvan sommigen erg krap zijn maar we komen er zonder te steken doorheen.
Het is 0 graden op de top en het ijs ligt in de gootjes. Lange broek en een extra vest aan. Brrrr
Lesotho. Bij de immigratiedienst van Lesotho krijgen we een toeristen/wegenkaart en boekje met info over de mooiste plekken van Lesotho. Heel vriendelijk. We willen via Tsaba-Tseka naar de Katse-Dam en vragen hoe de weg daarna toe is. Het grootste gedeelte is goed alleen de pas zelf is slecht. Maar moet het voor ons geen probleem zijn. Dus maar op weg. Heel Lesotho ligt behoorlijk hoog. Het wordt ook wel  “KIngdom in the Sky”  genoemd.
Op deze hoogte groeit er alleen wat plat gras en hier en daar wat pollen. Bij de rivieren staan een soort wilgenbomen. De bergen zijn hier nog wel ruig. Maar wat is het hier schoon, nergens geen vuil te bekennen. De mensen wonen nog in traditioneel gemaakte hutten.
Er is veel landbouw en ze houden vee als schapen, mohairgeiten, ezels, paarden en koeien voor de ploeg. De pas zelf op 3030 meter hoog valt ons nog mee. Er zitten slechte stukken bij maar de meeste gaten zijn opgevuld. In de buurt van Linakeng aan de gelijknamige rivier houden we halt. We vragen de mannen die daar aan het ploegen zijn of het goed is dat we hier overnachten.  Ze spreken geen engels en met wat gebarentaal is het duidelijk wat we willen en het is goed. Er komen nog een paar herders langs met schapen en geiten die komen drinken maar verder blijft het rustig. Ook de southern bald ibis, pied starling en de langkuifarend vliegen hier rond. Een prachtig plekje. Na een rustige nacht weer verder op de nog steeds uit gravel bestaande weg. Wel breder met minder gaten en dikke stenen. Goed te rijden.
We zijn zeeeeeer verbaasd dat alles zo schoon is, de huisjes zijn netjes gebouwd, zelfs keurig opgehangen gordijnen voor de ramen. Er is waarschijnlijk een project geweest dat alle bewoners een W.C moesten hebben ze zien er allemaal hetzelfde uit en bij elk huisje staat er 1.

Het lijkt wel of ook iedereen hier werkt, hetzij op het land, of als herder maar je ziet niemand hier rondhangen zoals dat in veel afrikaanse landen gebruikelijk is. Met 2 miljoen inwoners ie er natuurlijk ook nog geen overbevolking. We zien al veel akkers waar de mais al groeit. Bij de huisjes zien we ook vaak dat er nog wat groente verbouwd wordt. In de dorpjes zien we wat tomaten, zoete aardappel, uien, kool en wortels liggen. Veel herders met kuddes  koeien, schapen en mohair geiten. 
 Bij de Katsedam kunnen we s’middags een toertje doen waar we info krijgen over het hoe en wat van de dam. Het is een samenwerkingsproject geweest van Zuid-Afrika, Engeland, Duitsland en Italie. De ongeveer 350 huishoudens hebben nieuwe grond, huizen en zo nodig wegen gekregen. Ze zijn er zeker niet op achteruitgegaan. Zelfs de graven zijn verplaatst. De dam levert via andere dammen en kanalen water aan de Gauteng provincie (Jo-burg en Pretoria) en Lesotho heeft elektriciteit. We vinden weer een mooi plekje voor de nacht met uitzicht op de dam. Als we verder naar het noorden rijden moeten we nog over de Mafika Lisui Pass van 3100 meter. Op het uitzichtpunt zien we een familie Rock dassies op de rotsen zitten. We moeten af en toe stijl omhoog maar ook bij de afdaling zitten behoorlijk stijle stukken. We gaan over een afstand van 10km 1300meter omhoog. Alle bewoning ligt  rond de 2000 meter of lager. Daarboven kom je alleen wat herders met hun kudde tegen. Bij Leribe zijn we uit de bergen en hebben nu alleen nog wat heuvels. De huizen worden iets groter maar er zijn ook mensen die in een zinken hutje wonen, er is wat meer verkeer en ook zie je hier en daar wat vuil liggen. In Teyateyaneng tanken we vol, want het is hier weer goedkoper dan in Zuid-Afrika, maar het is ook zo traag dat het een uur duurt voor we vol zitten.  In Ha-Kome  gaan we de grotwoningen bezichtigen.
Er wonen nog steeds 3 oude vrouwen van boven de 80  in de grotwoningen. Na komelingen uit de Cat-clan, Lion-clan en de Leopard-clan. De san mensen waren de eerste bewoners van deze grotten. We overnachten hier op de parking.

Vandaag gaan we naar Morija waar het mooiste museum moet staan. Onderweg komen langs Thaba bosiu waar een cultureel museum en dorp. In het dorp zien we hoe de mensen woonden voor en na de komst van de Missionarissen uit Ierland. In het museum het verhaal van het ontstaan van Lesotho. Opgericht/bevochten door King Moshoeshoe de 1ste. In 19de  en 20ste  eeuw de ontwikkeling van de de Basotho natie. Er was veel oorlog onderling en met de boeren. Nu is King Lettie de 3deaan de macht. Men vertelt dat de vorige prime-minister veel goede dingen heeft opgezet. Iedereen moest een toilet hebben, overal watertap punten, kinderen kunnen gratis naar school en ook de gezondheidszorg is gratis. Er is nog niet overal elektriciteit beschikbaar.

 Er lopen al veel verharde wegen het binnenland, de bergen in maar als er niet veel mensen meer wonen gaat dit over in onverharde wegen.  In Morija is hetzelfde verhaal, ze hebben alleen meer voorwerpen uit de oudheid. We overnachten aan de Makhaleng rivier waar weer koeien en schapen komen drinken. Nog een klein stukje Lesotho door de bergen. Het is hier weer groener en er wordt hier geploegd en gezaaid. Op de grote vlakke stukken worden hier ook tractors gebruikt. Mensen zijn hier heel erg vriendelijk. De grens was ook weer heel gemoedelijk. Er werd wel meer genoteerd en het paspoort gescand. De eind datum van het visum blijft gelijk. De meneer kon ons wel vertellen dat als we na die datum terug komen we een soort van transitvisum  van 7 dagen krijgen om vanuit Johannesburg naar Nederland te kunnen vliegen.  

Weer terug in Zuid-Afrika gaat het nog steeds door de bergen op een hoogte van 1500-1800 meter. Tot Queenstown hebben we nog 2 passen en het land is hier dor en droog. Daarna nemen we de R67 naar Grahamstown die wat meer door heuvelachtig land gaat. Hier liggen ook veel citrusplantages en is de wereld weer wat groener. Alle percelen zijn hier weer afgerasterd en een plekje voor de nacht is nog niet zo eenvoudig. Maar we vinden toch een open hek met wegen die verschillende kanten op gaan. Proberen maar. De volgende morgen horen we wel een auto een paar keer heen en weer rijden maar niemand die aanklopt. Of het is toch openbare weg of iemand heeft er geen moeite mee dat we daar overnacht hebben. Maar als we willen vertrekken vinden we het hek op slot en volgens de bewoners van het huis is de baas in het kamp voorbij onze overnachtingsplek. Maar op weg naar de boer, die ziet ons al lachend aankomen. Poosje gepraat en dan gaat hij mee naar de weg om het hek open te doen en kunnen we onze weg vervolgen naar Addo  Elephant NP. In Colchester naar de spar en dan het park in.  In het eerste stuk is niet veel te beleven maar als we bij de waterpoelen in het bovenste gedeelte komen zien we overal olifanten, zebra’s, kudu’s, varkentjes en hartebeesten. Er zijn heeeeel veeeeel olifanten.

Hele familie’s komen drinken en badderen. De grote buls houden de omgeving in de gaten en als andere buls of families te dicht bij komen en nog niet aan de beurt zijn worden ze verjaagd. Dan kunnen ze nog snel lopen. Bij een uitval naar een paar buls aan de overkant van de weg liepen ze met een noodgang vlak voor de auto’s langs en trompetterden er oplos. Ziet er dan wel beangstigend uit. Maar lieten de auto’s met rust.


De olifanten maken hier zo wie zo meer geluid dan we gewend zijn. Er is regelmatig onderlinge conversatie door gorgelen, blazen of trompetteren. Je kunt goed merken dat de dieren hier minder “wild” zijn. Er staan soms 10 tallen auto’s om zo’n poel heen maar ze trekken zich er niets van aan. In het hoofdkamp ontmoeten we Sjors en Moniek, ze hebben al een plaatsje voor ons vrij gehouden. Veel plekken voor een truck hebben ze niet. We hebben een heel gezellige middag en avond met hun. Zij vertrekken de volgende dag en wij gaan kijken of er nog anuleringen zijn maar helaas alles is nog fully booked.

Nog een rondje door het kamp waar we de rode bisshop in het riet zien zitten samen met veel wever vogels. Dan gaan we ook maar weer op stap door het park weer naar beneden naar Cochester. Op de route komen we  olifanten, kudu, hartebeest, elanden, schildpadden, roofvogels, ibis, malagnite sunbird  en een puffadder tegen. In Colchester gaan we naar het Pearson Park Resort, camp B wat aan  de Sundays rivier ligt tussen de duinen. Mooie rustige plek.  Hier hebben we een paar dagen rust en wordt de waterpomp vernieuwd, schoongemaakt en als onze klusjes weer afgewerkt.

Maar ook even wat wandelen naar de zee, door de duinen en wat vogelen. Hier vliegen mousebirds, grote double collared sunbird, en verschillende soorten zee/strandvogels. Ook de woolly-necked stork heeft hier een stopover.  Tot zover eerst weer het verhaal. Veel leesplezier!