zaterdag 30 december 2017

Namibië 29 december 2017. 



Na onze bushcamp gaan we verder richting Marble Camp. De weg wordt iets beter begaanbaar maar nog steeds slecht. Er zijn kleine stukjes zandpad waar de begroeiing niet zo dicht is en waar we 30km p/u kunnen rijden. Na de heuvels volgt een zandvlakte met verspreid staande bomen. Dan wordt de begroeiing weer dichter met Mopane bomen die wel wat lijken op eucaliptus en grijze doornige struiken. We komen springbokken tegen, struisvogels en zien veel neushoornvogels.

Op de camping ontmoeten we Greetje en Arend waar we even gezellig mee borrelen. We willen naar de rooidrum via de Joubert pas en vragen de beheerders of dit mogelijk is. De een heeft zo zijn twijfels en de andere zegt dat het wel kan.  De weg is goed te doen tot we bij de pas komen dan is het passen en meten door de nauwe doorgangen met aan weerszijden steil opgaande rotsen en verder grote rotsblokken die we moeten om zeilen.

 We kruipen de pas over en eenmaal er door heen zijn er nog wat overhangende takken maar die buigen wel mee.  Bij rooidrom wisselen we wat informatie uit met een Duitser die daar in z’n eentje rondreist en helpen een Himbavrouw aan water.
Bij blauwdrom waar we weer springbokken zien gaan we weer zuidwaarts. We rijden op een grote kale vlakte tussen twee bergruggen in. Er staan een paar apart gevormde bomen en er vliegt een vogeltje, er lopen een paar springbokken en een struisvogel en daarna zien en horen we niets meer het land is leeg. Rond het dorpje Orumpembe hebben we een stukje gravel”snelweg” maar daarna is het weer sukkelen.
We gaan nu richting de rivier Khumib en zien daar 3 giraffen en 2 struisvogels staan, MOOI en rijden verder in de rivierbedding van zand en wat stenen.

Er komt een jakhals langs, oryx (gemsbok) en 2 volwassen giraffen met 2 jonge girafjes die zich te goed doen aan de frisse groene blaadjes. We kamperen op de oever van de rivier en zien nog een grote kudde grazende oryx. Daarna blijft het stil in het kamp en zijn we alleen met de sterren en een onweer in de verte. Maar de volgende dag zijn we nog maar net op weg of daar staan de giraffen al weer, ook de struisvogels, oryx en zelfs springbokken laten zich zien. Geweldig! 

We verlaten de Khumib rivierbedding en moeten over een stenige bergrug met wasbord weg heen om in de bedding van de Hoarusib rivier verder te gaan naar het dorp Puros. In deze rivierbedding kunnen we olifanten tegenkomen maar ze laten zich niet zien. Er staan hier ook aardig wat bomen en struiken waar ze zich makkelijk achter kunnen we verstoppen. De giraffen en struisvogels zijn wel van de partij. De rivierbedding is hier voorzien van een stevige laag zand maar we laten toch niet meer lucht uit de banden lopen want er zitten toch ook stukken bij waar de stenen overheersen maar we komen hier goed doorheen en komen eind van de morgen al in het kamp aan.
Vanavond gaan we de braai eens proberen, in bijna elk kamp heb je je eigen braaiplek. Soms een simpel rondje stenen in het zandbed of er is een betonnen plaat in een rondje stenen of op een gemetseld muurtje. Na de braai lopen we een rondje door het kamp want het is mogelijk dat er olifanten langs komen. Bij de buren die 100 meter verder zitten zijn ze al langs geweest. Als we bij de receptie langs lopen horen we geritsel in de bladeren en het knappen er takken en komt er een olifant  met jong uit het bosje te voorschijn. Ook van de andere kant komt een kolos aanwaggelen en zit een poosje naar Arend te kijken nadat hij een koe had weggejaagd.....Moest hij ook achter Arend aan of gaat hij uit zich zelf weg...  Arend heeft gekozen voor het laatste waarna de olifant ook richting receptie ging en wij hun van een afstandje gade sloegen.
S’nachts een keer wakker geworden en hoor een gerommel/ gorgelend geluid buiten de truck. Als ik naar buiten kijk zie ik een olifant  richting de truck komen en eten van de struiken. De moeder olifant maakt die geluiden en even later komt het kleintje ook tevoorschijn vanaf de andere kant. De volgende ochtend zien we dat de voetstappen rondom de truck zijn gegaan. Je hoort ze niet lopen. Ook zijn er sporen van een kat. Schijnt een wel soort te zijn die altijd ruzie zoekt. Er zijn verschillende vogels rondom, de crimson breasted shrike, bare-cheeked babbler, grey go-away bird en ground scraper thrush. Na deze rustdag gaan we weer op pad, in Puros nog wat water gehaald en volgen we een gravelweg over een vlakte die omringd wordt door bergen die vol liggen met stenen. Via de Fearless Pass  komen we in de Obvas en Hoanib rivierbedding. In de Fearless Pass zie je overal lege cirkels in het land omring door grasbosjes. Niemand weet hoe die daar komen.
Onderweg rijden we Palmwag conservancy binnen en moeten we een permit kopen voor het aantal dagen dat we hier willen reizen. We zien weer oryx, springbok, kudu en struisvogels. De rit door de Hoanib rivier is prachtig.
Weer veel groene bomen en struiken maar geen olifant te bekennen. Het is een brede rivierbedding  en je kunt ze makkelijk voorbij rijden zonder dat je ze ziet, er moeten daar toch 2 groepen rondlopen volgens een controleur. We overnachten bij een waterplaats waar een paar vogels en een giraf komen drinken.  In de Mudorib rivier komen we nog een paar giraffen tegen. De track gaat verder over een kale vlakte met de bergen in de verte. Er groeit hier en daar een ministruikje. Wel zien we hier 2 gieren zitten en rondvliegen. Langzamerhand veranderd het landschap weer in wat heuvels waarvan grote stukken bedekt zijn met stenen  en aparte boompjes en stuiken.
Het is een uur of  3 in de middag als de truck geen zin meer heeft om de helling te nemen.....met moeite komen we boven en kunnen daar wel op een redelijk vlak stuk stilstaan. De filters zijn misschien wel weer verstopt maar hier zit niet veel vuil in. De toevoer doorgeblazen en dan gaat hij weer als een speer de heuvels op. We zien hier struisvogels, springbokken en oryx maar er is verder geen mens te bekennen. Hebben een mooie overnachtingsplek bij de Kawakab Canyon. Het is prachtig hier op een top staan en dan nog omringd worden door bergen. De volgende dag komen we door Palmwag waar we controle hebben van de Veterinaire Inspectie. Er mag geen rauw vlees, kippenvlees, eieren, kaas en melkproducten over de zogenaamde veterinaire grens van Noord naar Zuid  vervoerd worden in verband met mond en klauwzeer en vogelgriep. Ze kijken alleen niet naar het afval waar de rauwe spullen in hebben gezeten die gaan gewoon over de grens...... Hier eindigt ons rondje door Kaokaland. Dan is het nog een klein stukje naar Kamanjab maar het landschap ziet er al weer anders uit.
Er zijn meer en grotere bomen en na de Grootberg pas komen we op een zandvlakte waarin kleine en grotere stenen heuvels oprijzen tussen de bomen en struiken. Grote stukken land waar een hek om heen staat en waar we nog 3 giraffen zien. We kamperen in het Oppi-Koppi kamp.  Er zijn 2 supermarkten in Kamanjab dus daar kunnen we goed inslaan voor de komende dagen als we ons rondje door Damaraland gaan rijden.  We moeten eerst weer terug naar Palmwag en vandaar verder naar Torrabay wat aan de kust ligt. Het land wordt steeds kaler, leger. We nemen de afslag naar Springbokwasser waar de entree is van het Skeleton Kust Nationale Park.
Het wordt hier al zanderig en de rotsachtige bergen zijn voor een groot gedeelte bestoven met zand. Op de kleine hoopjes steen met zand groeien nog kleine plantjes. In Torrabay overnachten we in het visserskamp dat maar 2 maanden per jaar open is en waar eigenlijk alleen maar vishobbyisten komen. Ze doen niets anders dan vissen vanaf het strand met meerdere hengels die voorop de auto’s staan als ze klaar zijn. We kijken even bij sommigen en zien dat een vrouw een haai van +/- 1.25 m binnenhaalt.
Er spelen een paar zeehonden in de golven en zijn ook op zoek naar vis. In de avond komen een paar jakhalzen de resten van de schoongemaakte vissen ophalen. S’ avonds oppassen voor de leeuwen wordt ons verteld... niets gezien en gehoord.


Dan maar op naar Cape Cross waar een zeehondenkolonie woont. De weg er naar toe bestaat uit zand en zoutvlakte met in de verte toch weer bergen en ook de kleine struikjes op een hoopje zand doen hier en daar hun best. En op de gravelweg razen de vissers ons voorbij op weg naar hun visstek. In Cape Cross liggen duizenden zeehonden met hun jonkies. Er liggen ook heel veel dode dieren. Jongen die hun moeder niet weer kunnen vinden of andersom. Pleegmoeders bestaan hier niet als het jong bij de verkeerde moeder aankomt wordt hij/zij weggejaagd. De intree is hier niet hoog maar er wordt dan ook bijna niets aan het park gedaan. Er is een loopbrug door de kolonie maar die staat zo laag dat de zeehondjes tussen de spijlen doorkunnen en dan daar maar wat liggen, er wordt niet schoongemaakt. Overal bloed en zeehondenresten. Jammer.
Bij de zoutwinning even verderop worden zoutkristallen te koop aangeboden. We overnachten op het strand bij Mijl 100 waar we ons bijna vast rijden...... De volgende dag nog wat lucht uit de banden en dan toeren we zo weer weg door het zachte mulle zand. Het was weer een koude nacht 16 graden en er staat nog steeds een harde wind. Het zand, de zee, het zout en de leegte van dit gebied hebben we wel gezien en rijden nu het binnenland weer in.
Niet dat het daar nu druk wordt want ook hier is alleen maar stilte en leegte. Via dit Messum Terrace  en krater rijden we naar en om de Brandberg. Het eerste stuk is vooral gravel, zand en stenen waar tussen de plant Welwitchia groeit en soms bloeit. Het is een heel oude planten soort die wel 1500 jaar oud kan worden met bladeren van wel 8 meter lang. 
Vanaf de krater gaan we door een rivierbedding waar weer wat wild zien zoals de struisvogels en oryx en er tjilpt ook een enkel vogeltje. Aan de andere kant van de Brandberg zien we nog 4 lichtbruine beestjes met ronde oortjes en een staart die een pluimpje lijkt te hebben voor de truck wegrennen. We weten nog niet wat voor beestje dit was. In White Lady Lodge en camp houden we even rust. Het is een prachtige Lodge met mooie tuin en zwembad waar kampeerders ook gebruik van mogen maken.

Vanuit de tuin heb je een prachtig uitzicht op de Brandberg. Het is de hoogste berg van Namibië en de piek Königstein is 2579 meter hoog. Tijdens de rust en klus dag horen we opeens wat getrompetter achter op het kamp. Gauw kijken maar niets te zien. Een medewerkster rijdt met haar auto rond en zal ons waarschuwen als ze de olifanten heeft gevonden. Dat heeft ze en wij mogen met haar meerijden en daar lopen ze dan bijna snel achter elkaar door de rivier. Ze wil voorkomen dat ze weer over het kamp gaan want ze hebben een voorliefde om bepaalde tenthuisjes te vernielen. Als we op onze tocht door de rivier op zoek naar de olifanten zijn stranden we voor water waar we niet doorheen moeten gaan. Dus terug en via een andere route naar de Doros crater.
Het is weer zeer afwisselende route door stenen en een zanderige hoogvlakte. Dan moeten we over een bergrug om in de vallei te komen waar de route naar de Divorse Pass is. Hier is het wat meer zanderig en er groeien verschillende plantjes met gele, paarse en witte bloemen.  Nog niet eerder zoveel bij elkaar gezien. Het is vaak maar een enkel plantje wat hier en daar bloeit en hebben meestal gele bloemen. In de Divorse Pass wordt het weer wat ruiger en zien we 3 oryx  en een kudde woestijn zebra’s. De pas zelf is weer een heel gedoe. Het past maar net en we moeten toch nog wat stenen verleggen willen we er door kunnen, dan komt er een bocht waar we net doorheen kunnen met meteen een heel steile helling.  Dit is weer zweten.......maar het is allemaal weer gelukt.
We komen uit in de Ugab rivier, de rivierbedding is van zacht zand en het rijden is hier weer fijn. De bedding wordt begrensd door hogen rotsen aan weerszijden met bomen en struiken rondom. In het Rhino Trust Camp houden we halt en wachten we weer op de neushoorns en olifanten maar ook hier zijn ze voorbij of ze lopen achter ons aan ;-))). Leuk kamp met een tentoonstellinkje  over de Neushoorn en andere beesten die je hier tegen kunt komen. Het is druk in dit kamp nog 6 kampen zijn bezet. 4 auto’s gaan de volgende dag dezelfde kant op als wij waarvan er een ook nog een aanhangwagentje heeft wat hier wel heel moeilijk rijd. Het pad is eerst weer erg nauw met de nodige stenen en hellinkjes en komt weer uit in een droge rivier. Hier zien we een grote roofvogel. Verder volgen we de track door de Desolation Valley.

Het is kaal, stenen en bergen omringd door allerlei kleuren zand. Halverwege is een bron verder is er geen dier of mens te bekennen. Dan komen we bij de rivier de Huab en daar lijkt wel water in de staan, zo groen zijn de bomen en struiken. Er groeit zelfs riet aan de kanten en horen we ook weer vogels. Er is in het begin nog een duidelijk pad maar we kunnen maar niet in de track in de rivier komen, er is ook nog stuk moeras waar we niet in verzeild willen raken. Het pad gaat er regelrecht op af..... We proberen de andere afslag maar raken verstrikt in allerlei paden die uitkomen voor de rivier maar de rand is een paar meter hoog dus kunnen we er niet in komen. Nog een laatste poging tussen de zandduinen en rotsen door maar het wordt niets. Terug naar een eerdere afslag en gaan dan via een andere route die ons verderop weer terug naar de rivier en om het moeras heen leidt. Dan zoeven we weer over de rivierbedding van zand.
We houden halt aan de oever van de rivier en horen hier weer een paar vogels. Deze vogels maken ons de volgende morgen wakker met hun gefluit, de parelhoenders kwetteren en ook de go-away vogels en neushoornvogels laten zich horen. Het is hier weer prachtig. We zijn nog maar net op weg of daar zien we een duiker of steenbokje wat als snel gevolgd wordt door een olifant die staat te eten van de groene struiken en bomen.  Daar staan er hier genoeg van.  En dan eindelijk daar staan ze.... Een grote groep olifanten. We rijden er langzaam naartoe tot we op zo’n 50 meter zijn genaderd. We zijn wel een erg grote auto en 3 grote olifanten gaan zo staan dat ze de jongeren in het midden hebben en wachten af wat we doen.  De motor gaat uit en we wachten en kijken naar die prachtige dieren. Zodra ze merken dat er verder niets gebeurd gaan ieder weer verder met eten, ze breken hele takken uit de bomen en eten dit op.  De olifanten staan aan alle kanten en 1 komt even kennismaken en loopt langszij bij Arend.

Ohh jeee  spannend wat gaat hij/zij doen... Ook van de overkant is er interesse en wandelen er nog 2 langs en om ons heen waarbij ze de zaaddozen die onder de bomen liggen opeten.  Het jonge olifantje heeft waarschijnlijk last van parasieten en gebruikt de boom naast ons om zich even lekker aan te schuren. Dat heeft niet voldoende geholpen en dan probeert hij de of de truck ook een beter alternatief is en begint rechtsvoor zich lekker aan de hoek van de truck te schuren, we schommelen heen en weer terwijl de “kleine” bezig is. Een oudere olifant heeft steeds de wacht gehouden en als de kleine klaar is en om de truck naar achteren is gelopen vindt die dat het ook tijd is voor een kennismaking en loopt vlak langs mijn raampje langs en stopt z’n slurf hier en daar onder de truck. Het is prachtig gezicht maar ook wel spannend als ze zo dicht bij komen.

Ondertussen zijn er 5 safariauto’s van de omliggende lodges bij gekomen en die komen ook heel dicht bij de olifanten maar waarschijnlijk zijn ze die zo gewend dat ze gewoon doorgaan met hun bezigheden. We komen dus ook weer in de buurt van de bewoonde wereld. Verder komen we niets meer tegen in de tocht door de rivierbedding. In Twijfelfontein hebben we weer even internetverbinding en kunnen we even appen en de mail ophalen. We overnachten achter een mooie berg met voor ons een veld Mopane bomen. Voordat we naar Mowani Logde/Camp gaan rijden we nog een rondje door Twijfelfontein en brengen een bezoek aan het versteende woud. 
Het is niet heel veel bijzonders maar het was mooi aangelegd en de familie heeft wat inkomsten. Via een binnenweg terug wat een prive weg was bleek later. Maar er lagen ook een paar dorpjes op de route dus de weg was open. Maar ook hier was weer een stenige pas met smalle passage’s die we moesten bedwingen. Het kamp ziet er prachtig uit met eigen douche, wc en afwas unit. In de middag arriveren Grit en Michael met hun kinderen Leonie en Neele  waarmee we gezellig borrelen, the wine was very good Grit ;-))) en eten.
De Lutz familie gaat de volgende dag op safari naar diezelfde olifanten en wij doen niet al te veel. Verwisselen een voorband want de reparatie gaat weer scheuren. S middags gaan we met familie Lutz naar de rotstekening van Twijfelfontein. Je krijgt een rondleiding zodat er toch enig toezicht is en er geen vernielingen plaatsvinden, het is leuk aangelegd. De rotstekeningen zijn van..........................
Dan nog even naar de kerkorgelpijpen en dan zijn we weer gaar gestoomd door de zon en gaan terug naar de Lodge. De kamers hier zien er ook prachtig uit. Hier genieten we van een drankje en later gaan we met een Sundowner naar een speciaal terras  waar we de zon kunnen zien ondergaan.
Dan is het weer hoog tijd voor het diner dat ook weer goed was. We rijden samen nog naar de stad Khorixas waar we boodschappen doen in een supermarkt die nog open is, tanken en dan gaat ieder zijn eigen weg verder. Het was weer heel gezellig met de familie Lutz.
We gaan  verder naar Kamanjab waar we vroeg in de middag arriveren en onze stek vinden op camp 3 waar we een dikke week zullen blijven. Hier doen we de nodige klussen. Repareren, veranderen en schoonmaken in de morgen, s’middags luieren en s’avonds uit eten of lekker braaien. De Kerstdagen hebben we genoten van een lekker Kerstmenu.


WIJ WENSEN JULLIE EEN GEZOND, GELUKKIG EN REISLUSTIG 2018
              

2 opmerkingen:

  1. Jim EK in hield goede jierwiksel dêr yn IT fiere warme lân. En noch in protte sûne kilometers foar de kommende jierren!

    BeantwoordenVerwijderen