zondag 12 maart 2017

Deze Blog zonder foto's internet is hier traag.....Facebook voor de plaatjes.

We zijn nu in Duékoué  in Ivoorkust en zijn nog ongeveer 200km van de kust verwijderd.  De temperatuur is nog steeds ongeveer 38 graden maar de luchtvochtigheid is gestegen dus het voelt warmer aan. S’Middags is het of rijden of in de schaduw hangen.

Zondag 26/2  hebben we afscheid  genomen van Casper, zijn honden en werknemers en zijn we uit Manantali vertrokken om naar Bamako te reizen. Ook Wilbert en Marianne en Luca gaan die kant op. Eerst 4 uren zandpad waarop de ketting van Luca z’n motor het opnieuw begeeft. Toch weer kunnen repareren en de bagage van Luca over onze trucks verdeeld. We gaan langzaam aan verder en komen om half 6 aan in de Sleeping Camel, hotel/parking. 

In Bamako kunnen we de visa aanvragen voor Nigeria en Benin. Woensdags is Nigeria klaar en gaan we naar het consulaat van Benin en hier zit me toch een taart, die niet te genieten is.  Deze dame is niet bereid te helpen, we moeten het maar bekijken met het aanvraag formulier waarin de vragen in moeilijk frans gesteld zijn. Uiteindelijk komt een generaal van de politie binnen waarmee we engels kunnen praten en die vertaald het voor ons zodat we uiteindelijk de aanvraag kunnen inleveren..... Ondertussen vermaken we ons met supermarkt bezoeken, motorritjes door de stad, een bezoek aan de grand maché en relaxen bij de Sleeping Camel. We krijgen een berichtje van Casper dat z’n puppie Boeff dood is, waarschijnlijk door een slang gebeten. Dit vinden we erg verdrietig, het was zo’n leuk en lief hondje.  Vrijdagmorgen kunnen we het visum van Benin ophalen en dan kunnen we weer verder reizen naar Segou en Markala waar het Maskerade en Puppet festival wordt gehouden.
De weg zelf is goed maar het is een saai ritje. Tussen de bomen zien we nog de stoppels van mais en de meeste bomen zien er verdort uit. Op enkele plaatsen wordt er Tapioca/Cassave verbouwt.  In Markala zijn alle hotels en het campement gesloten. We parkeren maar bij de poort van het campement wat de bewaking prima vindt.
Het is een heel spektakel op het festival terrein. Hier ontmoeten we Shiza van de organisatie en die regelt een programma voor ons. We bekijken de dam/brug in de Niger rivier en s’middags naar de optredens van diverse groepen uit de buurt  de Sikasso en  Kirango Bamara. Het is prachtig. In de avond is er nog een concert maar dit is meer een playback optreden van jongens die gek zijn op hip hop en dergelijke. De volgende dag nog naar de Pirogues, kleine bootjes gekeken in Kirango maar daar gebeurde helemaal niets, alleen een kudde koeien die de Niger rivier over steken. 
We gaan terug naar Segou waar we bij hotel Esplenada mogen staan aan de Niger rivier. Leuke plek en lekker eten. Op maandag is hier de wekelijkse markt en sommige standhouders komen al aan op zondag en slapen bij hun standje. De markt is groooooot. We kunnen wat groente en fruit kopen en ook weer een stofje gescoord. We hebben een boottochtje geregeld naar het dorp Kalabougou  waar ze minstens 5 verschillende potten bakken, dit wordt door de vrouwen en meisjes gedaan. De mannen en jongens zorgen voor de klei, de tuinen en het vee.
Langs de rivier zien we ook weer wat vogelsoorten.  In Segoukoro bekijken we het paleis de Biton Coulibaly en de moskee Ba Soun ou Sacko, traditionele gebouwen van klei uit de tijd van het Bambara Kingdom.  Het is weer tijd om verder te gaan. Op naar Sikasso en de grens met Ivoorkust. Het landschap ziet er wat verdord en droog uit. Sommige bomen zijn nog wel groen en sommigen bloeien zelfs maar het merendeel is dor, droog en bruin of geel. We zien nog grote percelen grond waar de stoppels van de mais nog op staan. In een dorpje worden alleen maar kalebassen verbouwd waar men groten en kleine schalen van maakt, een ander dorp wat alleen maar hout verkoopt en we zien een dorp van wevers. Ze weven smalle stroken die aan elkaar genaaid worden tot dekens. We zien steeds meer vierkante modderhuizen met zinken golfplaten op het dak. De voorraad wordt nog steeds in ronde modder huisjes opgeslagen waarvan de bodem een eindje boven de grond staat. In de stad Sikasso hebben ze zowaar een groen hart. Het zijn allemaal groente tuintjes rond de rivier die door de stad loopt. We willen in de bush overnachten maar het is ons niet gegund, nee we moeten toch echt in het dorp staan....Verschillende vrouwen en kinderen komen even binnenkijken en dan komt ook de chef de village nog langs en geeft ons een briefje met wat het dorp nog aan problemen heeft..........  
Is er ook een organisatie die de mensen leert hun eigen problemen op te lossen en hoe om te gaan met afval..... De dorpen zien er vaak niet uit, helemaal vervuild met afval waarvan heel veel plastic. Op 9 maart gaan we Ivoorkust binnen. De grensformaliteiten gaan op zich goed, alleen het leger die ook nog wat wil inbrengen wil 2000 CFK, maar we krijgen geen bonnetje. Dit zal dus wel in hun zakken verdwijnen. Na de grens worden we tig keer gecontroleerd, kentekenbewijs, rijbewijs en verzekering zo ook als we de stad MBengue verlaten. Maar deze politiepost wil ook nog een of ander vignet touristique zien. Nog nooit van gehoord en omdat we elkaar niet begrijpen hebben we een probleem wat we niet kunnen oplossen en we willen weer verder gaan maar dat mag niet. Hij zet z’n brommer voor de truck en gebaard dat er iemand komt. Dan maar hopen dat diegene engels spreekt. Dat doet hij wel maar weet zich ook geen raad met de situatie dus ook zijn baas wordt gebeld en we moeten maar mee terug naar de stad naar het politiebureau.  Hier laten we alle papieren zien die we hebben en ook hij vraagt of we niet nog een papier voor de auto hebben maar nee die hebben we niet en we weten ook niet wat dat inhoudt. Deze meneer kan ons dat ook niet vertellen. Arend laat hem de achterkant van het Carnet de Passage lezen waar in het Frans op staat waar die voor dient want misschien gaat het wel om zo’n tijdelijk invoer papiertje. Hij vraagt nog even naar het gele inentingsboekje en daar mankeert ook niets aan dus mogen we onze weg vervolgen. We vragen zijn telefoon nummer voor het geval er nog meer van die figuren zijn die iets willen wat er niet is. Dat krijgen we maar we krijgen geen problemen meer zegt hij. We vertellen hem welke route we willen nemen en of dat allemaal mogelijk is.  Het is allemaal goed, geen probleem.  We gaan weer op weg en  de eerste 3 controle posten laten ons zomaar door.......  Er wordt ons later nog een paar keer naar  het kenteken en verzekeringsbewijs gevraagd maar dat is het. Hoe verder we het land in komen hoe makkelijker of ze zijn. Vaak alleen maar nieuwsgierig en willen binnenkijken. De zandweg naar Korhogo is in slechte staat en we vorderen dan ook maar langzaam. 
Onderweg zien we vaak mannen met een geweer bij zich. Jagers op zoek naar bushmeat? We zoeken in de stad een hotel met parking maar deze is gesloten. Op naar de volgende, hier kunnen we wel staan maar Arend heeft een plek gekregen van Paulo  de restaurant houder waar hij voor de deur wacht. Gratis parkeren als we maar wat eten en drinken.  Ook goed het is al half 6 en we hebben weinig zin meer om te koken. De volgende dag heeft hij zich bedacht.... we moeten toch wat betalen voor het parkeren. Op zich geen probleem maar de 25.000 CFA die hij wil hebben gaat het echt niet worden. Uiteindelijk met 5000CFA tevreden. En we kunnen weer verder naar Odienné , de eerste honderd km is asfalt daarna weer een zandpad, mooi rood van kleur wat prachtige stofwolken geeft....... De weg is redelijk en er wordt druk aan gewerkt om hem vlak en met asfalt bedekt te krijgen  maar dat kan nog wel een aantal jaren duren. We komen vaak door dorpjes waar de ronde kleihutjes met strodak worden afgewisseld met rechthoekige bouwwerken met  een zinken dak. De ronde voorraadschuurtjes zijn dunner dan die in Mali. Ook hier overal zwerfvuil in de dorpen. We zien mangobomen, een paar sinaasappel boomgaarden, veel bomen met rode appels waaraan de chashew noot zit. Mensen zijn erg vriendelijk, ook de politieposten zijn oke. Er wordt helemaal niet meer naar papieren gevraagd maar men wil weten waar je vandaan komt en waar je naar toe gaat en wat er daarachter de cabine in de opbouw zit. 
De temperatuur is nog hetzelfde maar de luchtvochtigheid is behoorlijk toegenomen. De natuur is hier dan ook een stuk groener maar wij krijgen het wel wat warmer. Vanaf Odienné is er weer asfalt en we zoeven  door een mooie groene natuur naar de stad Touba waar we bij hotel De L’ Amite Vraie  mogen parkeren. Er is die avond “disco”en”hiphop” tot diep in de nacht..... Na deze onrustige nacht maar verder naar Man, het is weer een prachtige groene route met mooie grote bomen. We zien wat roofvogels vliegen en ook de neushoornvogel is van de partij verder zijn er niet zo veel vogeltjes te zien. Man is weer een grote stad en de hotels met parking zijn er schaars. Het cascade hotel heeft wel plaats maar die wil 35.000 CFA . De onderhandelingen blijven steken op 20.000 CFA, jammer maar dat doen we niet. Nog wat internet tegoed gehaald en we verlaten de stad. Ergens in de bush geluncht en dan nog een stukje rijden naar de plaats Duékoué. We rijden bijna door een muur van afval de stad binnen. Na het nodige theater kunnen we voor een redelijk bedrag (7000 CFA inclusief stroom) parkeren bij hotel Gueassmont.


Volgende Blog uit Ghana.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten