Suwald, 29 maart 2020.
Op zondag 16 februari gaan we de grens over naar Oeganda. De laatste 30 km zijn er vooral wandelaars aan de kant van de weg die richting de kerk of handel gaan. De grens formaliteiten gaan vlot en we kunnen doorrijden naar Kisoro waar we kamperen bij het Virungu Camp en Hotel. Internet en geld geregeld en we zijn klaar om te relaxen.
Het valt gelijk op dat het hier minder schoon is en veel fietsen zijn ingeruild voor brommers die hier ook als taxi dienst doen. Ook veel meer personenwagens en dus ook wegen al zijn die niet altijd breed genoeg voor ons.
In het Moahinga Gorilla NP maken we een wandeling naar het platvorm van waar je een mooi uitzicht hebt op de 3 vulkanen. De Muhabura met kratermeer die voor de helft ook in Rwanda ligt, de Gahinga met een moeras meer op de top en de Sabynyo die voor de helft in Congo ligt. De wandelingen naar de Gorilla’s en Gouden apen zijn ons te duur. Het enige wild dat we zien zijn bosbokken maar de wandeling is goed.
Via een mooie route door de bergen gaan we naar het Bunyonyi meer waar een prachtige camping moet zijn. Het is nogal een klus om er te komen. De kortere route over een grondweg is te smal en we keren terug naar het asfalt. Als we bij de afslag naar het meer komen worden we staande gehouden door een overland truck uit Zuid-Afrika die ons verteld dat de toegangsweg geblokkeerd is door een kapotte truck die midden op de weg staat. De chauffeur belt met z’n tussenpersoon in de stad Kabale en die rijdt mee om toch via een omweg bij de camping uit te komen wat een prachtig plekje is. Hier ontmoeten we Peter en Hulda ook weer en gaan gezellig samen eten in het restaurant.
Er zijn niet veel vogels te zien maar wel een visotter in het meer. Het weer werkt niet echt mee, bewolking en regen en we besluiten maar om naar het Bwindi NP te gaan waar je doorheen mag rijden zonder intree te betalen en je kunt halverwege net buiten het park overnachten.
De weg naar en door het park is een grondweg maar is goed begaanbaar.
De Gorilla’s laten zich niet zien maar wel de L’Hoest apen met hun lichte gezicht en witte kraag. Ook hier maar weinig vogels. We overnachten in het Gorilla Mist Camp waar we nog een prachtig uitzicht hebben op de 3 vulkanen. De volgende dag is het dik bewolkt, mistig en regent het wat. We gaan verder door park, de weg loopt eigenlijk langs de rand van het park.
We zien nog een paar baboons maar verder is het stil. Het regent nu constant en er komen plassen op de weg en in de geulen naast de weg blijft het water nu staan. De weg blijft goed begaanbaar met hier en daar plekken waar het modderig en glibberig wordt. Er komt geregeld een auto met toeristen langs die op Gorilla trek gaan voor 600 euro pp.........
We rijden langs theeplantages en fabrieken en de zon komt ook weer tevoorschijn als we bij @rivercamp kijken. Het is daar zo nat als er nog een dikke regenbui komt kunnen we er waarschijnlijk niet meer weg komen. Dus maar snel door het moerasgebied terug naar de weg en 2 km verder bij Enjojo Lodge / camp ziet het er eens stuk beter uit. Op onze wandeling over het terrein zien we 2 nieuwe vogelsoorten, de White bellied Go-away vogel en de African Cuckoo.
Dan gaan we verder door het Queen Elisabeth NP. Het eerste stuk is een mooi open landschap waar we veel antilopen, buffels, vogels en 1 olifant zien, het middenstuk is dicht begroeid en het enigste hier waren de vele vlinders op de weg, het laatste stuk voor het Kazinga Canal was weer open en waren er weer antilopen, buffels en olifanten te zien.
De grondweg bestond uit hele goede stukken maar er waren ook hele slechte stukken bij waarbij bijna de helft van de wielen in de grote gaten vol water verdwenen.......... Na een overnachting bij Tembo Safari lodge aan het Kazinga kanaal waar de hypo’s s’avonds en s’nachts achter de truck kwamen eten, rijden we nog een stuk door het NP waar ook de buffels, veel antilopen en bosbokken te zien waren. Bij Kikorongo passeren we de evenaar en komen langs veel katoenvelden en bananenplantages. De weg is op veel plaatsen onder konstruktie, er komt een prachtige 4 baans weg. Het pad naar Kluges guestfarm en lodge is niet breed maar naar een aantal km komen we op een prachtige plek. Dit is de mooiste en leukste camping tot nu toe. Dit is ook de plek waar we de Zuid-Afrikaanse overland truck weer treffen. Hier blijven we een aantal dagen staan. We hebben nog een laatste buffet dinner met Peter en Hulda die we de volgende dag uitzwaaien. Zij gaan richting Kampala en wij willen nog wat verder naar het noorden. Bij de guestfarm hoort ook nog een perceel bos waar we een wandeling in maken en zien de zwart/witte colobus apen hoog in en door de bomen slingeren. In de omringende tuin zitten veel vogels, waarvan de African blauwe vliegenvanger en de black crowned waxbill weer nieuw zijn. In Fort Portal halen we nog boodschappen en dan gaan we richting Kibiro. Fort Portal is een leuke, schone stad omgeven door veel theeplantages aan de voet van de Rwenzori bergen. Daarna volgen de bananen, suikerriet en papyrus velden. De dorpjes zien er vaak vies uit overal zwerfafval.
Na een steile afdaling naar Kibiro aan het Albert meer, brengen we een bezoek aan de heetwaterbron en zoutwinning. We krijgen een rondleiding door het zoutwinnings- gebied. De heetwaterbron ruikt naar zwavel en bevat veel zout. Ze filteren het zout uit gedroogd zand met water, water weer laten verdampen en er blijft zout achter. We klimmen de berg weer op om een overnachtingplekje te zoeken met uitzicht op het meer waar we in de avond honderden lichtjes van de vissers en hun netten zien verschijnen. De weg naar het Budongo Central Forrest Reserve wordt door de chinezen aangelegd, het worden brede wegen waar waarschijnlijk in de toekomst de olie over getransporteerd moet worden die in noord Oeganda ontdekt is. Aan de kant van de weg zitten zo nu en dan baboons. Bij het ecotourisme camp in Busingiro moet nog wat gekapt worden voordat we op de camping kunnen komen. Het kamp wordt nieuw leven in geblazen na verwaarlozing van de vorige eigenaar. Het is een mooie plek maar de douche en toilet zijn om te huilen..... geen water meer pomp is stuk. We maken met de ranger een mooie boswandeling en hij verteld veel over het bos, pas later op de dag zien we de apen met de rode staart, de zwart witte colobus apen en de white thighed hornbill. Op de weg die door het bos loopt zien we een Chimpanzee en zijn familie horen we in het bos roepen maar helaas we kunnen er niet dichtbij komen. De volgende dag gaan we verder naar Muchichons Falls NP. Overal wordt aan de nieuwe weg gewerkt. In Wanseko bekijken we de ferry waar we eventueel mee naar de overkant en Patwah kunnen om zo rond het park te rijden. Dit is ok, ze kunnen tot 100 ton vervoeren. We gaan eerst naar Yebocamp net voor de parkingang. Volgens de staf hier kunnen we niet met de motor in het park..... Ze bellen iemand die alleen al $ 250 vraagt om alleen naar de waterval te gaan.....Dan kunnen we net zo goed met de truck gaan en hebben dan ook nog 24 uur. We hebben baboons op de campsite die onze bananen uit de auto stelen en horen we later de nijlpaarden in de Victoria Nijl rivier. Als we bij het park aankomen blijkt dat we toch wel met motor er in hadden gekund.... Gaan toch maar met de truck, eerst naar de watervallen over een chinese weg in aanbouw . Er zijn niet veel toeristen en al helemaal geen souvenir stalletjes of iets te drinken. Dan terug naar de ferry die ons over de rivier naar de noordkant van het park brengt. Ook hier geen info of kaart over het park. We gaan gewoon maar wat game driven in het westelijk gedeelte richting de Delta. Game drive is zo leuk...
Hier zien we Kobs en oribi de antiloop soorten., buffels, giraffen, zwijntjes en hartebeesten en ruiken olifantenpoep maar zien er niet één. Ook de campsite aan het Lake Albert rivier kunnen we niet vinden en gaan maar ergens aan het water staan. We zien verder niemand alleen vissers op het water en een brandje op de helling aan de andere kant van de rivier. Na een rustige nacht gaan we nog een rondje door het park voordat we naar de uitgang Tangi gate gaan. De chinezen maken een weg dwars door het park. Geld/ olie inkomsten gaan hier voor het nationaal park....... Eerst weinig dieren maar op het laatst toch nog veel kobs, oribi en een heel grote kudde buffels. Als we bijna bij de uitgang zijn zien we nog 25 giraffen en 1 olifant die oversteekt. We zijn net op tijd uit het park en gaan eerst even naar de stad Pakwah waar we geld kunnen pinnen. Er is hier veel controle richting de grens met Congo, er liggen spijkerplanken op de rijweg wat erg onvriendelijk overkomt maar de customs zelf is vriendelijk. We moeten het carnet de passage laten zien en kunnen dan verder. Als we geld hebben gaan we terug richting de Karuma watervallen.
Op de brug maken we een foto van de Shoebill ooievaar en we worden gelijk aangehouden door een militair die wordt gebracht door een auto met een groot geweer, we hebben iets vreselijks gedaan om een foto van de brug te maken........... Hij moet de foto’s zien en laten alleen de telefoon foto’s zien en dan uiteindelijk is het ok en of er nog wat voor hem inzit, we hebben nog wat klompjes maar dat is niet de bedoeling, de gifts die zijn voor kinderen en als we onnozel blijven doen kunnen we gaan. Maar geen foto’s maken van bruggen.........
In Karuma de waterval bekeken we overnachten op een soort van picknick/ campsite. Vanaf Patwah, Karuma en 1/3 van de weg tot Kampala veel armoedige optrekjes en kleine tuintjes. Armoe en viezigheid troef in dit gebied. Daarna komen de stenen huisjes, meer winkeltjes en ziet het er schoner uit. Vanaf Pakwah tot Kampala hebben we een goede asfalt weg die veel door moerasgebied loopt. De meeste percelen zijn klein met bananen en cassave. Enkele grote boeren die rijst en mais verbouwen. Overal zie je Chinese aktiviteiten, wegenbouw, waterkrachtcentrales en hoogspanningslijnen. In de voorsteden vinden we een truck wasplaats en wordt alle modder en dergelijke verwijderd voor sh.30.000 = 7,50 euro...... De twee jongens die het werk deden kregen een bonus. Het is druk in de stad maar niet chaotisch. De brommertjes halen links in behalve als je stilstaat dan is het oppassen geblazen. Er wordt niet onnodig getoeterd en we komen heel aan bij Bushpig Backpackers Hotel/camp. We lopen nog even naar de Acacia Mall waar een luxe shoprite zit..... ;-)). Vanaf 23/2 geen of een spatje regen gehad en het is nu 29/2. We verkennen de stad op een Boda-boda wat een brommertaxi is. Dit gaat heel wat sneller dan met de auto. Eerst naar de Nationale Moskee, bouw werd in 1970 gestart door Idi Amin en is herbouwd met geld van Khadaffi uit Libie in 2006. Nadat ik netjes aangekleed ben, hoofd en broek bedekt, kunnen we starten met de rondleiding. Het houtsnijwerk ziet er prachtig uit en op de grond liggen mooie tapijten. We beklimmen de minaret die een hoogte heeft van 80 meter of te wel 306 treden. Bovenin heb je rondom een mooi uitzicht op de stad. De moskee staat in het midden van de stad die is gebouwd op 7 heuvels en onderhand uitgebreid is naar 23 heuvels. In het Koningshuis zijn alleen de martelkamers te bezichtigen waar Idi Amin de mensen martelde en vermoorde. Dat geloven we wel. Weer op de boda-boda naar de Acacia-Mall waar we een goed vogelboek kunnen kopen en wat eten voordat we naar de Bahai –Tempel op de Kikay Hill gaan. De tempel is in 1962 geopend en is hun geloof opgericht door Baha u llah in 1850. Hij is in Teheran geboren en de aanhangers zijn uit Iran (Perzie) verdreven. Ondertussen hebben we contact met Nicholas van de Brood bakkerij waar we de volgende dag onze nieuwe carnetten kunnen ophalen. We bekijken de bakkerij en gaan naar een van de broodwinkels waar we koffie/thee drinken en eindelijk weer eens heerlijk brood kunnen kopen. s’Middags naar de supermarkt waar we de voorraad weer aan kunnen vullen. Met volle tassen op de boda-boda terug naar Bushpig Backpackers. De brommertaxi’s zijn het vervoermiddel. De auto’s staan vaak stil en met de brommer ga je overal tussen door. In de avond hebben we een buitje. Het is 3 maart als we richting Jinja rijden. Het is erg druk en bij de busstations blokkeren de taxibusje vaak de doorgaande weg waar ze staan de wachten op nog een klant. Voegen ook in zonder op of om te kijken.... We hadden een afspraak gemaakt bij een gasleverancier om de gasflessen te vullen. Daar aangekomen moeten we eerst gaan betalen op het kantoor, wat betekend dat we terug moeten rijden richting Kampala. Dan gaan we niet doen we hebben nog genoeg tot in Nairobi.
Verder maar weer en na verschillende keren vragen bij een Shell pompstation kunnen we eindelijk tanken met de visa kaart en is er ook nog motorolie te koop. De heren hier gaan de olie ook gelijk maar vervangen, hoewel dit nog wel heet is! De rest van de rit zien we alleen maar lintbebouwing en heel veel verkeer. Niet het leukste ritje. Vlak voor Jinja slaan we af naar het Waterfront Resort die we via een modderig pad bereiken. Het heeft hier nogal wat geregend.
We hebben hier uitzicht op de bron van de Nijl aan de noordkant van het Victoria meer. Er zijn apen op de camping en ook de vogels ontbreken niet. Mooi plekje waar de vissers op de rivier vissen en de toeristen vanaf de Jinja zijde in een bootje naar de bron gaan kijken. Er zijn een paar eilandjes bij de bron maar die staan nu grotendeels onder water sinds men een dam heeft aangebracht in de Nijl en het waterniveau 2 meter is gestegen. We blijven hier een aantal dagen want we kunnen pas op 15 maart de grens over naar Kenia en we in een paar dagen rijden het land al uit zijn. We doen vast maar wat klussen die we anders in Nairobi moeten doen. Wielen omwisselen, filters vervangen, de horren voor de ramen los- en schoongemaakt, bouten controle enz. Tussen de regenbuien door de was doen en cabine schoongemaakt. Ondertussen hebben we de wormentabletten ingenomen die een eventuele bilharzia worm besmetting moet bestrijden. We kunnen jullie vertellen dat het geen fijne behandeling is............. In de nacht een hevige onweersbui met een stortvloed aan regen. De volgende dag gaan we in Jinja boodschappen doen voordat we naar het volgende plekje aan de Victoria Nijl gaan. Het modderpad is nog wat glibberig maar langzaam aan bereiken we de asfaltweg. Het is nog 15 km naar het noorden waar het resort The Haven is en we ook een aantal dagen blijven. Hebben een zwembad dus voor de bijna gebruikelijke dagelijkse regenbui even lekker zwemmen.
Ook hier weer vogels genoeg om te spotten. De laatste klusjes gedaan en ontdekt dat de douche lekt.......dat is minder. We gaan verder naar de Sipi watervallen bij de berg Elgon. Onderweg wordt meestal suikerriet verbouwd en dit wordt vervoerd met heel oude vrachtwagentjes. We rijden maar een klein stukje van de weg die rechtstreeks naar Kenia gaat maar zien hier zo 2 vrachtwagens op hun zijn langs de kant van de weg liggen....te zwaar beladen en van de weg geraakt. Als we bij Mozes campsite zijn kunnen we maar net op de parkeerplaats komen. Hier mogen we wel blijven staan en hebben nog steeds een mooi uitzicht op de waterval. Het is een beetje een zooitje hier. We gebruiken onze eigen douche en wc maar. Met de zoon van Mozes die ook gids is hebben we een wandeling naar de upper Sipi fall gemaakt. Leuke wandeling door het dorp en bananenplantages. De kleine paadjes geven de grens aan van de percelen. Iedereen heeft dus wel wat. Tussen de bananen groeien de koffieplanten en we zien een oude dame de gedroogde bonen stampen. Ook wonen er nog mensen in kleine ronde hutjes met rieten daken. De waterval ziet er mooi uit en er stort behoorlijk wat water naar beneden. We zijn hier op een hoogte van 2400 meter en merken het wel aan de snellere ademhaling.... De hond die ons geadopteerd heeft loopt de hele wandeling mee. Zodra we op de parking stonden is hij na een klein hapje onder de truck gaan liggen en heeft ons bewaakt.;-)) en blijft in de buurt. Ook als we het dorp even ingaan gaat hij mee. Op de terugweg zegt een meisje dat het hun hond is. Prima roep hem maar en neem hem mee naar huis. De hond gaat naar hun toe als ze hem roept maar na een poosje verschijnt hij toch weer bij de truck. Als we de volgende dag naar ons laatste adresje gaan rent de hond met ons mee....... Achhhhhhh beestje zo sneu. Maar als we sneller gaan rijden geeft hij het op. Gelukkig heeft hij wel een thuis. 25 km verder komen we bij Home of Friends van de Nederlandse Daan. Een prachtige plek. Waar ook veel voor sporters wordt gedaan. De wereldkampioen van de 10km. marathon woont hier in het dorp en heeft er voor gezorgd dat het dorp elektriciteit heeft gekregen. Ze kunnen er logeren en er is een coach om de sporters te trainen. Vanwege de hoogte trainen ze hier graag. Ook voor het dorp worden er sportactiviteiten opgezet. Verder is men hier bezig om op 2600 meter een groot trainingscomplex neer te zetten met een goede toegangsweg! In de nacht weer een stevige regenbui. Na het maken van yoghurt nu ook het brood zelf bakken. Het lekkere brood is op en het enigzins zoete brood hebben we geen zin meer in. Onderweg heeft Arend nog een stukje plastic pijp kunnen kopen waar nu de douche afvoer mee gerepareerd is. En dan is het 15 maart en gaan we langs de noordelijke kant om de Berg Elgon heen. Het heeft de laatste dagen niet geregend dus we hopen op een redelijk begaanbaar pad. Het eerste stuk is al asfalt en dan begint de grondweg waarvan ook een aantal km al breed gemaakt zijn en bijna klaar zijn voor het asfalt. Daarna komt het originele pad, het is heel smal op enkele stukken en er zijn ook hele steile stukken die je niet kunt rijden als het nat is. Er zijn stukken pad met grote gaten en scheuren maar we hobbelen rustig door het bergachtige landschap en komen heel aan de andere kant bij de grensposten. Na een uurtje zijn de formaliteiten weer klaar. We moeten voor elke 100 km die we rijden $ 5,00 betalen. Hebben nu voor de rit naar Nairobi en van Nairobi naar de grens met Ethiopie betaald. Dan kunnen we door naar Kitale waar we geld pinnen en de nacht door brengen bij Karibuni Lodge/Camp. De tweebaansweg naar Eldoret is smal en druk. Ook hier veel brommertjes maar hier blijven ze op de weg rijden en moet er veel ingehaald worden wat niet eenvoudig is op deze weg. Nadat we de boodschappen gedaan hebben in een nieuwe Mall en ook het internet weer werkt gaan we naar het Naiberi River Campsite. Weer een mooi plekje zo’n 20 km buiten Eldoret. We laten Hans en Maaike (hier blijft de truck straks achter) weten dat we in het land zijn. Dan horen we van hun dat het Corona virus al snel om zich heen grijpt en dat de KLM waarschijnlijk het komend weekend al stopt met de vluchten op Nairobi....We besluiten in de avond om toch de volgende dag maar naar Nairobi te komen om naar het kantoor van de KLM te gaan want deze reageren niet op mail en whatsapp. We gaan vroeg op weg en hebben nog een prachtige route door de bergen. Via een aantal C wegen komen we bij Nakuru op de drukke hoofd weg naar Nairobi. De laatste 20 km zijn ze met de weg bezig en hebben regelmatig een bypass. Het is tegen drie uur als we bij het KLM kantoor komen waar we eerst de handen moeten ontsmetten en temperatuur meten voordat we naar binnen mogen. We krijgen nr 50, dat beloofd wat maar het valt allemaal reuze mee. Er zijn al heel wat mensen geholpen en ook wij treffen het nog en kunnen onze vlucht omboeken naar aanstaande vrijdag. Door naar Hans en Maaike die hier in de buurt wonen. We kunnen alleen maar op een afstandje elkaar begroeten want zij zitten 14 dagen in quarantaine. Zijn vorige week een dag te laat uit Amsterdam vertrokken........Maar ondanks alles hebben we het er reuze naar ons zin. We hebben het overdag druk met het schoonmaken van de truck, het wassen en de truck klaar maken voor het stallen. Hebben nog een gezellige BBQ met gepaste afstand. Het gaat allemaal heel anders dan we ons voorgesteld hadden en zien niet veel van Kenia of de hoofdstad Nairobi maar het is niet anders en we moeten wachten op betere tijden. Vrijdag 20 maart 2020 gaat om 4 uur de wekker, de laatste spullen inpakken, de truck afsluiten en worden dan door Jozef naar het Jomo Kenyatta Internationale vliegveld gebracht. Opgelucht dat we toch nog een vlucht naar huis hebben.
Veel leesplezier in deze bizarre tijd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten