woensdag 27 februari 2019

Upington 27 februair 2019

De Fly-in safari in de Okavanga Delta. We zijn 3 februari om half 9 op het vliegveld om de tickets op te halen en om half 10 vertrekken we in een 6 persoons pruttelpot en komen na een halfuur vliegen aan op de Kwara airstrip. Hier staat een safari auto met chauffeur en een spoorzoeker op ons te wachten.  Gelijk beginnen we aan een game-drive.
We komen een cheetah en 2 leeuwen tegen die allemaal in de schaduw liggen te rusten. Ook hier zijn de impala’s, kudu’s, buffels, apen, giraffen en olifanten. Het is half 1 als we in Splash camp aankomen en gelijk een lunch krijgen voorgeschoteld. Daarna houden we siesta tot 4uur en staat er een high tea klaar voordat we aan de tweede drive beginnen. Als eerste kijken we of de Cheeta en de leeuwen er nog zijn.
Er volgt een prachtige tocht door het Kwando gebied met olifanten, giraffen, impala’s en zebra’s.  Op de terugweg zien we dat de leeuwen zicht verplaatst hebben naar een open gebied. Ze zien er mager uit en het is dus tijd om op jacht te gaan.
We zitten daar een poos te wachten maar er gebeurd niets. De impala’s en wilde beesten verwijderen zich steeds verder en op een gegeven moment zijn de leeuwen ook stilletjes weggelopen in het donker.
Het is al half 9 als we terug zijn in het kamp. Maar er is eten voor ons bewaard. Het is hier zo geregeld dat als er zich iets bijzonders voordoet je niet perce hoeft terug te komen voor lunch of dinner. Nog een douche en dan rollen we in ons super riante bed in een prachtige kamer. In de nacht horen we de hyena’s roepen. Om 5 uur worden we gewekt. Half 6 eten en 6 uur rijden. Het is net licht geworden en het is bewolkt.
We rijden naar een ander gebied. Ook een mooie tocht waarin het gebruikelijke wild is te zien totdat we bij een waterplas komen waar een 9tal wilde honden liggen te luieren. Prachtig. Als er een 4deauto aankomt vertrekken wij voor onze koffiestop op een mooi plekje maar we blijven in de buurt want misschien gaan de honden wel aan de wandel en als we willen dan kunnen we ze volgen. Dat willen we zeker wel, ook al kan het wel een ruwe rit worden, geen probleem.  Als we zien dat ze in beweging komen stappen we weer vlug in en kijken wat er gebeurd. Ze lopen een stukje en scannen dan eerst weer te omgeving af voordat ze verder gaan.
Dit herhaalt zich een aantal keer maar dan plotseling zien ze de impala’s en gaan er als een haas vandoor. De oren gestrekt en racen maar.  Wij moeten ons heel goed vasthouden aan de bank en stangen om ons heen want ook wij gaan ze in volle vaart  achterna.
Over boomstronken, door struiken, gaten en over de bulten en hotsen en botsen alle kanten op, slippen in de zandpaden maar we verliezen het toch. Ze zijn een dicht begroeid terrein ingegaan waar we niet met de auto in kunnen en zijn verdwenen en we weten niet of ze geslaagd zijn in hun aanval of niet. Maar mooi zo’n achtervolging. Dave en TP deinzen nergens voor terug het was alsof we zelf op jacht waren. Ook de wagen van Mister T ging er als een speer vandoor. Prachtig. Maar ook zij konden de honden niet weer terug vinden en geven het zoeken op.
Langzamerhand gaan we terug naar het kamp. Na de lunch, siesta en high tea gaan we op zoek naar de hyena’s die weer in een ander gebied voorkomen maar ze laten zich niet zien. Het is een mooi tochtje door de natuur met de gebruikelijke dieren met aan het eind een toetje in de vorm van een aardwolf in z’n holletje in de grond. Vanavond hebben we dan ons dinner met de andere aanwezige gasten. Zitten aan een lange tafel en iedereen kan z’n verhaal daar kwijt.
Om 3 uur in de nacht worden we wakker van de roepende hyena’s en om 4 uur staat er een olifant voor ons terras zich tegoed te doen aan de laatste groene blaadjes en takken te breken, er worden nog wat stammetjes omgetrokken en meneer “gromt” zo nu   en dan wat en gaat dan langzaam verder. Om 6 uur zitten we weer in de auto en omdat de bewolking is verdwenen hebben we een mooie zonsopkomst. Van de leeuwen en de cheeta ontbreken ieder spoor. Ook de andere wagens zijn ze niet weer tegengekomen.  Wel zien we veel giraffen en ook de olifanten zijn er. We verkennen weer een nieuw stukje en komen uit bij een waterplas waar nijlpaarden en krokodillen in zitten. Er omheen staan zebra’s en impala’s te eten en te drinken.
Twee mannelijke impala’s zijn aan het vechten om een vrouwtje die er maar vandoor gaat. En dan komen daar opeens twee hyena’s aangelopen en gaan in een hoekje bij het water liggen om wat te drinken. Dan horen we Mister T op de radio dat hij luipaard sporen heeft gevonden.
Hij is niet al te ver van ons vandaan en er wordt ons gevraagd of we er naar toe willen om te zoeken. Ja natuurlijk en dus weer alle hens aan dek, plat op het stuur en slippend en glijdend door het zandpad op weg naar de sporen. Deze kunnen we  een heel eind volgen maar dan eindigt dit toch in een grasland waar geen sporen meer gevormd worden. We zoeken nog aan de andere kant van het grasland maar niets meer... ook in en onder de bomen is niets te vinden.
Ook de andere wagen geeft het op. Helaas maar het was weer een prachtige ervaring. Dit was onze laatste game-drive. Als we in de buurt van het kamp komen zien we dat er tafels gedekt zijn in een open ruimte in het veld en hier krijgen we onze laatste lunch in de bush.  
Het ziet er prachtig uit en lekker uit. Nog wat opfrissen en de tassen weer pakken voor onze terugvlucht naar Maun. Nog een ritje van een uur voordat we weer bij de airstrip zijn en dan komt het vliegtuigje ons halen. Nemen afscheid van Dave en TP en stappen in.
We gaan niet rechtstreeks naar Maun terug maar krijgen nog een tochtje over de Delta waar we heel veel hypo’s zien, een kudde olifanten, buffels, impala’s en een paar neushoorns. En het prachtige groen met de waterwegen er tussen door. We landen om half 5 in Maun en wat hebben wij genoten van dit uitstapje naar de Delta. Prachtig. 


 Terwijl  we onze pizza nuttigen in het restaurant van het Sediahotel krijen we een gigantische hagel en onweersbui over ons heen. Het laatste wat we hier verwachten waren hagelstenen. De nacht begint voor ons vroeg, moe van alle activiteiten en indrukken. Maar wat was het mooi!       Bij het DWNP (Department of Wildlife and National Parks) kunnen we nog een dag bij boeken voor het Kgalagadi Transfrontier Park. Maar voor het zover is gaan we eerst naar Khwai. We passeren weer een vetfence maar hier is geen controle. Op weg naar de Khwai rivier  komen we 5 bulls en een een kudde vrouwtjes olifanten met jonkies tegen, een giraf midden op de weg, bosbokken, buffelo’s en hypo’s in de nijlpaardenpoel.
We vinden een mooi plekje aan de rivier waar ook genoeg nijlpaarden in het water liggen en olifanten komen drinken. Ze passeren vlak langs onze trucks.  S’nachts horen we nog 1 olifant rondscharrelen en een hyena roepen verder blijft alles stil. We rijden een stukje langs de rivier voordat we weer richting de hoofdweg gaan. Eerst zien we heel veel gieren en als we dichter bijkomen ligt daar een oud karkas van een olifant, de lucht is niet te harden....

En een paar kilometer verder liggen daar 2 leeuwen vlak naast de weg. Wat een verrassing.  Het dorpje Khwai stelt niet zo veel voor en we nemen de oude weg terug naar Mababe na een tip van een gids bij een andere nijlpaardenpoel. Ook hier olifanten, giraffen, bosbokken en impala’s.  Het pad is hier en daar wat krap en het heeft hier ook aardig geregend zodat er grote poelen zijn ontstaan en we wat omwegen moeten maken. Dan is daar de rivier die we over moeten steken.
Er zijn geen beesten in de buurt dus eerst maar lopend er door heen. Het is hier ondiep en de ondergrond is hard. Jurgen gaat eerst de sprong wagen en dan komt Arend en ze vinden het zo leuk dat ze terug gaan om gezamelijk weer naar de overkant te komen. We komen uit op het pad waar we s’morgens de leeuwen hadden gezien maar die waren aan de wandel gegaan. Een stukje voorbij Mababe is er een afslag naar een heel grote poel vol met nijlpaarden en er staan wat olifanten te drinken. Hier blijven we overnachten. De hypo’s hebben af en toe flink lawaai en de olifanten komen drinken, badderen en de jonge olifanten ravotten samen in het water.
Een prachtige plek. De volgende dag nemen we een pad verder langs de rivier waar we ook weer veel dieren zien, 2 grote groepen olifanten en een grote familie giraffen bij een voor een groot deel ondergelopen pan waar we via de nog droge gedeelten  de overkant kunnen bereiken. Ook zebra’s, impala’s en warthogs komen hier voorbij.
Na een bushcamp terug naar Maun vanwaar we de volgende dag via asfalt naar Ghanzi rijden. Onderweg hebben we 2 keer een vetfence waarvan er 1 zeer onverwachts is en we krijgen de keuze het vlees inleveren of je kunt het gaan bakken. Er is een gedeelte klaar gemaakt en een gedeelte is ergens in een andere vriezer beland.... Als de dame het gebakken vlees heeft gezien mogen we verder. Net voor het 2devetfence hebben we een lekke band. Een grootte flap rubber ligt weer los en er zitten diverse scheuren in de zijkant van de band. De banden zijn te oud en te bros geworden. Het is een heel geploeter in de brandende zon voordat de truck een beetje goed op de krik staat en het wiel gewisseld kan worden. We zijn nogal scheef geeindigd.....We hebben geen reserve band meer. De vingers gekruist en hopen dat er niet meer kapot gaan voor we een nieuwe reserve hebben. Onderweg is er niet zo veel te beleven het zijn allemaal weer grote boerderijen met hekwerken. In Ghanzi heerlijk vlees gekocht verder zijn de winkels minder voorzien van artikelen dan in Maun. Wel hebben we een reserveband kunnen kopen. In de avond een stevige regenbui.  Alweer flauw van het asfalt nemen we een zandpad naar de Tshuawane-pan. Ook al rijden we door de bush er is geen beest gezien. Heel apart. We komen door diverse pannen die allemaal droog staan.
In de Tshuawane-pan staat wel water en hier zijn ook de koeien te vinden. Een boer met paard en wagen gaat rond de pan en verdwijnt dan weer in de bush. De hele avond is er onweer in de lucht maar pas in de nacht gaat het regenen. Het zand is nu harder en het rijden gaat wat makkelijker en al snel rijden we Hukunti binnen waar de tanken gevuld worden met diesel en de laatste boodschappen worden gedaan.
Via een zand en gravel weg gaan we naar het Kgalagadi Transfrontier Park. Hoe dichter we bij de Mabuasehube-gate komen hoe meer sporen we van de hoefdieren zien en steenbokjes en schildpadden die de weg oversteken. We overnachten op het kamp bij de ingang. Kgalagadi Transfrontier Park.  Om half 7, 14 februari zijn we op pad, het landschap is prachtig en afwisselend. Dicht begroeid, hoge en lage struiken en dan een wat meer open veld. In de pan bij Bosobogolo zien we oryxen lopen.
Op het zandpad naar Matopi 1 zien we poot en hoef afdrukken die de weg oversteken maar van de dieren zelf zien we weinig, een paar oryxen en hier en daar een steenbokje. Het pad is soms te nauw en we moeten helaas van het bestaande pad afwijken en maken soms nieuwe sporen om de bomen heen. In Matopi kamp hebben we weer onweer maar er komt maar weinig regen. Hier zijn wel wat vogels. In de nacht horen we de leeuwen brullen maar daar is het bij gebleven.
Het pad naar Nossob is zanderig maar breder en het is een meer open landschap. Maar dan volgt het pad door de duinen........de meeste duinen zijn goed te doen en niet al te stijl maar bij enkele duinen moeten we weer terug omdat we net niet boven komen deze zijn dus echt stijl en erg zanderig. Maar met een aanloop en wat meer gas lukt het toch. Ook op dit stuk maar weinig dieren gezien. In Nossob hebben ze geen plaats meer op de camping dus toch maar door naar Two Rivers kamp. Vanaf Nossob is het een goede gravelweg.
Het is al in de middag dus veel dieren houden rust in de schaduw onder de bomen. Maar oryx en springbokjes lopen ook nog te grazen. Er zijn nu heel veel struisvogels en overstekende schildpadden. We hebben besloten om niet terug te gaan naar Matopi en Mabuasehube area omdat de weg te slecht is voor ons. De volgende dag gaan we eerst naar de douane van Zuid-Afrika en vragen of het mogelijk is om weer een visum te krijgen voor 3 maanden ennnn ja hoor het is een nieuw jaar en dus mogelijk. Heeeeel fijn, dan nog wat andere overnachtingen in Nossob en Polentswa geregeld en hebben we toch nog een mooie rondrit in het park.  
Bij onze eerste “game-drive”  zien we 2 cheeta’s onder een boom liggen en bij Kij Kij een leeuw, kori bustards, secretarisvogel, wildebeesten met jongen, struisvogels met jongen, een leeuwin en even verder zelfs 3 leeuwen bij elkaar.  
Wat een prachtige rit was dit. We overnachten op Rooiputs wat geen omheining kent. Dus net als in Matopi moet je alert blijven op eventuele dieren die langs komen. De rit naar Mata-Mata verrast ons met een Luipaard een bruine hyena met buit in z’n bek, 2 cheeta’s, wildebeesten, springbokken, roofvogels, giraffen en als toetje nog eens 3 cheeta’s.




Ook de volgende dagen genieten we volop van alle dieren die zich laten zien. Deze tijd zijn er ook veel grondeekhoorns maar missen we de mongoosjes  waarvan er nu maar enkele zijn en de stokstaartjes zijn verdwenen.  We doen een heel vroege game-drive met een ranger en zien dan verschillende bad-eared fox, een spotted uil, en eindelijk zien we een afrikaanse wilde kat, ook de whisling rat laat zich even zien.

Bij een van de water poelen twee drinkende jonge leeuwen die daarna wat ronddartelen en elkaar uitdagen. Op de achtergrond houden pa en moe  de wacht. Ook de verdere gamedrives zien we alle dieren weer voorbij komen waaronder de bateleur, diverse cheeta’s en leeuwen. Ondertussen verhuizen we naar Nossob en Polentswa en terug. Op een van die route’s zien we 4 leeuwen en een klein jong wildebeestje dat alleen is en wat gaat er dan gebeuren.  Jaaaa het wordt gezien en 2 leeuwen sluipen langzaam dichter bij, ook de andere 2 zien dat er wat gaat gebeuren en sluipen net even een andere kant op.




Het arme beestje heeft geen schijn van kans..... Het schreeuwt nog een keer en dan is het gebeurd en wordt hij verorbert door de 4 leeuwen. Wel spektakulair....... om te zien. De laatste rit naar Two-Rivers , bij Marie se draai zitten 3 cheeta’s boven op een duin om zich heen te kijken of er ook iets te eten valt maar helaas er is niets anders dan een oryx in de buurt. Ook de vossen worden met rust gelaten. Toch schijnbaar niet zo veel honger nog.
In de buurt van Jan se draai zien we 3 kleine cheeta’s. Moeder is op jacht en de jongen wachten in de schaduw onder de boom. 


 Op 25 februari  verlaten we dit prachtige park met z’n mooie dieren en gaan op weg naar Upington. Hier kamperen we op Sakkie se Arkie. Maar voordat we het kamp op kunnen moeten er nog een paar bomen gesnoeid worden maar dat is geen probleem. Een mooi plekje aan de Oranje rivier. 
Veel leesplezier !!! 

zaterdag 2 februari 2019

Botswana, Maun. 2 februari 2019




Na ons heerlijke verblijf bij de River Dance lodge zijn we verder gereisd door de Caprivi strip van Namibie.  We hebben de Popa falls bekeken, dit stelde niet zo veel voor maar de omgeving was weer mooi groen.
Na een overnachting in Ngeti Camp, aan de rivier de Okavango, waar ze grappige douches en toiletten hebben doen we een paar rondjes door het Mahonga Park.  De meeste dieren zien we in de omgeving van de rivier, zebra’s, impala’s, 2 giraffen, zwijntjes, hartebeest, duiker, diverse vogels en hypo’s in het water.
Bij een waterplas zien we olifanten.  Het is een bijna rechte weg die door de Caprivi strip loopt naar het Mudumo NP. De toe rit naar camp 3 aan de Kwando rivier gaat door een aantal grote modderplassen en die worden dezelfde dag nog wat aangevuld.
Het is een behoorlijke regen en onweersbui.  Een ritje door het park levert een beschadigd kastje op, een stronkje wat schuil gaat in de bladeren ontwricht het geheel. Ook komen er olifanten aangerend om hun jong te redden van het grote witte monster dat daar rondrijd. De water en modderplassen zijn soms behoorlijk diep en glibberig. Ook hier leven zwijntjes, impala’s, olifanten hebben we hypo’s voor de deur, een krokodil op de oever en een boom vol afrikaanse open bek ooievaars.
Camp 3 is een prachtige plek. We komen langs kleine dorpjes waar de hutjes afgeschermd zijn met ronde schuttingen van rieten matten. Overal op het land zijn ze bezig met ploegen. Het gaat hier nog ouderwets met 4 koeien voor de ploeg en minimaal 2 mannen achter de ploeg.
De mensen zijn erg vriendelijk, groeten en zwaaien als je voor bij komt. In Katima Mulio moeten we nog wat boodschappen halen en tot onze verrassing zijn hier maar liefst 4 supermarkten die echt alles te koop hebben. We vervolgen onze weg naar Salambala camping, er is niet veel verkeer hier. Hier en daar hangt een geslachte koe langs de  kant van de weg maar dat is het enige wat aangeboden wordt. Ook de toe rit naar de camping is behoorlijk nat en modderig maar in de 4x4 komen we er gemakkelijk doorheen. De camping zelf valt wat tegen, mooie plekken maar het sanitair ziet er niet uit. En ook al hebben we vandaag weer een dikke regenbui de Salambala Pan staat droog en zijn er geen dieren op Gifty het duikertje na dat daar altijd rondloopt en eten krijgt.
Ook weinig vogels, een specht en een paar neushoornvogels. Een tochtje door het achterland naar Muako waar je uitzicht hebt op de punt van het Liambezi meer waar veel soorten vogels zijn. Net voor de grens met Botswana slaan we af naar Chobe River camp. Het ligt aan de Chobe rivier tegenover het Chobe NP. De weg er naar toe is bar en bar slecht, door de regenval zijn het overal modder en watergaten en soms de sporen zo diep dat er al een pad langs is gemaakt. Maar de plek is fantastisch. We krijgen weer een mooi plekje aan de Chobe rivier.
De ijsvogels zitten in het riet, de wevers zijn druk met hun nesten, de reigers staan te vissen en de Afrikaanse openbek ooievaar haalt de schelpdieren uit het water. Aan de overkant is het een komen en gaan van giraffen, waterbokken, impala’s, buffels en apen en heel veel olifanten. De volgende morgen komen ook Marco en Yvonne aan.
Een Nederlands stel wat ook al veel heeft gereisd. Zij komen net uit Botswana, er worden weer veel verhalen verteld en informatie uitgewisseld. Het is zo gezellig dat we nog een nachtje blijven en maken de volgende dag een wandeling rond de lodge waar we diverse vogels zien en bij terugkomst lekker opfrissen in het zwembadje.

Dan is het tijd om Namibie te verlaten. Voor ons gevoel is het al geen Namibie meer, de omgeving is compleet anders dan we gewend zijn van het land. Het gevolg van een ooit vreemde verdeling van het land.              Bij Ngoma bridge gaan we de grens over naar Botswana. Na het nodige papierwerk en betalen voor de gereden kilometers kunnen we verder, wel moeten we nog door een ontsmettingsbad rijden, en onze schoenen in een ontsmettingsmiddel dopen. Ook worden we gecheckt op rauw vlees, groente en fruit. Dat mag het land niet in. Onderweg zullen we ook regelmatig van deze controles tegen komen. In het land zijn diverse “veterinaire fences”, waar geen rauw vlees en dergelijke door heen mag. Soms zijn zelfs eieren en verse melk taboe. Een heel gedoe.... De transit rit door het Chobe NP levert 1 olifant op, verder zien we niets. De beesten zijn allemaal al bij de rivier of terug het bos in. In Kasane parkeren we de truck op plaats 13 van de Chobe Safari Lodge en camp. Hier passen we precies op en hebben weer uitzicht op de rivier. Het is hier een komen en gaan van bootjes die tochtjes op de rivier maken.



We horen de hypo’s  en af en toe krijgen we er 1 te zien. Aan de oever zien we overal olifanten en in het open veld zijn de hypo’s aan het grazen. Op de camping lopen bosbokjes en varkentjes rond en een paar heel mooie katten. Ook in het dorp lopen de wrattenzwijntjes rond als we op zoek gaan naar een bedrijfje waar we een boottochtje kunnen boeken. En wat hebben we een prachtige boottocht. Overal olifanten, buffels, apen, veel watervogels en we scheren midden tussen de vele hypo’s door. De visarend is ook luidruchtig aanwezig. Kortom geweldig!!! 
 We gaan nog even bij de spar langs en dan toeren we verder via de huntersroad. Een grenspad tussen Zimbabwe en Botswana. In het eerste stuk zien we nog wat wild maar al snel is het over met de pret. De bosjes zijn afwisselend open en meer dichtgegroeid. Hoge en lage struikjes. Bij olifantspond gaan we lunchen maar op een paar vogels na is het hier ook leeg. Over de verharde weg gaan we verder naar Gary’s waterhole wat via een zandpad te bereiken is. Hier staat nog genoeg water maar er komt niemand drinken, waarschijnlijk zijn er al voldoende poeltjes gevormd in de bossen door de regenbuien. Er zwemmen een  paar eendjes en een jonge Bateleur staat aan de rand van het water. We horen wel wat wrattenzwijntjes maar ze blijven verborgen in het groen.  Het is ondertussen al weer behoorlijk bewolkt en even later komt de wind en de regenbui. Daarna kan Arend het kampvuur weer aansteken en kunnen we nog even buiten zitten. 
 Als we de volgende dag terug rijden via het zandpad staan hier voldoende pootafdrukken van impala’s en leeuwen over onze bandensporen. Ze hebben de waterpoel niet meer nodig.  We steken de verharde weg over om weer op de hunterroad te komen. Het heeft ook hier geregend en de grond is hier en daar wat “snotterig”, en er staan weer aardige modderpoelen.
Bij een doorwading van een droge rivier heeft de truck wat hulp nodig van de 4x4 om bij de gladde natte wand omhoog te komen. Maar het lukt prima. Verderop is het droger maar het pad wordt wel smaller en we moeten wat tussen de takken door laveren. We zien een paar elanden, zebra’s en een paar wrattenzwijntjes. Behalve neushoornvogels zijn er niet veel vogels te zien of te horen. 1 Giraf  duikt weg achter de bosjes zodra we in het zicht komen. Via een brandgang gaan we terug naar de verharde weg. Er zijn een paar goed belopen paden en oversteekplaatsen waar we  pootafdrukken van olifanten en andere dieren zien, maar de olifanten die we zien staan allemaal te liften ;-))) in de bermen van de B33. De B33 is de drukste weg tot nu toe en dan vooral met vrachtwagens. Net voordat we Elephant Sands camp bereiken hebben we weer een “Vet fence”  Hier moeten alle schoenen weer ontsmet worden en krijgen we de vraag of we vlees in de koelkast hebben? Nee niet in de koelkast....... Met de truck nog door een ontsmettingsbak rijden en klaar zijn we.
Als we op Elephant Sands arriveren zien we daar mensen uitbundig zwaaien en zien we een bekende truck. Ruth en Jurgen zijn net een paar uur eerder aangekomen. Weer een leuk weerzien. Aan het eind van de middag komen er grote kuddes olifanten drinken en badderen.



Het is een vrouwengroep met  kinderen in alle leeftijden. Om beurten gaan de families drinken en badderen. Het is een pracht! S’avonds heerlijk gegeten in het restaurant.  De olifanten mannetjes zijn de volgende dag aan de beurt. Deze komen alleen aanlopen. In de ochtend is het nog rustig maar het loopt af en aan gedurende middag, avond en zelfs in de nacht. Vanaf het zwembad hebben we een mooi uitzicht op hun activiteiten. De rit naar Nata lodge is maar 70 km dus we doen het heel kalm aan. Ook nu staan er een paar olifanten langs de kant van de weg. Een enkeling gaat snel een stukje verder van de weg staan maar de meeste olifanten gaan rustig door met eten. Nata lodge heeft ook weer een mooie camping en een zwembadje. Toch wel erg fijn bij 35 graden in de middag.  In Nata lodge vragen we of het mogelijk is om een eiland in de pannen  te bezoeken met de trucks .
We krijgen een telefoon nummer van de camping daar maar men verteld dat ze dicht zijn en het is dus niet mogelijk. Bij Gweta-lodge vragen we nog een keer naar een andere plaats dicht bij de pannen maar het is toch wat te riskant. De weg is smal en je hoeft er maar net naast te zitten of je kunt tot de assen wegzakken in de modder. Toch maar niet gedaan. Na nog een wildkamp bij de rivier Boteli en langs een gravelpad  komen we aan in Maun waar we kamperen bij het Sedia Riverside Hotel en camping aan de Thamalakane rivier. We reizen nu even samen met Ruth en Jurgen want we willen kijken of we samen niet een Fly-In safari kunnen boeken in de Okavanga Delta voor een redelijke prijs. Het is regenseizoen en er zijn dus niet veel vakantiegangers meer.   EEnnnnnnnn het is gelukt.  Als het vliegtuig  gaat dan gaan we morgen 3 februari op safari in de Okavanga Delta.