dinsdag 24 december 2019


Malawi 23 december.
Op 13 november zijn we de grens overgestoken van Zimbabwe naar Zambia. De grensformaliteiten gaan wat traag aan de Zambiaanse kant maar alles wordt netjes afgehandeld. We moeten in 4 hokjes het een en ander betalen.  Visa $ 50 pp , 550 Kwacha voor de auto, 130 K voor de autoverzekering, 30 K voor de gemeente en $20 voor belasting en tol op de weg. Dit briefje wordt steeds gestempeld als je langs een tolstation komt en geldt voor het hele land. (15 kwacha voor een euro). Ondertussen regent het pijpenstelen als we verder kunnen rijden. Het eerste stuk is wel een mooie route door bergen en dalen. Er staan hele kleine hutjes van klei  met een rieten dak. Het is armoe troef in dit gedeelte. Het regent zo hard dat er riviertjes gevormd worden langs de weg en door de dorpjes. In Kafue moeten we eerst tanken en wat boodschappen halen en dan het laatste stukje naar Lusaka. In de hoofdstad is aardig wat verkeer maar alles gaat heel relaxt.
Geen getoeter of dringen om er tussen te komen. We parkeren op Wanderens Lodge en Camp aan de Lagosroad. Dit is mooi dicht bij het CFB Ziekenhuis waar ze naar mijn been gaan kijken. Het is nog steeds dik en bijna niet op te lopen. Het blijkt dat er een cyste in de knieholte zit en één in de kuitspier. Dit heeft gewoon tijd nodig om te herstellen. Al lang blij dat het geen trombosebeen is. We kunnen weer op weg en gaan naar Kafue NP.
De weg er naar toe is kaarsrecht en ze hebben verspreid ribbels en dikke bumps gemaakt zodat de bestuurder wakker blijft. Buiten de stad is er weinig verkeer.
Na een wildkamp gaan we het park binnen, het is al 40 km voordat we bij de camping zijn en moeten nog eens honderd km verder voor de Busonga plains. We zien een paar varkens, impala, waterbok, grondneushoornvogel, watteld kraanvogel en de kroon kraanvogel, een slang en zebra’s. Een plas met een paar nijlpaarden. En een nieuwe diersoort de Puku.

We mogen bij het Threetop kamp (schoolkamp) overnachten en hoeven niet terug naar de camping. Er zijn 2 onderzoekers uit de US die de carnivoren ( leeuwen, cheeta’s en luipaarden) monitoren. Onderzoek wordt betaald door WWF.  Volgens hun zijn we nog niet ver genoeg op de vlaktes geweest. De dieren zitten helemaal in het noorden dus de volgende dag naar het noorden waar we een hele grote kudde puku’s en lechwe’s aantreffen. En er zitten heel veel nijlpaarden op een hoop in het laatste water. Er staan ooievaars een rose pelikaan en 2 kraanvogels bij het water. Via een zandpad gaan we via de westelijke uitgang het park uit. Het eerste en laatste stuk van het park bestaat vooral uit Miombo en Mopane bomen.
De Kafue rivier is de grootste rivier die door het park loopt en wordt gevoed door 6 andere rivieren waarvan de Lufupa rivier weer de grootste is. De regentijd is aangebroken en over een paar weken kun je hier niet meer terecht. Via een gravelweg komen we weer op het asfalt terecht. We nemen weer een zijpad om een overnachtingsplek te zoeken en komen bij een familie op het erf te staan bij een rivier. De vrouw ziet er niet uit, vodden om het lichaam en zo mager als een lat. Ze had gehoopt dat we voedsel zouden brengen...... mensen hebben hier honger. Wat kleding en eten gegeven. s’Morgens komt de hele familie ons uitzwaaien vonden het zo leuk dat we bij hun wilden overnachten. Het eerste stuk weg zit nog vol gaten maar het laatste stuk ligt er weer piekfijn bij. Ook op deze weg naar Mongu is niet veel verkeer. In de stad op zoek naar iemand die de koelkast kan repareren. Hij is waarschijnlijk lek en het gas is verdwenen.
In een paar uur is de klus geklaard en gaan we naar Kalabo waar we een nachtje Liuwa Plain boeken bij Afrikan Parks. We moeten met een ferry de rivier over maar die is te licht en wil ons niet overzetten.  Maar er gaan veel mensen en dieren door een kleinere rivier en we gaan dit eerst eens bekijken. We zijn wel wat zwaarder dan de meeste vrachtwagens hier en je wil daar niet in de rivier blijven hangen in het zand. Maar we gaan het proberen en de bedding is hard genoeg. Met de voetgangers bootje de grote rivier over en de boeking gemaakt en weer terug naar de truck. De bewoners daar beginnen gelijk te zeuren, willen geld of drank en zo te zien hebben ze al genoeg gehad, We gaan weer terug naar de andere kant waar niemand woont en we rustig kunnen staan. Die avond krijgen we te maken  met de eerste stortregens en onweersbuien. Het gaat behoorlijk tekeer. Na een goede nacht steken we weer de rivier over en gaan richting het park.
We krijgen hulp van een jongen die ons ziet aarzelen bij alle wegen die kris kras overal heen gaan. Hij wijst ons de weg al hangend aan de spiegel en treeplank totdat we niet meer verkeerd kunnen rijden en loopt dan weer terug naar de pont. De weg in het park is niet al te breed en er hangen nogal wat takken over de weg waardoor we omwegen moeten maken. Onderweg zien we weinig dieren. Maar op de vlakte is het beter. Er lopen veel wildebeesten, oribi’s en zebra’s. 4 spotted hyena’s en jackal. Secretarisvogel, kraanvogels, reigers en ooievaars (geelbek en zwarte). We overnachten op Lyangu Camp. Na nog een rondje over de plain waarbij we een lapped face gier, oribi’s, wildebeest en 6 hyena’s zien, gaan we terug via een pad langs de rivier.
Het begin is een beetje zoeken de weg is hier en daar wel wat veranderd en bij de dorpjes gaan we regelmatig de mist in. Maar er is altijd iemand die je de weg wijst. Via 25 bruggen over de grote Zambezi rivier en flood plain weer terug in Mungo. De Mutylo mission camp is gesloten vanwege renovatie en als we proberen om te keren zakken we weg in het zachte zand van de berm........shit. Er staan tientallen kijkers waarvan sommigen helpers worden en sommigen dieven.... bandenspannings meter weg en een machette....Als we weer op de weg staan mogen we keren bij de mission en kunnen we op weg naar Liseli Lodge. 
 De eerste weg eindigt ook in het zand van een steeds smallere weg maar gelukkig op tijd gestopt en keren  en via een andere route naar de Lodge wat een goede plek blijkt te zijn. Gerund door een Zuster/non van de Katholieke kerk die de onkosten van haar weeshuis zo hoopt te betalen om minder afhankelijk te zijn van donateurs. Als we boodschappen doen in de stad staan daar Peter en Hulda uit Zwitserland. 2 jaar geleden ontmoet in Oppi-Koppi in Namibië. We gaan min of meer de zelfde route dus zullen we hun regelmatig tegenkomen. Vandaag 23/11 gaan we naar Lukulu via een pad over de plains (vlakte die in het regenseizoen onder water staat) Het is een 2 sporen pad wat vooral bij de dorpjes nogal wat problemen geeft. Het is niet duidelijk waar het pad loopt en soms kunnen we niet onder de mangobomen door en moeten we een omweg maken. We krijgen één keer een escorte mee om ons een kortere weg te wijzen naar het gravelpad na een oversteek van een droge rivier. Er was amper een pad maar de jongens wisten precies waar we langs moesten. Als we op de goede weg zitten verlaten de jongens ons weer, een t-shirt rijker. Onderweg zien we overal kleine akkertjes mais op de zwarte grond en cassave planten op de zandgronden. Soms een grote kudde koeien. Er is hier nog heel veel armoede, de kinderen lopen rond in vodden en helpen op het land en gaan niet naar school. Net voordat we Lukulu bereiken krijgen we een heftige regenbui en wordt de weg hier en daar wat glibberig. We mogen bij de paters van een katholieke kerk op het gras kamperen met het uitzicht op de Zambezi rivier.
We houden hier weer een paar dagen rust, maken een wandeling naar het dorp en doen weer wat klusjes  tussen de regenbuien door. Als we naar Solwezi rijden hebben we eerst nog 90 km grondweg die vol hobbels en bobbels zit en we langs veel dorpjes en tuintjes waar meestal mais wordt verbouwd rijden. In Watopa moeten we met de ferry over de rivier, gelukkig kan deze ons wel overzetten al moeten we wachten totdat het droog is.....

Je kunt niet met regen overzetten want er is geen schuilhutje en wordt je nat. We worden vergezeld van donkere luchten met weerlicht, donder en regenbuien. Dan is daar de asfaltweg  en overal wonen hier mensen aan de kant van de weg. Hier geen tuintjes meer maar vooral kuddes geiten, koeien en scharrelen er varkens rond. Langs de kant van de weg staan zakken vol mango’s te wachten op transport naar......?  Op het laatste stuk naar het dorp Mufumbu waar we overnachten wordt weer veel houtskool aangeboden. De volgende dag gaan we naar het Shimfunsi chimapanzee sanctuaries.
Hier woont een vrouw van over de 80 jaar die de sanctuarie ooit is begonnen.  Het opvanghuis wordt nu  voornamelijk door de dochter gerund. Hier zijn 3 groepen en de overige 5 groepen zijn ondergebracht in een trustfund. De groepen hebben mooie grote leefgebieden en kunnen een vrij natuurlijk leven lijden. De dieren kunnen niet weer worden uitgezet in de natuur want er zijn nog te veel stropers actief, die vooral uit/via Congo aktief zijn.
Er zijn nog steeds mensen die een chimpansee als huisdier nemen maar als die 2 jaar oud zijn is het niet meer haalbaar in huis en moeten ze weg en komen zo bij de opvang terecht, ook worden er dieren weggehaald bij handelaren en stropers. Het zijn prachtige dieren en je kunt er uren naar kijken, en zij naar ons.....
Door de Copperbelt waar de kopermijnen zich bevinden rijden we door de chaotische steden Shingola en Witme op een asfalt weg , de T3 vol geulen en één lange rij vrachtwagens die richting  Lusaka gaan. Er komt een witte boer naast ons rijden en nodigt ons uit om op de farm een kopje koffie of thee te drinken. Hij melkt 80 koeien en verbouwd mais en ze hebben een paar  B&B kamers. Het huis is nog heel ouderwets ingericht. Maar een prachtige tuin. Na de koffie met lekkere taart gaan we via de T2 die gelukkig wat minder druk is naar de Forest Inn waar we overnachten voordat we doorgaan naar Kasanka NP waar we naar de grote hoeveelheden vleermuizen gaan kijken. We boeken een avondsafari want we kunnen niet met de truck het park in.
De safari auto kan niet helemaal bij de uitkijk toren komen en we moeten het laatste stukje door een stukje moerasachtig gebied lopen voordat we de uitkijktoren kunnen beklimmen.  Er is een houten trap naar het 1steplateau rond een boom en daarna kun je nog een ijzeren trap beklimmen naar een ijzeren bordes rond diezelfde boom. Nogal wiebelig...... De vleermuizen hebben net voor het donker wordt een paar proefvluchten maar als ze na 18.00 uur losgaan is het een prachtig gezicht. Het zijn allemaal zwarte stipjes in de lucht. Schitterend!
We gaan nog een stukje verder naar het noorden, naar het Mutinondo Camp en Park.  Hier maken we samen met Peter en Hulda een leuke wandeling langs 3 watervalletjes en hebben uitzicht op een paar oprijzende rotsen in het landschap. Ook een test voor mijn knie maar de 3 uur wandelen leverde geen probleem op. Gaat goed.  Er zijn een paar vaste gasten in het kamp en die raden ons af om nog de route 05 te rijden naar South Luanga Park. Zeer waarschijnlijk al te veel zacht zwart zand na wat regenbuien en de kans dat je het park daar niet meer in kunt. We nemen de gok maar niet en rijden terug naar Lusaka. Verkeer viel mee vandaag en we kunnen weer parkeren bij de Wanderens Lodge waar we een aantal dagen blijven en regelmatig regenbuien hebben.De banden worden weer gewisseld en we gaan op de motor op zoek naar een andere thermostaat voor de koelkast die het weer heeft begeven. Ook even naar de stoffenstraat....zoveel leuke stoffen! We bellen taxi Dan voor de laatste boodschappen en genieten nog een lekker maaltje bij restaurant Social.
 De volgende dag gaan we dan richting South Luanga NP.  We moeten een nachtje wild kamperen want de afstand is te groot. Onderweg bij een brug moest een markt zijn maar er is niet zo veel te koop, vooral vis en allerlei soorten mandjes.
De omgeving wordt hier ook wat mooier, heuvels en meer bos maar de dorpjes worden steeds armoediger. De weg lijkt wel gloedje nieuw en is goed maar ook heuvelachtiger en het lijkt er op dat het 3 vrachtauto’s fataal is geworden.

Eén van de vrachtwagens is helemaal uitgebrand met de chauffeur er in.... horen we later als we diesel tanken. Gruwelijk. Bij een wat grotere afslag gaan we van de weg en zoeken naar een plek voor de nacht maar overal wordt mais verbouwd of is de weg zo rond dat we nergens fatsoenlijk kunnen staan. Uiteindelijk staan we op een stukje gras net buiten een dorpje waar toch weer veel meer mensen wonen en langskomen dan we verwachten. In de avond en nacht nog een stevige onweersbui en veel regen. Maar de volgende dag is daar weinig meer van te vinden.
We gaan verder naar Chipita waar we nog wat boodschappen doen en geld willen wisselen....Gigantisch opgelicht. Even een vergissing met het aantal nullen.......Dan door naar Crock Valley voor ons laatste bezoek aan Luanga NP. Er groeien meer bananenbomen en palmbomen in dit gebied en langs de kant van de weg worden rieten matten aangeboden en mandjes. Ook treffen we Hulda en Peter hier weer en we gaan samen een gamedrive doen.

Het is 5 uur als de wekker gaat en we ons klaarmaken voor de 1stegamedrive van 4 uren. De kudu, impala, bushbok, puku, olifanten, lizzard, vervetapen, gele baviaan apen en zwijntjes laten zich zien. En even later komt er een roedel wilde honden voorbij en vinden we leeuwen die liggen uit te buiken. In de rivier veel hypo’s en krokodillen. Op de oever zien we veel karmijn beeeters.

Het is een aardig park en het aantal dieren is niet groot maar ze zijn er allemaal wel. Na een gezamelijk brunch volgt de avonddrive die ook 4 uur duurt. Na impala, bushbok, puku, zebra’s en mongoosjes zien we de genetkat en 2 springhare’s, nijlpaarden die op stap gaan en olifanten die de rivier Luanga oversteken. Het weerlicht rondom en de lucht wordt steeds zwarter. Als we om 8 uur weer thuis zijn kunnen we nog net de stoelen droog wegzetten voordat het begint te hozen. s’Morgens is het nog regen en is het nog dik bewolkt. We verhuizen voor de laatste nacht naar Wildlife camp, ook aan de rivier. Het wildcamp wat we in gedachten hadden was al onbereikbaar door de regen. Hier hebben gezelschap van de apen die op je eten uit zijn en in de rivier zien we hypo’s en krokodillen.                    Zambia is een heel arm land, en zeker het westen, midden en noorden lijken veel op elkaar. Helemaal plat met min of meer dezelfde begroeing en de mensen die armoedig wonen en alleen op het land werken en houtskool maken. En nu de mango’s rijp zijn kunnen ze die verkopen. Verder is er wat aktiviteit op de Copperberg..... Het oosten van het land wordt wat heuveliger en er staat meer bos. Hier zijn ook de grotere (witte boeren) De parken zijn nog niet goed gevuld met dieren alles is hier in opbouwfase. Maar de mensen zijn vriendelijk.


 Morgen 12 december  2019 naar Malawi........