dinsdag 24 december 2019


Malawi 23 december.
Op 13 november zijn we de grens overgestoken van Zimbabwe naar Zambia. De grensformaliteiten gaan wat traag aan de Zambiaanse kant maar alles wordt netjes afgehandeld. We moeten in 4 hokjes het een en ander betalen.  Visa $ 50 pp , 550 Kwacha voor de auto, 130 K voor de autoverzekering, 30 K voor de gemeente en $20 voor belasting en tol op de weg. Dit briefje wordt steeds gestempeld als je langs een tolstation komt en geldt voor het hele land. (15 kwacha voor een euro). Ondertussen regent het pijpenstelen als we verder kunnen rijden. Het eerste stuk is wel een mooie route door bergen en dalen. Er staan hele kleine hutjes van klei  met een rieten dak. Het is armoe troef in dit gedeelte. Het regent zo hard dat er riviertjes gevormd worden langs de weg en door de dorpjes. In Kafue moeten we eerst tanken en wat boodschappen halen en dan het laatste stukje naar Lusaka. In de hoofdstad is aardig wat verkeer maar alles gaat heel relaxt.
Geen getoeter of dringen om er tussen te komen. We parkeren op Wanderens Lodge en Camp aan de Lagosroad. Dit is mooi dicht bij het CFB Ziekenhuis waar ze naar mijn been gaan kijken. Het is nog steeds dik en bijna niet op te lopen. Het blijkt dat er een cyste in de knieholte zit en één in de kuitspier. Dit heeft gewoon tijd nodig om te herstellen. Al lang blij dat het geen trombosebeen is. We kunnen weer op weg en gaan naar Kafue NP.
De weg er naar toe is kaarsrecht en ze hebben verspreid ribbels en dikke bumps gemaakt zodat de bestuurder wakker blijft. Buiten de stad is er weinig verkeer.
Na een wildkamp gaan we het park binnen, het is al 40 km voordat we bij de camping zijn en moeten nog eens honderd km verder voor de Busonga plains. We zien een paar varkens, impala, waterbok, grondneushoornvogel, watteld kraanvogel en de kroon kraanvogel, een slang en zebra’s. Een plas met een paar nijlpaarden. En een nieuwe diersoort de Puku.

We mogen bij het Threetop kamp (schoolkamp) overnachten en hoeven niet terug naar de camping. Er zijn 2 onderzoekers uit de US die de carnivoren ( leeuwen, cheeta’s en luipaarden) monitoren. Onderzoek wordt betaald door WWF.  Volgens hun zijn we nog niet ver genoeg op de vlaktes geweest. De dieren zitten helemaal in het noorden dus de volgende dag naar het noorden waar we een hele grote kudde puku’s en lechwe’s aantreffen. En er zitten heel veel nijlpaarden op een hoop in het laatste water. Er staan ooievaars een rose pelikaan en 2 kraanvogels bij het water. Via een zandpad gaan we via de westelijke uitgang het park uit. Het eerste en laatste stuk van het park bestaat vooral uit Miombo en Mopane bomen.
De Kafue rivier is de grootste rivier die door het park loopt en wordt gevoed door 6 andere rivieren waarvan de Lufupa rivier weer de grootste is. De regentijd is aangebroken en over een paar weken kun je hier niet meer terecht. Via een gravelweg komen we weer op het asfalt terecht. We nemen weer een zijpad om een overnachtingsplek te zoeken en komen bij een familie op het erf te staan bij een rivier. De vrouw ziet er niet uit, vodden om het lichaam en zo mager als een lat. Ze had gehoopt dat we voedsel zouden brengen...... mensen hebben hier honger. Wat kleding en eten gegeven. s’Morgens komt de hele familie ons uitzwaaien vonden het zo leuk dat we bij hun wilden overnachten. Het eerste stuk weg zit nog vol gaten maar het laatste stuk ligt er weer piekfijn bij. Ook op deze weg naar Mongu is niet veel verkeer. In de stad op zoek naar iemand die de koelkast kan repareren. Hij is waarschijnlijk lek en het gas is verdwenen.
In een paar uur is de klus geklaard en gaan we naar Kalabo waar we een nachtje Liuwa Plain boeken bij Afrikan Parks. We moeten met een ferry de rivier over maar die is te licht en wil ons niet overzetten.  Maar er gaan veel mensen en dieren door een kleinere rivier en we gaan dit eerst eens bekijken. We zijn wel wat zwaarder dan de meeste vrachtwagens hier en je wil daar niet in de rivier blijven hangen in het zand. Maar we gaan het proberen en de bedding is hard genoeg. Met de voetgangers bootje de grote rivier over en de boeking gemaakt en weer terug naar de truck. De bewoners daar beginnen gelijk te zeuren, willen geld of drank en zo te zien hebben ze al genoeg gehad, We gaan weer terug naar de andere kant waar niemand woont en we rustig kunnen staan. Die avond krijgen we te maken  met de eerste stortregens en onweersbuien. Het gaat behoorlijk tekeer. Na een goede nacht steken we weer de rivier over en gaan richting het park.
We krijgen hulp van een jongen die ons ziet aarzelen bij alle wegen die kris kras overal heen gaan. Hij wijst ons de weg al hangend aan de spiegel en treeplank totdat we niet meer verkeerd kunnen rijden en loopt dan weer terug naar de pont. De weg in het park is niet al te breed en er hangen nogal wat takken over de weg waardoor we omwegen moeten maken. Onderweg zien we weinig dieren. Maar op de vlakte is het beter. Er lopen veel wildebeesten, oribi’s en zebra’s. 4 spotted hyena’s en jackal. Secretarisvogel, kraanvogels, reigers en ooievaars (geelbek en zwarte). We overnachten op Lyangu Camp. Na nog een rondje over de plain waarbij we een lapped face gier, oribi’s, wildebeest en 6 hyena’s zien, gaan we terug via een pad langs de rivier.
Het begin is een beetje zoeken de weg is hier en daar wel wat veranderd en bij de dorpjes gaan we regelmatig de mist in. Maar er is altijd iemand die je de weg wijst. Via 25 bruggen over de grote Zambezi rivier en flood plain weer terug in Mungo. De Mutylo mission camp is gesloten vanwege renovatie en als we proberen om te keren zakken we weg in het zachte zand van de berm........shit. Er staan tientallen kijkers waarvan sommigen helpers worden en sommigen dieven.... bandenspannings meter weg en een machette....Als we weer op de weg staan mogen we keren bij de mission en kunnen we op weg naar Liseli Lodge. 
 De eerste weg eindigt ook in het zand van een steeds smallere weg maar gelukkig op tijd gestopt en keren  en via een andere route naar de Lodge wat een goede plek blijkt te zijn. Gerund door een Zuster/non van de Katholieke kerk die de onkosten van haar weeshuis zo hoopt te betalen om minder afhankelijk te zijn van donateurs. Als we boodschappen doen in de stad staan daar Peter en Hulda uit Zwitserland. 2 jaar geleden ontmoet in Oppi-Koppi in Namibië. We gaan min of meer de zelfde route dus zullen we hun regelmatig tegenkomen. Vandaag 23/11 gaan we naar Lukulu via een pad over de plains (vlakte die in het regenseizoen onder water staat) Het is een 2 sporen pad wat vooral bij de dorpjes nogal wat problemen geeft. Het is niet duidelijk waar het pad loopt en soms kunnen we niet onder de mangobomen door en moeten we een omweg maken. We krijgen één keer een escorte mee om ons een kortere weg te wijzen naar het gravelpad na een oversteek van een droge rivier. Er was amper een pad maar de jongens wisten precies waar we langs moesten. Als we op de goede weg zitten verlaten de jongens ons weer, een t-shirt rijker. Onderweg zien we overal kleine akkertjes mais op de zwarte grond en cassave planten op de zandgronden. Soms een grote kudde koeien. Er is hier nog heel veel armoede, de kinderen lopen rond in vodden en helpen op het land en gaan niet naar school. Net voordat we Lukulu bereiken krijgen we een heftige regenbui en wordt de weg hier en daar wat glibberig. We mogen bij de paters van een katholieke kerk op het gras kamperen met het uitzicht op de Zambezi rivier.
We houden hier weer een paar dagen rust, maken een wandeling naar het dorp en doen weer wat klusjes  tussen de regenbuien door. Als we naar Solwezi rijden hebben we eerst nog 90 km grondweg die vol hobbels en bobbels zit en we langs veel dorpjes en tuintjes waar meestal mais wordt verbouwd rijden. In Watopa moeten we met de ferry over de rivier, gelukkig kan deze ons wel overzetten al moeten we wachten totdat het droog is.....

Je kunt niet met regen overzetten want er is geen schuilhutje en wordt je nat. We worden vergezeld van donkere luchten met weerlicht, donder en regenbuien. Dan is daar de asfaltweg  en overal wonen hier mensen aan de kant van de weg. Hier geen tuintjes meer maar vooral kuddes geiten, koeien en scharrelen er varkens rond. Langs de kant van de weg staan zakken vol mango’s te wachten op transport naar......?  Op het laatste stuk naar het dorp Mufumbu waar we overnachten wordt weer veel houtskool aangeboden. De volgende dag gaan we naar het Shimfunsi chimapanzee sanctuaries.
Hier woont een vrouw van over de 80 jaar die de sanctuarie ooit is begonnen.  Het opvanghuis wordt nu  voornamelijk door de dochter gerund. Hier zijn 3 groepen en de overige 5 groepen zijn ondergebracht in een trustfund. De groepen hebben mooie grote leefgebieden en kunnen een vrij natuurlijk leven lijden. De dieren kunnen niet weer worden uitgezet in de natuur want er zijn nog te veel stropers actief, die vooral uit/via Congo aktief zijn.
Er zijn nog steeds mensen die een chimpansee als huisdier nemen maar als die 2 jaar oud zijn is het niet meer haalbaar in huis en moeten ze weg en komen zo bij de opvang terecht, ook worden er dieren weggehaald bij handelaren en stropers. Het zijn prachtige dieren en je kunt er uren naar kijken, en zij naar ons.....
Door de Copperbelt waar de kopermijnen zich bevinden rijden we door de chaotische steden Shingola en Witme op een asfalt weg , de T3 vol geulen en één lange rij vrachtwagens die richting  Lusaka gaan. Er komt een witte boer naast ons rijden en nodigt ons uit om op de farm een kopje koffie of thee te drinken. Hij melkt 80 koeien en verbouwd mais en ze hebben een paar  B&B kamers. Het huis is nog heel ouderwets ingericht. Maar een prachtige tuin. Na de koffie met lekkere taart gaan we via de T2 die gelukkig wat minder druk is naar de Forest Inn waar we overnachten voordat we doorgaan naar Kasanka NP waar we naar de grote hoeveelheden vleermuizen gaan kijken. We boeken een avondsafari want we kunnen niet met de truck het park in.
De safari auto kan niet helemaal bij de uitkijk toren komen en we moeten het laatste stukje door een stukje moerasachtig gebied lopen voordat we de uitkijktoren kunnen beklimmen.  Er is een houten trap naar het 1steplateau rond een boom en daarna kun je nog een ijzeren trap beklimmen naar een ijzeren bordes rond diezelfde boom. Nogal wiebelig...... De vleermuizen hebben net voor het donker wordt een paar proefvluchten maar als ze na 18.00 uur losgaan is het een prachtig gezicht. Het zijn allemaal zwarte stipjes in de lucht. Schitterend!
We gaan nog een stukje verder naar het noorden, naar het Mutinondo Camp en Park.  Hier maken we samen met Peter en Hulda een leuke wandeling langs 3 watervalletjes en hebben uitzicht op een paar oprijzende rotsen in het landschap. Ook een test voor mijn knie maar de 3 uur wandelen leverde geen probleem op. Gaat goed.  Er zijn een paar vaste gasten in het kamp en die raden ons af om nog de route 05 te rijden naar South Luanga Park. Zeer waarschijnlijk al te veel zacht zwart zand na wat regenbuien en de kans dat je het park daar niet meer in kunt. We nemen de gok maar niet en rijden terug naar Lusaka. Verkeer viel mee vandaag en we kunnen weer parkeren bij de Wanderens Lodge waar we een aantal dagen blijven en regelmatig regenbuien hebben.De banden worden weer gewisseld en we gaan op de motor op zoek naar een andere thermostaat voor de koelkast die het weer heeft begeven. Ook even naar de stoffenstraat....zoveel leuke stoffen! We bellen taxi Dan voor de laatste boodschappen en genieten nog een lekker maaltje bij restaurant Social.
 De volgende dag gaan we dan richting South Luanga NP.  We moeten een nachtje wild kamperen want de afstand is te groot. Onderweg bij een brug moest een markt zijn maar er is niet zo veel te koop, vooral vis en allerlei soorten mandjes.
De omgeving wordt hier ook wat mooier, heuvels en meer bos maar de dorpjes worden steeds armoediger. De weg lijkt wel gloedje nieuw en is goed maar ook heuvelachtiger en het lijkt er op dat het 3 vrachtauto’s fataal is geworden.

Eén van de vrachtwagens is helemaal uitgebrand met de chauffeur er in.... horen we later als we diesel tanken. Gruwelijk. Bij een wat grotere afslag gaan we van de weg en zoeken naar een plek voor de nacht maar overal wordt mais verbouwd of is de weg zo rond dat we nergens fatsoenlijk kunnen staan. Uiteindelijk staan we op een stukje gras net buiten een dorpje waar toch weer veel meer mensen wonen en langskomen dan we verwachten. In de avond en nacht nog een stevige onweersbui en veel regen. Maar de volgende dag is daar weinig meer van te vinden.
We gaan verder naar Chipita waar we nog wat boodschappen doen en geld willen wisselen....Gigantisch opgelicht. Even een vergissing met het aantal nullen.......Dan door naar Crock Valley voor ons laatste bezoek aan Luanga NP. Er groeien meer bananenbomen en palmbomen in dit gebied en langs de kant van de weg worden rieten matten aangeboden en mandjes. Ook treffen we Hulda en Peter hier weer en we gaan samen een gamedrive doen.

Het is 5 uur als de wekker gaat en we ons klaarmaken voor de 1stegamedrive van 4 uren. De kudu, impala, bushbok, puku, olifanten, lizzard, vervetapen, gele baviaan apen en zwijntjes laten zich zien. En even later komt er een roedel wilde honden voorbij en vinden we leeuwen die liggen uit te buiken. In de rivier veel hypo’s en krokodillen. Op de oever zien we veel karmijn beeeters.

Het is een aardig park en het aantal dieren is niet groot maar ze zijn er allemaal wel. Na een gezamelijk brunch volgt de avonddrive die ook 4 uur duurt. Na impala, bushbok, puku, zebra’s en mongoosjes zien we de genetkat en 2 springhare’s, nijlpaarden die op stap gaan en olifanten die de rivier Luanga oversteken. Het weerlicht rondom en de lucht wordt steeds zwarter. Als we om 8 uur weer thuis zijn kunnen we nog net de stoelen droog wegzetten voordat het begint te hozen. s’Morgens is het nog regen en is het nog dik bewolkt. We verhuizen voor de laatste nacht naar Wildlife camp, ook aan de rivier. Het wildcamp wat we in gedachten hadden was al onbereikbaar door de regen. Hier hebben gezelschap van de apen die op je eten uit zijn en in de rivier zien we hypo’s en krokodillen.                    Zambia is een heel arm land, en zeker het westen, midden en noorden lijken veel op elkaar. Helemaal plat met min of meer dezelfde begroeing en de mensen die armoedig wonen en alleen op het land werken en houtskool maken. En nu de mango’s rijp zijn kunnen ze die verkopen. Verder is er wat aktiviteit op de Copperberg..... Het oosten van het land wordt wat heuveliger en er staat meer bos. Hier zijn ook de grotere (witte boeren) De parken zijn nog niet goed gevuld met dieren alles is hier in opbouwfase. Maar de mensen zijn vriendelijk.


 Morgen 12 december  2019 naar Malawi........

dinsdag 12 november 2019

Zimbabwe, 12 november 2019.


We vertrekken vroeg richting de grens nadat we afscheid hebben genomen van Mark en Geertje. Het is een half uurtje rijden en alles wordt vlot afgehandeld tegen de normale bedragen. $ 50 voor tax en verzekering en $ 30 voor het visum. Half negen rijden we verder naar Victoria Falls.  We staan op de camping bij Hotel N1. Mooie plek in de tuin. Bij de bank vertellen ze ons dat we niet kunnen wisselen, de banken hebben geen Bond (de $ van Zimbawe). Hij vertelt dat als je bij Econet een simkaart koopt zij ook het Ecocash app op je telefoon kunnen zetten en dan kun je bij hun USD $ voor bond wisselen en kun jij met je telefoon betalen. Dan kun je in ieder geval boodschappen doen in de supermarkt en eventueel diesel betalen. Alle toeristische aktiviteiten moet je in USD $ betalen.
De eerste die we bezoeken zijn de Victoria Falls zelf, het is op loopafstand van het hotel. De intree is $30 pp en je hebt ongeveer 2 uur nodig om de waterval van alle uitzichtpunten te bekijken. Alleen is er op dit moment niet zo veel water. Het valt tussen de 200 en 300 meter naar beneden. Waar het water valt hangt altijd een mist en de vegetatie is dan ook mooi groen en er groeien zelfs varens. De Victoria Falls brug is ook goed te zien.
Een prachtige brug die in 1905 in gebruik is genomen voor het treinverkeer.  En gebouwd boven de kokende pot zoals dat gedeelte van de Zambezi rivier heet. In 1930 is de brug wijder gemaakt om ook auto verkeer toe te laten.
Ook hebben we een rafting toer geboekt op de Zambezi rivier. Heel veel vertelden dat het geweldig was.......  Na de nodige voorbereidingen gaan we dan op pad. We moeten een pad van 200 meter afdalen wat vooral uit treden bestaat met je zwemvest aan, helm op en je peddel in de hand. Eenmaal in de boot worden de commando’s nog eens doorgenomen en vooral direct opvolgen. Er zijn 19 watervalletjes, stroomversnellingen van de categorie 4 en 5 in de route die allemaal een naam hebben gekregen. De eerste paar gaan goed maar dan slaat het noodlot toe te weinig snelheid bij no 7 Guliver’s Travel’s en dan worden we gelanceerd tussen de rotsen in de wasmachine... komen hotsent en botsend weer boven gauw lucht happen en nog een rondje wassen en dan wordt je uitgespuugd door de rapid. Iedereen wordt weer opgevist en iedereen zal wel blauwe plekken krijgen.  Mijn  borst/arm spier zijn  zo vreemd verdraaid dat ik niet meer kan peddelen. Verder maar weer. Het gaat weer een aantal keren heel goed maar dan komen we bij de langste rapid no 18 Oblivion genaamd en die is ons niet goed gezind en we vliegen weer alle kanten op. Niet erg prettig maar je wordt al snel uitgespuugd en als iedereen weer is opgevist en in z’n eigen boot zit gaan we voor de laatste stroomversnelling maar dit is niets vergeleken bij de rest. Gebutst en afgemat komen we weer terug op de camping.
Na nog een rustdag gaan we op weg naar Hwange National Park. Op de parking bij de supermarkt kunnen we nog wat zwart wisselen. Voordat we het park in kunnen moeten we nog langs en over het terrein van een kolenmijn. Het ziet er niet uit. Alles is bedekt met een dikke laag zwarte stof. Gelukkig is er in het park niets meer van te merken. Er is nog plaats in Sinamatella Camp wat mooi hoog op een richel staat en waar we een prachtig uitzicht hebben.
We komen bijna alle dieren weer tegen op onze rondjes. Bij de Madavu Dam komen honderden olifantenfamilie’s om beurten drinken en het water zit vol hypo’s en krokodillen. Verder is het in het park behoorlijk dor en droog. Op weg naar het hoofdkamp komen we langs de Masuma Dam waar we grote lizzards zien die gele kikkers vangen en opeten. En ook de Sable Antilope komt voorbij die we bijna nog niet gezien hebben. We zien verspreid dode olifanten liggen. Door de extreme droogte is er ook geen eten meer voor de dieren.

  Bij het hoofdkamp zien we nog leeuwen. In het kamp raken we aan de praat met twee mannen uit Wergea die op doorreis zijn. Na nog een laatste rondje waarbij we ook roan antilopen en grond neushoornvogels zien gaan we richting de uitgang. Het was een mooi Park.
Op weg naar Bulawayo rijden we op een weg die dwars door het dorre bos gaat en waar praktisch geen verkeer is. De dorpjes liggen verscholen achter de boompjes.  Langs de kant van de weg wordt braai hout aangeboden en als we dichter bij Bulawayo komen hebben ze wortels in de aanbieding. Ook zien we hier grote percelen waar groente en mais wordt verbouwd. En daar is ook het eerste tol station waar we 5$ usd moeten betalen. Hebben ook regelmatig politie controle maar kunnen altijd doorrijden. Het Caravan Park Municipal ligt midden in de stad in een mooie schaduwrijke tuin. We blijven hier een paar dagen relaxen. En het ligt op loop afstand van het Natuur en Historische Museum wat er heel goed uitziet. Nog opgezet door de Engelsen. Het hele land ademt nog de sfeer van toen. Er is niets verandert alleen verouderd. Zelfs de toiletblokken bij de campings stammen uit de Engelse tijd. Hoef je niet te vertellen hoe dat er nu uit ziet denk ik J. De stad is mooi ruim opgezet en nog niet vol gelopen met auto’s. Je kunt er rustig rondwandelen. De winkels zijn ook vol van goederen, maar waarschijnlijk kunnen heel veel mensen dit niet betalen zo duur is het. De mensen zijn hier super aardig.  Dan krijgen we bericht dat het minder gaat met onze kat Benji. Kan dan maandags al terecht bij de dierenarts. Vingers crosst maar we vrezen met grote vreze.
Het Motabo NP waar we naar toe willen mogen we niet in. We lijken te veel op de overlanders trucks en die mogen niet rondtoeren in het park. Pech. De openbare weg gaat dwars door het gebied en zo kunnen we nog wel iets zien van de prachtige rotsformaties. En de route naar Gwanda waar we dan maar naar toe gaan gaat ook voor een groot gedeelte door de rotsen. Het laatste stuk gaat langs de goudmijnen is niet erg fraai. Maar de weg is beter, want het was af en toe weer een behoorlijke hobbelroute.
Ook hier is de omgeving dor en droog al zijn er al wel een paar bomen die in blad komen. Overal is het wachten op water. De temperatuur is hier ook hoog, tegen de 40 graden. Gunda camp is een leuk campinkje met zwembad. We gaan op de motor naar het dorp wat boodschappen halen. Is een goede supermarkt. Het is al 43 graden als het 12 uur is. Gelukkig hebben we stroom en kunnen binnen wat koelen. Benji is naar het ziekenhuis gebracht en het is wachten op de bloeduitslag. Die is niet goed, de nieren doen maar heel weinig en hij vergiftigt zichzelf. En met pijn in het hart besluiten we dat hij mag inslapen. Geen misselijkheid en ellende meer voor onze lieve grote vriend Benji.

Eind van de dag is hij ingeslapen in bijzijn van zijn pleegbaasje Monique.

                                  Wij zijn heel verdrietig en zullen hem missen.
Wat zal het stil zijn als we volgend jaar thuis zijn. Om de zinnen te verzetten gaan we maar weer rijden nu naar Groot Zimbabwe. Een groot gedeelte weer door de bush maar de weg is goed en we zien nu tenminste de dorpjes. Ze hebben mooie huisjes gebouwd en het erf ziet er netjes uit. Geen afval en allerlei afgedankte materialen. We mogen altijd foto’s maken vinden ze leuk.
De laatste km gaan over asfalt maar ook hier bijna geen verkeer. Op de camping zijn we de enige gasten en aan de toestand van de toiletblokken verwachten/komen er ook niet veel gasten.
De historische plek Great Zimbabwe hebben we met een gids bekeken. Erg leuk ook al liepen we in de mist en motregen The Hills op. Zimbabwe betekend Huis van Steen. Via de Ancient Pad omhoog, naar de enclosures.
De Royal voor de koning, de Rituele, de oosterse waar 6 stenen vogels stonden. The Chevron vogel die gevonden werd in de Valley complex werd het Nationale  Symbool van Zimbabwe. Via het Moderne Pad en de waterweg lopen we naar de Great Enclosure. Deze heeft 3 entrees met hoge en dikke muren.
Waarvan een gedeelte chevrondecoratie heeft. In de cirkel een tonische toren. Buitenste ring heeft een omtrek van 200 meter. Een mooie 2 uur durende wandeling. Via de zuidkant van het meer Mutririkwe rijden we tussen rotspartijen door en over  heuvels met daar tussen de huisjes en de bouwgronden naar de A9. Het is hier wel groener. De weg naar Chimanimai gaat over de Sir Henry Birchenough brug die in 1935 gebouwd werd. Voor we over de brug mogen moeten we eerst de truck laten wegen. En ja we mogen zeker foto’s maken.
Via Tanganda gaan we verder. Een mooie groene route naar Chimanimani met citrus en bananen plantages. Het is hier ook gedaan met de hitte. Wat bewolking en wat mist en we zitten nu ook wat hoger. We hebben een alternatieve route moeten volgen want de orkaan Idai heeft ook in maart hier huisgehouden met heel veel regen waardoor de rivieren overstroomden en alles vernielden aan bruggen en wat er op de oevers stond en woonde.  Het is onvoorstelbaar wat die heeft aangericht. Hele huizen en grote rotsblokken werden mee gesleurd.
In het dorp liggen nog grote rivieren van rotsen en stenen. Het park kunnen we niet in, er ligt wel een provisorische brug maar die willen we niet vernielen met de truck. Het camp bij de bruidsluier watervallen is dicht.  Voor de rivier blijven we staan voor de nacht.  Vlakbij staan de resten van een heel mooie lodge met huisjes op de overkant. Alles kapot en alle personeel is omgekomen horen we later van de eigenaar.
De volgende dag gaan via een scenic route naar Cashel en verder naar Vumba Hills. De grondweg naar Cashel is helemaal opgeknapt en is goed te rijden. Door bossen, langs boerenbedrijfjes en vaak in wolken en mist. We komen weer uit op een asfaltweg. De wegen zien er soms uit als een lappendeken maar we vinden geen heel grote gaten. Langs deze weg is er veel landbouw en veeteelt. En overal zwaaien de mensen. De Vumba Hills zijn prachtig groen en het is ook niet zo heet. We kamperen bij de Hivu Lodge/camp. Er is ook een kwekerij bij en in de tuinen staan overal bloemen en planten. Hier kunnen we een paar dagen relaxen en klusjes doen. Een heerlijke plek. Maar ja dan moeten we toch maar weer verder er valt nog wat te bekijken. In Mutare nog wat boodschappen gehaald en dan door naar Nyanga NP. Mooie groene route er is hier ook veel bosbouw. Overnachten bij Pungwe uitzicht punt en watervalletje en gaan dan verder naar het park.
Eigenlijk hebben we al een route door het park. En de weg is slecht vol gaten en scheuren. Er komen niet veel auto’s langs al staan er wel sporen. Er is geen beestje te zien of te horen op een enkel vogeltje na. Ook bij de ingang van het park bij de camping is niets te beleven en ze vragen weer een gigantisch bedrag voor entree en overnachten. We gaan maar weer dit is het niet. Via Rusape  naar Harare.
Het is een mooie rit door een heuvelachtige omgeving met mooie paraplu bomen. Het wildcamp wat we in gedachten hadden is het ook niet. Geen recht stukje grond te vinden en het is hier weer bloedheet. Het is nog vroeg en we gaan voor het Chivera meer. Maar het caravan park is ook gesloten......Het zit niet mee vandaag. Maar bij het Kuimba Shiri Birdpark en camp zijn we welkom en het ziet er mooi uit.
Maar we zijn toch mooi door Harare heen getuft, midden door het centrum en het verkeer viel ook nog wel mee. Hier en daar staan nog oude gebouwen. En deze stad is ook ruim opgezet. Verder heeft het weinig om te blijven. Het Birdpark vangt op en verzorgt ook zieke en gewonde vogels. Er zijn heel veel roofvogels waaronder de Visarend, Bateleur en de Martial Arend. Prachtige vogels. Ook zijn er veel papegaaien. Op het terrein lopen een paar zebra’s rond. Mooie plek aan het meer. Ik krijg steeds meer last van mijn knieholte die ik ws in Great Zimbabwe heb verdraaid. We halen een kniecompres bij de farmacie voordat we doorgaan met onze tocht naar de ManaPools. Het is een vrij saaie rit door het midden van het land waar vooral grote boeren wonen. Af en toe wordt er wat op het land gedaan maar het wachten is toch op de regen voordat er iets geplant kan worden. Hoewel sommigen grote sproei installaties op het land hebben staan. Op de A 1 die naar de grens gaat is veel vracht verkeer. Maar er wordt toch rustig gereden. De engerds zijn de bussen met hun karren er achter aan. Die rijden zonder in te houden. Doen het knipperlicht aan wat wil zeggen dat je aan de kant moet gaan ....... Het laatste stuk gaat weer door een mooi landschap met steile heuvels en dalen. Nadat we een permit hebben gehaald voor het park zoeken we een plaatsje voor de nacht onder een grote baobab niet ver van de ingang van het park. Het was voor ons te laat om nog op tijd in het kamp te komen. Dus gaan we de volgende morgen in alle vroegte op weg. Bij de slagboom worden we ingeschreven en mogen we door naar de tweede slagboom.
We zien maar enkele dieren, paar kuddu’s een jackal en impala. Verder is het dor en droog met veel grote baobab’s waarbij sommigen toch al een beetje groen te voorschijn komt. Nadat we ingeschreven zijn bij de 2deslagboom is het helemaal een kale boel. Twee soorten parelhoenders en verder is er niets. Het is 10 uur als we bij de camping arriveren en zo waar we zijn niet alleen. Het park heeft wat meer belangstelling dan alle andere toeristische sites. De temperatuur loopt ook vandaag op naar de 40 graden, is wel heet hoor. Het wordt weer pappen en nathouden van het lichaam en lui liggen in de stoel. Aan het eind van de dag doen we toch nog een rondje door het park.




We zien olifanten waarvan we de ribben kunnen tellen, kuddu’s, impala, water bokken en zebra’s. In de rivier hebben we de gezellige nijlpaarden. Als die geluid maken is het net of ze lachen J. De aantallen dieren zijn hier niet groot. En wat verder op in het park zien we helemaal geen dieren meer. Op onze andere routes blijkt dat de meeste dieren toch bij de rivier te vinden zijn. Verder lijkt het park wel leeg te zijn. De dieren worden al 3 maanden bijgevoerd. Er liggen ook nog wat dode olifanten die door de gieren en de maraboe storks van hun vlees worden ontdaan. In een modderpoel spartelen nog een paar vissen die prooi worden van de apen. Maar tot onze schrik schiet daar ook een grote krokodillen bek  open en daar verdwijnt een aap in !!!
    Modder aap!

Wel zien we een roedel wilde honden die aan het ravotten zijn in een water/modder plas. Er zijn er wel 13. Verder geen leeuw, cheetah of luipaard gezien of gehoord. Op de camping krijgen we bezoek van een paar olifanten, black jackal, hyena, zebra, impala’s, elanden en de apen houden ons bezig. De deur een moment opengelaten en hup daar worden even heel snel twee appels uit de mand gevist en gauw met de buit in de boom.



Op weg naar de uitgang gaan we nog even bij de rivier monding kijken of de wilde honden er nog zijn en zowaar ze rennen al weer rond. Prachtig gezicht. Onderweg  weer een paar parelhoenders en 2 keer een olifant die oversteekt. Het is te hopen dat er snel regen komt voor het park anders blijven er niet veel dieren over en is het een dood park. Het bijvoeren wordt gedaan door al diegenen die prive lodge’s hebben in het park. Dat zijn de mensen die nog geld verdienen met hun luxe lodge’s en toers. Als we de afslag naar Kariba nemen zitten we weer op een weg met bijna geen verkeer en een mooi heuvelachtig gebied. Door de bergen zitten we weer wat hoger en is de temperatuur weer fijner. Maar dit veranderd zodra we afdalen naar het meer Kariba. We staan op de laatste camping in Zimbabwe. Het Lomagundi Camp met restaurant en zwembad. En een paar gasten in de chalets. Hier weer wat klusjes en de was gedaan. En maar 2 dagen met het been omhoog zitten. Het is vanuit de knieholte naar het kuit gezakt en alles is opgezet. 


Zimbabwe is ooit een prachtig land geweest. Het heeft nog de nodige leuke dingen maar alles is stil blijven staan. De regering heeft het land leeg geroofd en aan z’n lot overgelaten. Er wonen nog maar de helft +/- 6 miljoen zimbabwanen in eigen land waarvan er nog velen gewoon honger hebben. En zeker niet de dure artikelen in de supermarkt kunnen betalen. De rest heeft z’n heil in een andere land gezocht.. Het is te hopen dat de nieuwe president het beter gaat doen. De politie controles zijn niet meer corrupt dat is al heel wat. Overal jonge politieagenten aan het werk. De wegen zijn ook nog wel redelijk intact en er worden nieuwe wegen aangelegd. Maar ook hier hebben de chinezen hun intrede gedaan. Maar al met al hebben we toch wel genoten van Zimbabwe en hun super vriendelijke mensen.
Morgen gaan we naar Zambia.