zondag 15 januari 2017

Mauritanië

Mauritanïe.
Het is zondag 15 januari en we staan nu op camping Menata 2, op de 1ste kunnen we niet onder de stroom draden door.

Vanuit Dakhla zijn we naar Hotel Barbas gereden waar we onze laatste Marokkaanse nacht op de parkeerplaats voor het hotel doorbrengen. De weg er naar toe is erg saai, op het laatste stuk komt er wat verandering in. De kleine stenen zijn vervangen door maansteen. De volgende dag gaan vroeg op stap en even voor 9 uur staan we al aan de grens. Tot aan de grens rijden we door een soort maanlandschap.  Prompt 9 uur gaat het hek open en het gedoe kan beginnen. De Marokkaanse kant gaat vlot na anderhalf uur is alles  in- of afgestempeld en bekeken en kunnen we verder naar de Mauritanen. Je moet door een stuk niemandsland waarvan de weg voor de helft geasfalteerd is. Het laatste stuk naar Mauritanïe is één grote hobbelpartij.  Fixer Moktar wil ons graag helpen met alle formaliteiten en we spreken een prijs af €10,00 is ok. We hebben gehoord en gelezen dat het hier een heel gedoe is en van mensen uit Polen horen we dat er minstens 7 haltes zijn...... Die worden niet aangegeven en we spreken geen frans.  De mensen van politie en het visakantoor zijn heel relaxt, maar de prijs van de visa is nog niet gedaald naar € 50,00 en we moeten nog €120,00 betalen voor de visa..... Dan verder naar de douane die de auto van binnen bekijkt, kastjes moeten open maar niets hoeft uitgepakt te worden. Hier wordt ook de TIP (Temporary Import Permit) geregeld voor de motor en de truck en hier verdwijnt wat geld....Het bonnetje is verdwenen en het bedrag wat we betalen is uiteindelijk € 82,00. Dan nog een paar haltes verder waar de verzekering moet worden geregeld. Hier betalen we € 11,00 voor de motor en € 27,00 voor de truck. Dan moet er nog een paar vingerafdrukken gemaakt worden  en na 3 uren kunnen we dan het land in.  Dus al met al viel het ons nog wel mee.  We rijden naar camping Dauphine en vandaar eerst nog maar naar Nouadhibou waar we met de visakaart geld kunnen pinnen bij de bank. Ook wordt er een telefoon/datakaartje gekocht zodat we weer het internet op kunnen. De stad Nouadhibou valt ons wat tegen in de hele stad hangt een uitgesproken vislucht. Op de camping staan we aan het water en zien we lepelaars, flamingo’s, wulpen en andere watervogels. Nog wat fiche’s geprint  aangevuld met het visanummer die zullen we de komende dagen wel nodig hebben voor alle politie posten die er komen.  Na een rustige nacht met een onderbreking van hondengeblaf, ze bewaakten ons goed, gaan we op weg naar Atar. We nemen de track langs de spoorlijn waarover het ijzererts wordt vervoerd.
  We komen dwars door een dorp in het zand terecht waar we eerst doorheen ploeteren voordat we het pad vinden.  En dan is daar weer de woestijn, soms is het zand met bosjes, kleine struikjes of hier en daar een boompje dan is het weer meer stenen met een beetje zand en ook is er diep zand en moet er lucht uit de banden. Onderweg zien we hutjes van hout en plastic en soms zijn ze van steen. Hier zien we een enkele bewoner en de geiten. Wel lopen er veel dromedarissen rond. De trein zien we ook voorbij komen met 3 locomotieven en 173 wagens er achteraan. Verder komen we niemand in de auto tegen en worden we door niemand ingehaald. We eindigen die dag achter Guelb Takoust. Een berg midden in de woestijn. 

 De stilte is hier oorverdovend!  Heerlijk.  De volgende dag gaan we verder op de track naar Ben Amira en Aisha, grote monolieten in het landschap. Bij Aisha zijn er op omliggende stenen dierenfiguren en patronen gemaakt door internationale kunstenaars ter ere van het jaar 2000. Mooi om te zien.
Hier lunchen we en dan is het nog een halve dag hobbelen door meestal zand duintjes voordat we uitkomen op een verharde weg naar de stad Atar en we aankomen bij camping Bab Sahara van Justus Buma. Hier blijven we drie dagen staan. Het is een fijne plek.  Er wordt gewassen, gerepareerd , truck gesmeerd, we maken een ritje met de motor op zoek naar het bivak van de rally, wandelen geregeld naar de markt voor brood en groente, er is zelfs een redelijk supermarktje, maar vooral relaxen met een boek. We ontmoetten andere reizigers, 3 motormannen uit Tjechie en Fransen met een 4x4 Iveco, gezellig kleppen. De meeste huizen in de stad lijken van steen en klei/leem gemaakt te zijn en hebben een geel,bruine kleur. De deuren hebben een kleurtje en een hangslotje. Sommige huizen zien er wat royaler uit en hebben een verfje op de buitenkant. We zijn onderhand wel weer uitgerust en willen een tochtje in de omgeving maken.
Eerst maar naar Terjit een klein oasedorpje met ronde stenen huisjes en de schuurtjes zijn gemaakt van oude oliedrums en hebben allerlei kleuren. Er is ook nog een camping. Ziet er leuk uit. Vanuit Terjit gaan we naar Oujeft tussen prachtig gevormde rotsen door en eindigen weer in zand.  We rijden achter de stad, die er niet uitziet, langs en gaan via een rivierbedding weer richting Atar. De lucht weer uit de banden want het wordt weer ploegen..... We overnachten vlakbij Toungad aan de voet van een berg en dan maar weer verder ploeteren totdat we een gravelpad vinden wat weer naar de asfaltweg loopt. . Het waait de laatste dagen hard. Nadat we in Atar de truckverzekering hebben verlengt gaan we door naar Azougui en kijken of we al iets van een bivak kunnen ontdekken. En ja hoor vlak bij de verharde weg naar Atar zien we wat tenten staan er is verder nog weinig aktie. Nog maar een nachtje bij Justus op de camping, waar het water aanvullen want dit is hier heel goed. Ondertussen is er een Frans/Duits stel aangekomen  Dieter en Sjosuanne en hij heeft een way-point van de finish van de African Eco Race. De volgende dag blijkt dat dit wat verder in de duinen ligt dan het bivak.... en dat het zand wel weer heel zacht is. Lucht uit de banden en dan hobbelen we naar hun toe. We zijn de enige belangstellenden en mogen vlakbij de finish staan. Het waait weer een halve storm en het zand vliegt overal naar binnen.... Als het merendeel binnen is gaan we terug naar het bivak waar we ook mogen overnachten.
Net voor we het bivak bereiken worden we gestopt door de mensen van de organisatie van de race, ze zitten vast en of we hun er uit kunnen trekken. Geen probleem voor deze truck en al gauw rijden we gezamelijk verder naar het bivak. Hier ontmoeten we later de nederlander Guilaume Martens, de kistmotorrijder die op de 6e plaats staat. We kijken wat rond in het kamp waar de monteurs de auto’s, motors en trucks al weer opknappen voor de dag van morgen en de bemanning ligt uit te rusten in een grote tent. De generators brullen overal en het gaat lang door in de nacht maar uiteindelijk is het dan toch even stil en rustig in het kamp. De volgende morgen is een ieder al weer druk met inpakken en de eerste motors zijn al weer vertrokken. Wij zwaaien Dieter en Sjosuanne gedag en gaan naar Atar voor wat vers brood, dat is hier heerlijk, en nog wat groente en vertrekken dan richting Chinguetti en Ouadane. Na de pas d’ebnou die soms erg stijl is komen we op de Adrar plateau. Die bestaat ook uit zand stenen en afwisselend veel of weinig struikjes en een soort gras. Hier en daar een boomje of een stuk of wat bij elkaar. De weg is als een wasbord maar met de juiste snelheid is dit goed te rijden.  De andere route gaat door het zand maar dat vinden we net wat teveel kilometers ploeteren. We komen verder niemand tegen behalve dromedarissen, ezels en geiten en in de verte zien we soms wat tenten staan. 
In Chinguetti lopen we even door de oude stad, de muren zijn hier van steen en er is wat versiering door de manier van metselen/stapelen van de stenen. De oude moskee ziet er nog het beste uit. De meeste huizen zijn al vervallen. Er is verder geen toerist te zien.  We gaan verder naar Ouadane waar we overnachten bij Auberge Vasque wat gerund wordt door een dame, Zaida en ze spreekt wat engels. Leuke vrouw en goede plek om te overnachten.  Hier bekijken we ook de oude stad, die helemaal is vervallen. Er loopt nog een pad doorheen en een gids laat je de stenen huizen van de Ksar al Kiali en put zien. Het was ooit een belangrijk kruispunt in de karavaan route’s die dadels, goud en zout vervoerden. Onder aan het dorp worden de groente tuintjes en palmbomen onderhouden, de gewassen zien er fris groen uit. Het nieuwe dorp is een verzameling van geel/bruingekleurde vierkante huisjes met een school en moskee. Er is niet veel activiteit.  Als we de volgende dag vertrekken is de lucht weer vol met stof en de wind waait nog steeds hard. Er zijn nu meer reizigers onderweg vooral op het laatste stuk komen we zo een vijftal auto’s tegen..... We doorkruizen Atar weer en kopen nog wat lekker brood voor onderweg. Dan de neus maar richting Nouakchott de hoofdstad van het land. Het is ongeveer half vijf als we stoppen bij een aantal hutjes en boompjes waar niemand thuis lijkt te zijn.  Maar er komt gelijk iemand te voorschijn als we achter de bebouwing en boom halt houden.


We kunnen niet met elkaar praten, maar met wat gebaren knikt hij dat we hier wel mogen staan. Later op de avond komen de dromedarissen thuis met hun begeleider die zeer verrast is dat wij daar staan, want het blijkt de slaap en drinkplaats van de dieren te zijn. Dus beter maar even verhuizen. Het gebouwtje blijkt een soort hotelletje te zijn waar ook nog gasten in zitten en waar we achter kunnen parkeren. We staan nu tussen de geiten en hebben een zeer rustige nacht.
 Nadat we de gastheer bedankt en betaald hebben gaan we verder naar de stad. Op dit stuk zien we voor het eerst wat vrachtwagens rijden. Komen bij de zout, koper of goud mijnen vandaan. Rond het middaguur komen we aan in Nouakchott. Bij Auberge Menata 1 kunnen we niet terecht, de elektriciteitsdraden en boomtakken hangen er zo laag we kunnen er niet onderdoor. Maar er is nog een Menata 2 even verder in de straat. Hier kunnen met wat hulp die de draden omhoog houdt wel inkomen al is de ingang wel erg smal. Maar onderweg is er wel een draad blijven hangen onder de zandplaten....... Het dak op en de draad bevrijden, hij is wel wat lang geworden.... Waarschijnlijk toch ergens los geraakt. Maar als we later gaan kijken is de draad al weer opgespannen en zit al weer vast. S’Middags even een rondje gelopen, even naar de bank en een supermarkt zoeken. Vlak om de hoek van de straat zitten de supermarkt, groenteboer, slager en de bakker. Het kan niet mooier. 








Aan het eind van de middag met de taxi naar de vismarkt en je weet niet wat je ziet als je daar aankomt. Zoveel boten op het strand, of bezig om het strand op te gaan en wat er allemaal nog in de zee ligt. Er wordt veel vis aan land gebracht vanuit de boten op zee. De mannen dragen allemaal een groot krat vol vis op hun hoofd en brengen die zo aan land. Het wordt gelijk verhandeld. De boten zijn mooi versierd en worden met behulp van een karretje met 2 wielen of via oude gasflessen het strand op gebracht. Het is een drukte van belang. We nemen wat verse vis mee.  Er schijnt hier ook een Auchan supermarkt te zijn die we de volgende dag met een bezoek vereren. Dit doen we op de motor. Morgen nog een verzekering (Carte Brun) afsluiten voor de andere landen, dat schijnt hier te kunnen maar het kantoortje is nog niet gevonden.
Tot zo ver eerst maar weer.... Groetjes





Geen opmerkingen:

Een reactie posten