zaterdag 2 februari 2019

Botswana, Maun. 2 februari 2019




Na ons heerlijke verblijf bij de River Dance lodge zijn we verder gereisd door de Caprivi strip van Namibie.  We hebben de Popa falls bekeken, dit stelde niet zo veel voor maar de omgeving was weer mooi groen.
Na een overnachting in Ngeti Camp, aan de rivier de Okavango, waar ze grappige douches en toiletten hebben doen we een paar rondjes door het Mahonga Park.  De meeste dieren zien we in de omgeving van de rivier, zebra’s, impala’s, 2 giraffen, zwijntjes, hartebeest, duiker, diverse vogels en hypo’s in het water.
Bij een waterplas zien we olifanten.  Het is een bijna rechte weg die door de Caprivi strip loopt naar het Mudumo NP. De toe rit naar camp 3 aan de Kwando rivier gaat door een aantal grote modderplassen en die worden dezelfde dag nog wat aangevuld.
Het is een behoorlijke regen en onweersbui.  Een ritje door het park levert een beschadigd kastje op, een stronkje wat schuil gaat in de bladeren ontwricht het geheel. Ook komen er olifanten aangerend om hun jong te redden van het grote witte monster dat daar rondrijd. De water en modderplassen zijn soms behoorlijk diep en glibberig. Ook hier leven zwijntjes, impala’s, olifanten hebben we hypo’s voor de deur, een krokodil op de oever en een boom vol afrikaanse open bek ooievaars.
Camp 3 is een prachtige plek. We komen langs kleine dorpjes waar de hutjes afgeschermd zijn met ronde schuttingen van rieten matten. Overal op het land zijn ze bezig met ploegen. Het gaat hier nog ouderwets met 4 koeien voor de ploeg en minimaal 2 mannen achter de ploeg.
De mensen zijn erg vriendelijk, groeten en zwaaien als je voor bij komt. In Katima Mulio moeten we nog wat boodschappen halen en tot onze verrassing zijn hier maar liefst 4 supermarkten die echt alles te koop hebben. We vervolgen onze weg naar Salambala camping, er is niet veel verkeer hier. Hier en daar hangt een geslachte koe langs de  kant van de weg maar dat is het enige wat aangeboden wordt. Ook de toe rit naar de camping is behoorlijk nat en modderig maar in de 4x4 komen we er gemakkelijk doorheen. De camping zelf valt wat tegen, mooie plekken maar het sanitair ziet er niet uit. En ook al hebben we vandaag weer een dikke regenbui de Salambala Pan staat droog en zijn er geen dieren op Gifty het duikertje na dat daar altijd rondloopt en eten krijgt.
Ook weinig vogels, een specht en een paar neushoornvogels. Een tochtje door het achterland naar Muako waar je uitzicht hebt op de punt van het Liambezi meer waar veel soorten vogels zijn. Net voor de grens met Botswana slaan we af naar Chobe River camp. Het ligt aan de Chobe rivier tegenover het Chobe NP. De weg er naar toe is bar en bar slecht, door de regenval zijn het overal modder en watergaten en soms de sporen zo diep dat er al een pad langs is gemaakt. Maar de plek is fantastisch. We krijgen weer een mooi plekje aan de Chobe rivier.
De ijsvogels zitten in het riet, de wevers zijn druk met hun nesten, de reigers staan te vissen en de Afrikaanse openbek ooievaar haalt de schelpdieren uit het water. Aan de overkant is het een komen en gaan van giraffen, waterbokken, impala’s, buffels en apen en heel veel olifanten. De volgende morgen komen ook Marco en Yvonne aan.
Een Nederlands stel wat ook al veel heeft gereisd. Zij komen net uit Botswana, er worden weer veel verhalen verteld en informatie uitgewisseld. Het is zo gezellig dat we nog een nachtje blijven en maken de volgende dag een wandeling rond de lodge waar we diverse vogels zien en bij terugkomst lekker opfrissen in het zwembadje.

Dan is het tijd om Namibie te verlaten. Voor ons gevoel is het al geen Namibie meer, de omgeving is compleet anders dan we gewend zijn van het land. Het gevolg van een ooit vreemde verdeling van het land.              Bij Ngoma bridge gaan we de grens over naar Botswana. Na het nodige papierwerk en betalen voor de gereden kilometers kunnen we verder, wel moeten we nog door een ontsmettingsbad rijden, en onze schoenen in een ontsmettingsmiddel dopen. Ook worden we gecheckt op rauw vlees, groente en fruit. Dat mag het land niet in. Onderweg zullen we ook regelmatig van deze controles tegen komen. In het land zijn diverse “veterinaire fences”, waar geen rauw vlees en dergelijke door heen mag. Soms zijn zelfs eieren en verse melk taboe. Een heel gedoe.... De transit rit door het Chobe NP levert 1 olifant op, verder zien we niets. De beesten zijn allemaal al bij de rivier of terug het bos in. In Kasane parkeren we de truck op plaats 13 van de Chobe Safari Lodge en camp. Hier passen we precies op en hebben weer uitzicht op de rivier. Het is hier een komen en gaan van bootjes die tochtjes op de rivier maken.



We horen de hypo’s  en af en toe krijgen we er 1 te zien. Aan de oever zien we overal olifanten en in het open veld zijn de hypo’s aan het grazen. Op de camping lopen bosbokjes en varkentjes rond en een paar heel mooie katten. Ook in het dorp lopen de wrattenzwijntjes rond als we op zoek gaan naar een bedrijfje waar we een boottochtje kunnen boeken. En wat hebben we een prachtige boottocht. Overal olifanten, buffels, apen, veel watervogels en we scheren midden tussen de vele hypo’s door. De visarend is ook luidruchtig aanwezig. Kortom geweldig!!! 
 We gaan nog even bij de spar langs en dan toeren we verder via de huntersroad. Een grenspad tussen Zimbabwe en Botswana. In het eerste stuk zien we nog wat wild maar al snel is het over met de pret. De bosjes zijn afwisselend open en meer dichtgegroeid. Hoge en lage struikjes. Bij olifantspond gaan we lunchen maar op een paar vogels na is het hier ook leeg. Over de verharde weg gaan we verder naar Gary’s waterhole wat via een zandpad te bereiken is. Hier staat nog genoeg water maar er komt niemand drinken, waarschijnlijk zijn er al voldoende poeltjes gevormd in de bossen door de regenbuien. Er zwemmen een  paar eendjes en een jonge Bateleur staat aan de rand van het water. We horen wel wat wrattenzwijntjes maar ze blijven verborgen in het groen.  Het is ondertussen al weer behoorlijk bewolkt en even later komt de wind en de regenbui. Daarna kan Arend het kampvuur weer aansteken en kunnen we nog even buiten zitten. 
 Als we de volgende dag terug rijden via het zandpad staan hier voldoende pootafdrukken van impala’s en leeuwen over onze bandensporen. Ze hebben de waterpoel niet meer nodig.  We steken de verharde weg over om weer op de hunterroad te komen. Het heeft ook hier geregend en de grond is hier en daar wat “snotterig”, en er staan weer aardige modderpoelen.
Bij een doorwading van een droge rivier heeft de truck wat hulp nodig van de 4x4 om bij de gladde natte wand omhoog te komen. Maar het lukt prima. Verderop is het droger maar het pad wordt wel smaller en we moeten wat tussen de takken door laveren. We zien een paar elanden, zebra’s en een paar wrattenzwijntjes. Behalve neushoornvogels zijn er niet veel vogels te zien of te horen. 1 Giraf  duikt weg achter de bosjes zodra we in het zicht komen. Via een brandgang gaan we terug naar de verharde weg. Er zijn een paar goed belopen paden en oversteekplaatsen waar we  pootafdrukken van olifanten en andere dieren zien, maar de olifanten die we zien staan allemaal te liften ;-))) in de bermen van de B33. De B33 is de drukste weg tot nu toe en dan vooral met vrachtwagens. Net voordat we Elephant Sands camp bereiken hebben we weer een “Vet fence”  Hier moeten alle schoenen weer ontsmet worden en krijgen we de vraag of we vlees in de koelkast hebben? Nee niet in de koelkast....... Met de truck nog door een ontsmettingsbak rijden en klaar zijn we.
Als we op Elephant Sands arriveren zien we daar mensen uitbundig zwaaien en zien we een bekende truck. Ruth en Jurgen zijn net een paar uur eerder aangekomen. Weer een leuk weerzien. Aan het eind van de middag komen er grote kuddes olifanten drinken en badderen.



Het is een vrouwengroep met  kinderen in alle leeftijden. Om beurten gaan de families drinken en badderen. Het is een pracht! S’avonds heerlijk gegeten in het restaurant.  De olifanten mannetjes zijn de volgende dag aan de beurt. Deze komen alleen aanlopen. In de ochtend is het nog rustig maar het loopt af en aan gedurende middag, avond en zelfs in de nacht. Vanaf het zwembad hebben we een mooi uitzicht op hun activiteiten. De rit naar Nata lodge is maar 70 km dus we doen het heel kalm aan. Ook nu staan er een paar olifanten langs de kant van de weg. Een enkeling gaat snel een stukje verder van de weg staan maar de meeste olifanten gaan rustig door met eten. Nata lodge heeft ook weer een mooie camping en een zwembadje. Toch wel erg fijn bij 35 graden in de middag.  In Nata lodge vragen we of het mogelijk is om een eiland in de pannen  te bezoeken met de trucks .
We krijgen een telefoon nummer van de camping daar maar men verteld dat ze dicht zijn en het is dus niet mogelijk. Bij Gweta-lodge vragen we nog een keer naar een andere plaats dicht bij de pannen maar het is toch wat te riskant. De weg is smal en je hoeft er maar net naast te zitten of je kunt tot de assen wegzakken in de modder. Toch maar niet gedaan. Na nog een wildkamp bij de rivier Boteli en langs een gravelpad  komen we aan in Maun waar we kamperen bij het Sedia Riverside Hotel en camping aan de Thamalakane rivier. We reizen nu even samen met Ruth en Jurgen want we willen kijken of we samen niet een Fly-In safari kunnen boeken in de Okavanga Delta voor een redelijke prijs. Het is regenseizoen en er zijn dus niet veel vakantiegangers meer.   EEnnnnnnnn het is gelukt.  Als het vliegtuig  gaat dan gaan we morgen 3 februari op safari in de Okavanga Delta.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten