woensdag 18 april 2018

Pretoria, 15 april. Zuid-Afrika.
Het verhaal gaat verder in Keetmanshoop  in Namibië.  Hier onze voorraden weer aangevuld en het vorige verhaal de lucht in geblazen. Als dit gelukt is gaan we naar Garas Park restcamp. Dit ligt 20 km boven Keetmanshoop midden tussen de kokerbomen. De truck parkeren we naast Dikke Willem, een kokerboom van 500 jaar oud en een prachtig exemplaar. Deze bomen groeien alleen op lavagesteente. We maken een wandeling door het kokerbos en zien een prachige zonsondergang.
De volgende dag vroeg op en hebben  net geen aanvaring met 2 kudu’s die met een noodgang de wegoversteken, 1 net voor de truck langs en nummer 2 kon nog net afbuigen en een botsing voorkomen. Pffff. Verder naar Mata-Mata, de grensovergang naar Zuid-Afrika, het Kgalagadi Transfrontier Park. De lavarotsen maken plaats voor vlak land met stoppels en dan weer de heuvels in  waar we echt heuvel op en heuvel af gaan. Het is hier veel groener en er staan bomen in het rode zand. Paarden, koeien, schapen, geiten en springbokken lopen hier los op de weg. Bij Camp Sitsas overnachten we. Leuke rustige plek net voor de grens. Kunnen morgen dan gelijk om 8 uur voor de poort staan. Op 24/3 gaan we echt Namibië uit maar worden we nog niet ingestempeld in Zuid-Afrika, dat kan pas als je het park weer uitgaat. We hebben heel erg genoten van Namibië. Het carnet wordt ook gestempeld en we moeten nog wat wegenbelasting betalen.  Voor we door de poort mogen eerst het braaihout inleveren want stel je voor dat daar verkeerde beestjes inzitten........ In Mata-mata campsite kopen we eerst een wildcard waarmee je dan gratis in allerlei parken kunt komen. Je hoeft dan alleen je overnachtingen te betalen. Om dit park in te komen moet je wel 2 boekingen hebben op één van de kampeerplekken. We krijgen een kaart van het park met de permit en dan beginnen we aan onze eerste “wilddrive” langs diverse drinkplaatsen voor de dieren.







Wat zijn we tegengekomen: oryx, wildebeest, springbok, giraffen, rood hartebeest, struisvogels, secretarisvogel, roofvogels, jakhals, de shaft tailed whydah en heel veel duiven. Terug in het kamp zijn daar de grondeekhoorns, stokstaartje en de gele mongoose die rond rennen.  Half 7 de volgende dag gaan we weer door de poort en weer uitkijken naar mooie beestjes. Er staan een paar auto’s stil langs de kant die naar de bergen verderop kijken en ja hoor daar zien we zowaar 4 cheeta’s achterelkaar aanwandelen en ze komen onze kant op.  Prachtig! Het is voor het eerst dat we deze mooie beesten zien. De Kori-bustard komt hier ook voor en er wandelen nu ook struisvogels rond. We komen Fanny en Peter tegen die onderweg zijn naar het kamp en vertellen dat er een leeuw ligt bij Montrose waterhole. En daar ligt hij nog uitgebreid te eten van een springbok. Na een poos gaat hij toch nog aan de wandel richting waterbak waar de gaatjes met water gevuld worden. Op de terugweg naar het kamp zien we weer heel veel giraffen totaal wel ongeveer 40 gezien en een klein schildpadje. Onze belgische buren hebben een plekje voor ons vrij gehouden. Gezellig en ze hebben ook nog wat nuttige informatie voor ons. Vroeg naar bed en vroeg weer op. Dan zijn de dieren nog actief en kunnen wij ze eerder ontdekken. Tot aan de picknick plaats zien we nog twee leeuwen, één ligt langs de kant van de weg te brullen. Men zegt dat hij z’n broers zo laat weten waar hij is. Dan gaat hij aan de wandel over het pad en brult af en toe luid. Uiteindelijk gaat hij de rivierbedding in en na een laatste brul gaat hij liggen slapen. Wij weer verder naar het volgende waterdrinkplaats waar we nog een leeuwin op de rand van de rivierbedding zien lopen maar die verdwijnt daarna uit zicht.
Bij de picknick plaats nemen we afscheid van Fanny en Peter want wij gaan verder richting Nossob. Het zandpad loopt door de begroeide duinen maar er is op een enkele springbok na geen wild te bekennen. In Nossob hebben we een mooie plekje en als hun computersysteem weer werkt blijkt dat we nog een nacht kunnen bijboeken. Mooi. Op ons namiddag toertje zien we een leeuw en een leeuwin. Verder niet zo heel veel wild hier. Op het kamp komen 3 jakhalsen langs. Waarschijnlijk al aan mensen  en dat deze wel eens iets laten liggen gewend. Ook zitten hier white-browed weavers. Ook de volgende dag hebben we geluk, eerst een bruine hyena en dan nog een leeuwin met jong te zien en twee volwassen mannetjes.  Er zijn ook springbokjes, oryx en wilde beesten maar met kleine aantallen. Wel hebben we hier heel veel vogels, de red-neck Falkon, pale chanting Goshawk, Lannervalk, greater Kestrel, de Bateleur, gele kanarie, shaft tailed Whydah, red headed vink en 2 muizen die over de weg rennen. Vandaag gaan we naar Twee rivieren en hopen dat we daar nog een paar dagen kunnen staan maar dit blijkt ijdele hoop, alles zit volgeboekt in Zuid-Afrikaanse kant en in Botswana kunnen ze geen verbinding krijgen met hoofdkantoor..... Jammer maar ja net de pech dat de Afrikaners herfstvakantie hebben.  Onderweg nog een Jakhals met buit gezien en een Leaperd  schildpad. Dan het park maar uit en in stempelen in Zuid-Afrika. Tot volgend jaar dan maar. We overnachten in Kalahari Lodge Camp. Het is dik bewolkt als we onze weg vervolgen naar Hotazel, zien nog een paar springbokjes en struisvogels als toetje. De asfaltweg houdt weer op als we de rode duinen route naar Zijlrus nemen. Aan deze route liggen verschillend wild boerderijen en ook de lodges zijn goed vertegenwoordigt. Hier zien we de lappet- faced gier. In Zijlrus kunnen we een telefoon/internet kaart kopen bij de winkel van sinkel en we worden gewaarschuwd om vooral niet te stoppen in Kuruman. Slechte stad. Hier is ook weer een asfalt weg. We overnachten in de buurt van Hotazel waar de mijnactiviteiten al beginnen. In deze mijn wordt magnesium gewonnen. Hier hebben we voor het eerst weer eens een dikke regenbui en de lucht blijft maar wat grijs  Ook de volgende dag is het grijs en past dit wel aardig bij de stad Kuruman waar we doorheen rijden. Het is een vreselijke plek, overal afval, mensen die in vodden lopen en mager als een lat zijn, het is hier armoe troef. Er staat zelfs op een lantaarnpaal aangeplakt dat deze regio een verhoogd risico heeft op criminaliteit!  Triest.  Maar verder naar Daniëlskuil waar je wel kunt stoppen om geld te pinnen en een spar supermarkt is voor de boodschappen. We gaan verder op een gravelweg naar Camble waar nog een oud kerkje staat uit 1830, behoorlijk verwaarloosd.
Maar dit is ook weer niet een rijke buurt. Het volgende dorpje is Douglas, een leuk dorpje met mooie huisjes en overal groen. Rondom het dorp is allemaal landbouw aktiviteiten waarbij moderne apparatuur wordt gebruikt. De boeren hebben hier hele grote landerijen waar ze wild  houden voor consumptie. Het gaat meestal om springbok, kudu en oryx. Bij het Park Mokala kunnen we ook niet terecht, alles ook vol. Maar 3 km voor de Lilydale Gate van het park woont boer Albert Vorster 72 jaar met z’n vrouw Erna en hij heeft een eco campsite de wc is een plastic ton en de douche is een emmer water die je in de boom kunt hangen. Het water moet je uit een plas achter een dam halen.
  We hebben een prachtige plek met uitzicht op het water  achter de dam. Hij had al een poosje geen kampeerders gehad in verband met de droogte en de kampeerplek was een beetje verwaarloosd. Het bedrijf heet Eureka. De kampeerplek ligt 4 km van hun huis en je hebt een heel park voor jezelf. Het bedrijf is 4000 hectare,  hij houd koeien en paarden en heeft ook nog wild lopen waar op gejaagd mag worden.

In de plas komen lepelaars fourageren en er zitten kleine futen en egyptische ganzen met jongen en er vliegen allerlei vogels rond. We maken een paar wandelingen op het terrein, op zaterdag mogen we alleen richting het koppie lopen want dan waren er jagers aktief. Ze wilden zwijntjes schieten. Gelukkig is dit mislukt.
Verder eten, drinken en relaxen we wat in deze prachtige natuur. We rijden een rondje met Albert in z’n bakkie over zijn terrein en zien kudu, springbok, duiker en blesbok. Ook zijn er Kori bustard, korhaan, en een heel oud zwijntje die de jagers te slim af is geweest
Bij de buren zien we Nyala’s lopen.  In de middag gaat hij met ons naar het park waar we ook nog hartebeest, wildebeest, steenbok, oryx, tsessebe en ja wel zeker 4 neushoorns zien. De Afrikaanse Buffelo laat zich niet zien. Weer op de kampeerplek zitten de blau-apies op ons te wachten maar verdwijnen alweer snel het bos in. Als het bijna donker is staan er steenbokjes in de waterplas tussen het gras/riet achtige planten.
Het is hier zo heerlijk dat we besluiten nog maar een dag te blijven. Het weer ziet er weer wat beter uit, de zon is terug na een paar dagen geregeld achter de wolken te zijn verdwenen.  Op de motor naar een tweede waterdam, die mooi tussen de rotsen ligt. Hier komt het vee drinken en vliegen de vogels af en aan. Onderweg nog een paar blesbokken, zwijntjes en een schildpad.  Nog 1 nacht in ons prachtige “prive” park waar we 18 soorten vogels hebben gezien en dan moeten we toch maar weer eens verder. Op zich zou het hier heerlijk wonen zijn. 
 We doen nog een rondje in het park met de truck, de neushoorns krijgen we niet te zien. Als we hier en daar eens vragen zijn er mensen die 11 neushoorns gezien hebben....... Wel komen we een paar buffelo’s tegen, giraffen en tsessebe.



Het park is gevarieerd begroeid, dan weer heel open met hier en daar een struik en veel gras, dan weer dicht begroeid met doornige struiken, de kameeldoorn struik en boom. Aan het eind van het park zien we een grote groep buffelo’s.
We stoppen nog even om het museumpje te bekijken. Het is ondertussen gaan regenen en de dieren zitten allemaal verscholen onder de bomen of in het gras. Dan maar verder naar de stad Kimberley. De camping bij de “Big Hole” is niet meer in bedrijf en we wijken uit naar de open-mine caravan park bij de Beersmijn.
Het ziet er hier goed uit. De volgende dag toen we een toertje door de Big Hole. Een krater van een vulkaan waarin in de diepste lagen diamanten zitten tussen de lavasteen. We krijgen een rondleiding over hoe de diamantwinning in z’n werk gaat. Gaan met de lift 200 meter de grond in.......horen alleen geluid maar gaan 1 verdieping naar beneden. 
 Zien hoe de mijnwerkers de tot ontploffing gebrachte gesteente naar boven moet transporteren en hoe het klinkt als er een explosie is en de rotsblokken naar beneden komen.


Ook is er een expositie van de gevonden diamanten, en hoe ze zijn geslepen. Leuke rondleiding. Bij de Big Hole is nog een gedeelte van het mijnwerkerskamp/dorp te zien. Het cafe waar het gewonnen geld weer omgezet werd in drank, de werkplaatsen, In een huishoudwinkel ligt zelfs nog porselein uit de Meissen fabriek uit Noord-Duitsland.

Even een lunch bij little Pakistan en dan gaan we maar weer terug naar ons plekje op de camping. We bekijken het Mc Gregorhouse, gebouwd in 1897
, is een school, een kliniek en als laatste een hotel geweest en we nemen nog een kijkje bij het treinstation museum  voordat we doorgaan naar het Wannebaai Vogelbeschermings gebied.  Het is verbonden met de Vaalrivier en huisvest verschillende eendensoorten, meerkoet en ook de rode bisshop vliegt hier rond. We vinden de stekels van een Porcupine. Vanaf Warrenton loopt de weg door landbouwgebied, pecan notenbomen, zonnebloemen en maisvelden . Het einde van de velden kun je niet zien. Immens grote percelen. We houden halt bij de Barbesrpan, een waterplas wat half een recreatiegebied en half park is. Er zitten heel veel meerkoeten maar ook glossy Ibis, common moorhen en de Afrikaanse swamphen. In de avond komt de lepelaar ook nog langs.                   Morgen gaan we naar Botswana, we willen volgend jaar graag weer door de Kgalagadi rijden maar dan aan de kant van Botswana. Telefoon en email met DWNP (Departement of Wildlife en National Parks) waar je de reserveringen moet maken voor de kampeer plekken in dit gebied, is bar slecht. We zijn nu vlakbij Botswana en kunnen dan dit op het kantoor in Gabarone regelen. Voordat we daar naar toe gaan moeten we nog een overnachting zien te vinden. Het wordt een bushcamp want we passen niet op de campsite’s van het Mokolodi Park. Maandag 9 april gaan we eerst opzoek naar het toeristen bureau dat ondertussen al weer 2 keer verhuisd is, kunnen geld pinnen en een telefoonkaart kopen en hopen dat die het volgend jaar nog doet
J. Bij het DWNP kunnen we 9 nachten in de kampen regelen, de man achter de bali is erg behulpzaam. Het rondje komt er wel wat anders uit te zien dan we in gedachten hadden want sommige campsite’s zitten al weer vol...... Tussen deze dagen komen nog 5 dagen op de Zuid-Afrikaanse kant en dan hebben we mooi een 14 daags tripje in de Kgalagadi. Nog even bij de Riverside Shoppingmall gekeken en gegeten, de tank weer gevuld met diesel die hier net weer wat goedkoper is en dan maar weer terug naar Zuid-Afrika. Gabarone is wel een leuke stad. Mooi ruim opgezet en het verkeer is rustig. We toeren weer over gravel wegen richting Molatedi dam waar we maar weer in de bush willen overnachten. Maar de rangers van het Madikwe Park denken daar anders over, want misschien zijn we wel stropers. Even een praatje en dan brengen ze ons naar een plek waar we wel mogen overnachten. Het is een oude Lodge waar nu een herder in woont en iemand die de boel daar wat moet opknappen. We mogen naar het water lopen maar er is niet veel te zien. Er is een hevige regenbui geweest en alle dieren hebben een goed heenkomen gezocht. In het water zien we wel 4 Hypo’s drijven.  Zien nog een nieuwe vogelsoort, de prachtige Crested Barbet.  Op onze weg naar het Pilanesberg National Parc hebben we vaak gezelschap van de grey-go-away vogels (turaco), die altijd veel lawaai hebben. Via gravel en goede asfalt wegen komen we in de middag aan bij het Mayana camp/resort en vinden een mooie plek op camp 75. Het is al goed te merken dat het hier herfst wordt, er komt bijna elke dag wel bewolking opzetten wat weer een regenbui oplevert wat fijn is voor de mensen hier die naar water smachten. Er schijnt zelfs in Namibië weer water te lopen in rivieren die al jaren droog staan. De temperatuur is ook aardig gedaald overdag nog tussen 20-25, in de nacht daalt dit naar 15 graden.                                                      11 April,  6 uur opstaan en dat op Arend zijn verjaardag, bakje koffie en dan op zoek naar de dieren in het park.




Het eerste stuk is er niets te zien maar we rijden dan nog dicht langs het hek en hebben nog zicht op de dorpen die rondom de berg liggen. Er ligt hier en daar wel wat verse olifantenpoep die moeten hier dus wel ergens rondlopen, ze zijn ook heel goed in het opgaan in de begroeiing. Maar dan plotseling als we een bocht omkomen staan we bijna oog in oog met een dikke bul. Hij heeft ook een behoorlijk slecht humeur......? begint te wapperen met z’n oren, trompettert en begint op ons af te lopen. ..... OEI OEI wat een boosheid. Maar in de achteruit, maar ja dat gaat ook niet zo snel en al gauw zitten we meer in de struiken dan op de weg. Dan maar stil staan, moter af en afwachten maar. Achteruitrijden had niet het gewenste effect. De bul blijft komen. Hij swingt met gekruiste poten heen en weer en is dus nog steeds niet blij met ons. Als alles stil is blijft hij staan maar blijft naar ons kijken en dan langzaam komt hij dichterbij.... Er loopt vocht over z’n gezicht en er loopt urine over z’n achterpoten. Wat gaat hij doen..........Hij snuffelt wat voor aan de truck, bekijkt het hier en daar en dan heel langzaam schuift hij eindelijk de bosjes naast de weg weer in en gaat daar staan te eten. Als we denken dat hij vergenoeg weg is start Arend en rijden we heel snel weg. Dit maakt hem weer heel boos , draait zich weer om en het getrompetter blijft ons nog even achtervolgen.
Gelukkig blijft het daarbij en komt hij ons niet achterna. Het bleek een heel hitsige bul te zijn die geen competitie duldde. En wij gingen wel richting de kudde die we even later in de bosjes zien staan en die rustig staan te eten. PFFF wel even zweten! Had net daarvoor nog gezegd dat het wel leuk zou zijn om nog wat olifanten te zien.. maar deze hopen we niet nog eens tegen komen.  We rijden wat meer het park in en langzamerhand komen alle dieren weer voorbij, er zijn hier ook nijlpaarden en impala’s. Onder een boom zien we een Cheeta zitten met een jong naast zich in het gras. Wow! Het landschap is weer mooi gevarieerd. Van dicht struikgewas naar meer open gebied met gras. Het gras is wel hoog, je ziet de dieren niet zo gemakkelijk meer lopen. Door valleien  en over de bergen.  Net voor een hevige regen en onweersbui zien we een neushoorn lopen in de vallei maar na de bui is die is onvindbaar. Ligt waarschijnlijk ergens verscholen tussen de bomen net als de wildebeesten, impala’s en de zebra’s die in groepjes bij elkaar onder de bomen staan. We rijden weer richting het kamp en bij het laatste rondje liggen er 5 leeuwen naast de struikjes en in het gras. Prachtig.  Net voor het kamp komen er ook nog 2 white neushoorns tevoorschijn.




Alle dieren gezien vandaag op het luipaard na. Arend z’n verjaardag met een etentje gevierd in het parkrestaurant. Lekker.  Ook de volgende dag is het zwaar bewolkt bij maar 20 graden. Hhmm. In het park zien we in totaal die dag 12 neushoorns. In bijna alle waterplassen liggen wel nijlpaarden, de tsessebe doet vandaag ook mee en we zien veel meer vogels , black schouldered Kite, violet-eared waxbill, white breasted cormorant en african sacred ibis. Weer een prachtige dierendag. 

Morgen 13/4 op weg naar Pretoria.    

                                                                      Veel leesplezier ! 

donderdag 22 maart 2018

Keetmanshoop 22 maart.

Na een onderbreking van ongeveer 5 weken waarin we afscheid hebben genomen van mijn moeder, zijn we nu weer onderweg in Namibië.

Het was alweer een heel avontuur om in Namibië te komen. De treinreis naar Schiphol had al heel wat voeten in de aarde. De overstap in Leeuwarden is normaal maar in Zwolle moesten we met de bus naar Kampen, hier weer in de trein naar Lelystad en daar overstappen op de intercity naar Schiphol..... 3 uur onderweg. Op Schiphol bij het inschecken krijgen we Gate B20 inplaats van B16. Ok gate wijzigingen gebeuren wel vaker. Maar als we bij B20 zijn is er geen bestemming Frankfurt op de borden.... Maar terug naar de hal en op het grote bord kijken waar we dan  naar toe moeten. Halverwege zien we een info/service balie en we vragen daar maar hoe het zit. Hier krijgen we te horen dat de vlucht niet door gaat vanwege sneeuwval.
Shit nog aan toe. En ze kan ons ook nergens mee helpen. Ga maar met de trein zegt de KLM medewerkster. En onze overstap en bagage? Vraag maar bij Transfere 2. Hier staan al rijen mensen waarvan de vlucht ook niet gaat. Als we aan de beurt zijn verteld een meneer ons wat te doen, overboeken op een vlucht van morgen. We vertellen hem dat we een aansluitende vlucht hebben naar Namibië. We kunnen de vlucht naar Frankfurt met Lufthansa nog proberen, misschien was daar plaats. Hun balie is ook bij de B gate’s. Zodra we wat blauwe pakjes zien  leggen we uit wat er aan de hand is en vragen we of er nog plaatsen vrij zijn bij de Lufthansa vlucht omdat onze vlucht met de KLM niet doorgaat. De baliemedewerkster snapt er niets van.  Dit blijkt KLM te zijn en als ze onze namen invoert komen we zo te voorschijn, de vlucht gaat gewoon door vanaf B16......... met een half uur vertraging.   3 Minuten later kunnen we boarden en zijn we toch nog op weg naar Frankfurt en als we daar landen zien we alleen maar groen de sneeuwval was waarschijnlijk ergens anders... Wat stroom/computerstoringen en onkundige KLM medewerkers al niet kunnen doen.

 Als we de volgende ochtend landen staat de chauffeur van Trans Kalahari Iin al op ons te wachten en een half uur later zijn we op de camping. De truck staat al klaar. Wat een service! We ruimen de tassen leeg voor zover mogelijk, tanken water en dan naar Windhoek waar we eerst even shoppen bij de SuperSpar in Maerua Mall. We blijven nog een nacht op Urban Camp om alle nodigen mailtjes nog te versturen en alles reisvaardig te maken en vertrekken dan naar Spitzkoppen via de C28 en C 32.
In het eerste gedeelte van de route zijn er al grote stukken land groener geworden, bomen in blad en bloei en ook tapijten van geel bloeiende bodembedekkers en het geurt hier en daar heerlijk. Hoe dichter we richting de kust gaan hoe droger het weer wordt. We overnachten aan de C32 tussen grote rotspartijen van de  Wittewaterbergen en hebben dan een dikdik’s gezien, koeien, paarden en geiten en 3 groepen apen. Grote stukken land zijn afgerasterd en is van boeren waar vaak maar weinig vee op loopt want er valt ook niet veel te eten op dit land. Hier en daar zien we nog eens een dikdik springen maar verder zijn hier geen beesten meer.  Om bij Spitzkoppen te komen moeten we nog een stukje B2 (hoofdweg Windhoek/ Swakopmund) rijden maar omdat het zondag is hebben we weinig hinder van verkeer. Op de camping parkeren we op campsite 12 en hebben een prachtig uitzicht over de vlakte tussen de bergen door.
Er zijn wel aardig wat vogels, een bakje water en wat brood kruimels en het feest kan beginnen. De African red-eyed bulbul, mountain wheatear, pale winged starling en de cape bunting komen geregeld langs. De volgende ochtend rijden we eerst nog een rondje om Spitzkoppen voordat we naar Swakopmund gaan.  Prachtige vergezichten over de vlakten en natuurlijk op Spitzkoppen zelf.  Er zijn een paar dikdik’s die zich snel uit de voeten maken. Mooi gezicht. De weg B2 naar Swakopmund is niet veel bijzonders, kaal en er is veel mijnbouw. In Swakopmund staan we op een parkeerstrook langs het strand met uitzicht op zee. We zoeken een lasser omdat het dakrek op de cabine  wel wat extra steunen kan gebruiken. De steunen zijn al in Nederland gemaakt maar moeten er nog wel aan gelast worden. Hier kunnen we de volgende dag om  8 uur al terecht en een half uur later zitten ze vast.  Het weer is hier wat beter dan bij ons vorige bezoek. s’Morgens nog wel bewolkt maar het klaart sneller op en het blijft dan ook de hele dag zonnig bij een temperatuur van ongeveer 22 graden. Dan op naar Walvisbaai waar er iemand gezocht wordt om de banden uit te lijnen.
Hij stuurt niet zo prettig meer. Ook hier een afspraak voor de volgende dag 8 uur.


We parkeren in Walvisbaai ook op een parkeerterrein aan zee bij het Flamingo uitzichtpunt. Er staan heel wat grote en kleine flamingo’s samen met de grote witte pelikanen te fourageren. Als de vloed weer opkomt vertrekken de meeste flamingo’s naar de overkant van de baai om bij eb weer terug te keren. Prachtig.  Om 8 uur staan we bij de bandenboer en om half 9 komt de monteur met zijn rijdende uitlijn apparatuur. 10 uur is de klus geklaard nadat er heel wat geslagen en gemept is op om de stuurkogel los te krijgen.
Dan nemen we de C14 naar ons volgende overnachtingsplaats bij The Grotto. Tot aan de Kuiseb Pass is het een vrij saaie, kale weg met veel mijnbouw activiteiten. Maar de Pas zelf is geweldig mooi.  Onderin een ravijntje ligt de grot waar we naast parkeren en uitzicht hebben op de ons omringende bergen.  De verdere route door de Guab Pas naar Sossusvlei is heel mooi, aan beide zijden worden we omringd door bergen van verschillend formaat. Op deze route is er ook meer verkeer en moeten we geregeld snel de ramen dicht draaien anders worden we bedolven onder stevige stofwolken die iedereen hier opwerpt. 

In de “plaats” Solitaire  die bestaat uit een bakkerij, benzinepomp en een camping, hebben we de solitairburger gegeten en de lekkere appeltaart ingeslagen voorbij de koffie.
We komen nog een paar struisvogels, springbokjes en oryx tegen. Ons bushcamp is onder een prachtige sterrenhemel.
De melkweg ligt precies boven ons.  De weg naar Sesriem is ook weer een pracht. De kwaliteit van de wegen gaat van heel goed  tot uit elkaar hobbelen en alles er tussen in. Er moest al weer eens een kastje gerepareerd worden omdat de schroeven los gerammeld waren. Op de Sesriem campsite hebben we een mooie plek met schaduw van een grote boom en een wateraansluiting die wat lekt. Dit vinden de sociable wevers prachtig en komen ze allemaal wat drinken. Ze hebben samen een heel groot nest in een boom even verderop.
We brengen een bezoek aan de Sesriem Canyon en aan het eind van de dag rijden we de 60 km naar de deadvlei. Maar daar aangekomen is de shuttle dienst al naar huis en verkennen we de duinen voor de ingang van de sossusvlei. De truck mag namelijk niet verder de vallei in. Op een mooie roodgekleurde duin de zien we de zonsondergang en dan weer terug naar het camp want die sluiten om half 9 de poort. Om 5.30 gaat de wekker en we staan om 6 uur voor de poort die na een paar minuten wachten opengaat en iedereen snel op weg gaat naar Duin 45 voor de zonsopkomst.
Wij gaan gelijk door naar de Sossusvlei. Op de parking is de kaartjesverkoper van de shuttle dienst aanwezig en we kunnen gelijk door naar de Deadvlei. Hier zijn we lange tijd de enigen die daar in een surrealistische omgeving rondlopen. Want het is echt heel apart. Aan het einde van de vallei gaan we “even” de duin beklimmen., Big Daddy.
Dat is wel even hard werken, de laatste 30 meter op handen en voeten, hijg, puf, steun maar we hebben het gehaald. Je kunt het niet goed inschatten hoe hoog, hoe ver of hoe breed iets is.  Het is immens  groot. Achteraf zijn we bijna 100 meter vrij stijl  de duin opgeklommen......   Maar wat een prachtig uitzicht hebben we dan. De zon is net op. Als we wat uitgerust zijn wandelen we via de duinruggen naar beneden. Stukje omhoog dan weer stukje omlaag maar dit is goed te doen.




Ondertussen is het 10 uur en de busladingen toeristen worden in vallei losgelaten. Het is dan tijd om verder te gaan. We doen met de shuttle nog een rondje door het park en dan de 5 km terug naar de truck. Het is ook op de parkeerplaats behoorlijk druk en we gaan maar koffiedrinken bij duin 45 waar nog maar een enkeling op de duin zit.  We rijden door naar de Elegant Dessert Lodge en camping met prachtig uitzicht op de bergen en met een zwembad. Heerlijk als het zo warm is. Via D845 gaan we terug naar de C27 en hebben een prachtige route naar ons bushcamp aan de D707. Ook is er weer wat meer wild te zien, struisvogels, springbokken, oryxen en zowaar zebra’s.
Er stond ook een waarschuwingsbord voor overstekende giraffen maar die hebben we niet gezien. Van Betta naar Spes Bona ga je door een mooie vallei. Hier staan grotere groene bomen, het gras heeft hier zilverkleurige halmen en een groot gedeelte van de grond is bedekt met geelbloeiende plantjes. Dit alles omringd door bergen in alle soorten modellen en maten.
 Als we de weg vervolgen richting  Aus veranderd de omgeving weer, het wordt weidser en leger. Aan de ene kant de Tiras bergen en aan de andere kant de duinen. En de gravel op de weg wordt steeds meer zand. Er lopen nog een paar struisvogels en gemsbokken. We komen nog maar een enkele toerist tegen en een enkel boerenbedrijf.
Vooral het laatste stuk voor we halt houden bij Guest farm Tirool, bestaat het land vooral uit zand met hier en daar een mini graspol, een grote leegte. Guestfarm Tirool heeft 3 campsites, klein maar fijn. Een mooie plek in een leeg land. Er staat hier een stevige bries en de was die aan de lijn hangt is binnen een half uur droog. De boer hier heeft zijn familie 8 km verderop wonen en de dichts bijzijnde buren zitten 12 km verder. Je kunt hier 40 km ver kijken......in de leegte. Al vanaf Elegant Dessert Lodge tot hier zien we ook regelmatig dode dieren liggen. Het is hier voor hen waarschijnlijk ook een ruig en moeilijk gebied met weinig water en eten.  Na een heel stille nacht gaan we via Aus naar Luderitz. Bij het uitzichtpunt van de wilde paarden gaan we koffiedrinken en daar zien we een paar paarden die komen drinken.
Ook de Oryxen hebben de poel gevonden en er is zowaar wat hoorn gekletter als er nog iemand is die wat wil drinken. Net na de stad Aus is er een groen grasveld van verspreide grassprieten, het heeft hier geregend en de paarden hebben nu even goed te eten. Nadat er een aantal jaren geen regen was gevallen moesten de paarden bijgevoerd worden anders zouden ze allemaal uitsterven. Ook de jakhalzen hebben grote honger en vallen nu ook in een groepje de paarden aan. Het aantal slinkt dan ook snel. We hoorden dat men nu van plan was om de paarden naar een beter park te verhuizen. De verdere weg naar Luderitz is behoorlijk saai. Aan de ene kant  een bergketen en aan de andere  kant de duinen en bergen met daartussen zand, veel zand waarin de weg ligt met aan de ene kant de spoorbaan en aan de andere kant de telefoonpalen. De enige onderbreking is hier en daar een oud treinsstation.  We kamperen op Shark Island Campsite.

Zien uit op het haventje, de stad en de zee. De wind waait hier behoorlijk stevig. Het is een apart stadje. Lijkt een beetje kris kras op de heuvels gebouwd. Er zijn nog veel oude gebouwen in stand gebleven waarvan we een heel mooie kunnen bezoeken het zogenaamde Goerke Haus wat hoog op de Diamantberg staat. Het is gebouwd in 1910 uit de opbrengst van de diamanten vondsten en ziet er nog prachtig uit.
Alle overgebleven gebouwen zijn in diezelfde tijd gebouwd.  De huizen hebben allerlei vrolijke kleuren. Ook het museumpje is leuk om te bezoeken, een heel enthousiaste medewerker vertelt je alles over de diamantwinning en over de stad zelf. Na een biertje aan het waterfront zoeken we de camping weer op. Naast ons op de rots paren en broeden de zeemeeuwen en aalscholvers en er lopen een paar zwarte scholeksters tussendoor. Ze maken met z’n allen een hoop kabaal en vechten voor de mooiste en beste broedplaats.

Agate beach aan de andere kant van de stad bestaat uit een mooi aantal braaiplaatsen voor het zondagse relaxen. Op weg daar naar toe komen we langs een grote poel water waar de springbokken, oryxen en flamingo’s komen drinken en er ligt een mooi stukje grasland bij. Het water van de zuivering loopt hier overheen en er staat dan ook heerlijk groen gras voor de beesten. We hebben in het hele land nog geen oryxen gezien die zo rond gegeten waren. Nog wat relaxen naast de camper en dan zien we opeens alle zeemeeuwen en aalscholvers de zee induiken en naar vis happen. De stroming heeft waarschijnlijk een partijtje vis meegevoerd inclusief wat zeehonden die ook heel erg druk zijn met visvangen en eten. Mooi gezicht
. Luderitz is aan alle kanten ingesloten door het Sperrgebiet waar niemand zelfstandig in mag komen. Je kunt bepaalde gebieden of mijn wel bezoeken maar onder begeleiding en tegen betalen van heel veel geld. Op onze terugweg naar Aus en Oranjerivier brengen we nog een bezoek aan Kolmanskop. Een verlaten mijnbouw stadje. Krijgen hier een rondleiding en kunnen zien hoe het zand in de loop der jaren de huizen is binnen gewaaid.






We banjeren met z’n allen door gesneuvelde asbest daken die verspreid om de huizen liggen. Er zou in Nederland groot alarm zijn en stikken van de mannen in witte pakken en maskers op.....  Het was destijds een rijk en goed voorziene gemeenschap. Goede huizen, een buurthuis voor het weekend vermaakt en ook een kompleet ziekenhuis en dit allemaal van uit Duitsland ingevoerd. Degelijk spul. ;-)) In 1956 is de laatste bewoner vertrokken.  Na een lekker bakje koffie met taart gaan we verder. Op naar Aus en door naar de Oranjerivier. Het is wel een van de saaiste stukken van het land. Asfaltweg met alleen maar leegte rondom. Geen beest of mens te bekennen. Op de 170 km zien we 3 boerderijen. Naast de Oranjerivier hebben we een mooie bushcamp. In de verte woedt een zandstormpje. Ook hier waait het nog steeds behoorlijk. Maar daardoor koelt ook wel lekker af in de avond. De route langs de Oranje rivier is mooi. Ruig en en soms nauwe doorgangen en er stroomt zowaar water in de rivier. Deze weg heeft soms last van overstromingen bij hevige regenval maar er is hier ook de laatste jaren weinig neerslag geweest en alles is kurkdroog.

Tussen Aussenkehr en Noordoewer staan grote druivenplantages en is men serieus bezig met het maken van wijn. De arbeiders hier wonen in rieten huisjes met een stuk plastic als dakbedekking. Bij sommigen is het riet vervangen door zinken platen.
Net voor Noordoewer zien we Amanzi Trails en camping. Een heerlijke plek gelijk aan de rivier. Prachtig groen en vol vogels het lijkt wel een oase in het dorre landschap. De ene nacht worden er 3 en je kunt er ook rustig een week staan. In de middag steekt de wind op en kan het behoorlijk te keer gaan en hij is ook zo opeens weer weg.

We hebben voor het eerst onze kano tevoorschijn gehaald en peddelen wat op de rivier. En kunnen uren vogelen. We herkennen uiteindelijk 18 soorten waarvan enkele nieuw zijn voor ons.



Zoals de Oranje River White-eye, African Darter, Cape robin chat, giant kingfisher maar ook de kleine pied ijsvogel is mooi, spotted eagle owl en de African Swamphen. De volgende dag blijkt de kano lek te zijn en bij de receptie vertellen ze dat hun laatste plaksel met de kanogroep is meegegaan. Onze eigen plakset werkt niet meer.
Ze hebben hier ook wel 100 kano’s te huur. De groepen gaan in 3 dagen de rivier een stukje af. Dus voor ons werd dat relaxen en vogelen. Maar ja we hebben een afspraak in Mata-Mata staan dus moeten we weer verder. We zijn in 1,5 uur in Ai-Ais, aan het eind van de Fish River Canyon. Het is er warm 34 graden en het waait hier bijna niet. Er is een spa en een zwembad. We krijgen elk een stevige rug-nek-hoofd massage en dobberen wat na in het warme zwembadje. Ze hebben ook een hotspring en die is 65 graden. Niet geschikt voor pootje baaien of een onderdompeling. Het wordt wel voor het warmwaterbad bij de spa gebruikt. De baboons lopen hier overal rond en als je niet oppast stelen ze het eten uit je auto. Maar zodra je opstaat of op hun toeloopt zijn ze vertrokken. Ook liepen hier vreemd genoeg een aantal katten rond, het is overal in de parken verboden voor huisdieren.... en dit waren zeker geen wilde katten. Dan op naar Fish River Canyon. We zijn nog maar een paar km onderweg of de truck weigert dienst. Krijgt geen brandstof genoeg. Arend kan hem steeds weer aan de praat krijgen totdat we een geschikt plekje hebben om de filters en slangen te controleren. Helaas was 1 keer niet genoeg maar na de 3de poging was de truck tevreden en bromde weer als vanouds. Dit zal nog wel vaker gebeuren met de vuile diesel uit West Afrika. Heel fijn, we rijden weer en we arriveren net voor 12 uur op de campsite van het park.
Nadat we hebben gegeten gaan we naar de Canyon zelf waar diverse uitzichtpunten zijn. Na de Grand Canyon in Arizona is dit de tweede in grootte, tot 550 meter diep. Het is weer super groots. Je kunt in 5 dagen een gedeelte van de canyon (80 km) doorwandelen.......We hebben hier een schitterende zonsondergang tussen de wolken en regen door. Aan de andere kant staat een mooie regenboog. Als het helemaal donker geworden is gaan we terug naar het kamp waar we overnachten.


De lucht blijft wat onrustig, het bliksemt en af en toe horen we de donder. Het gaat wat heen en weer, dan weer wat regen en vervolgens komt de donder en bliksem weer terug en weer wat regen.  Het dakraam weer dicht en dan weer wat open, kortom een onrustig nachtje. De volgende ochtend gaan we terug naar de canyon en kunnen het dan vanuit andere uitzichtpunten bewonderen.


Hier hebben we een rustig ontbijtje. Daarna gaan we naar de Nauta dam en meer.  Onderweg zien we ook weer wat wild, dikdik, kudu met kalf, springbokken, een Verreaux’s black Eagle en 3 zebra’s.  Vlakbij de dam zien we grote percelen dadel-palmbomen, er kan hier wel wat verbouwd worden met het water naast de deur.

Bij de picnic plaatsen aan het meer is ook wat bedrijvigheid, meer  dan we gewend zijn. Het is namelijk 21 maart en hier vieren ze hun independence day gezellig met z’n allen aan de braai of fijn vissen op het meer. De jeugd komt zich hier nog even uitleven met een drankje en muziek maar als het donker wordt is iedereen verdwenen en genieten wij van een bliksem spektakel in de wolken.  Nog twee dagen in Namibië en dan gaan we door naar Zuid-Afrika.






Groetjes!!