Mauritanïe.
Het is
zondag 15 januari en we staan nu op camping Menata 2, op de 1ste
kunnen we niet onder de stroom draden door.

Vanuit
Dakhla zijn we naar Hotel Barbas gereden waar we onze laatste Marokkaanse nacht
op de parkeerplaats voor het hotel doorbrengen. De weg er naar toe is erg saai,
op het laatste stuk komt er wat verandering in. De kleine stenen zijn vervangen
door maansteen. De volgende dag gaan vroeg op stap en even voor 9 uur staan we
al aan de grens. Tot aan de grens rijden we door een soort maanlandschap. Prompt 9 uur gaat het hek open en het
gedoe kan beginnen. De Marokkaanse kant gaat vlot na anderhalf uur is
alles in- of afgestempeld en
bekeken en kunnen we verder naar de Mauritanen. Je moet door een stuk
niemandsland waarvan de weg voor de helft geasfalteerd is. Het laatste stuk
naar Mauritanïe is één grote hobbelpartij. Fixer Moktar wil ons graag helpen met alle formaliteiten en
we spreken een prijs af €10,00 is ok. We hebben gehoord en gelezen dat het hier
een heel gedoe is en van mensen uit Polen horen we dat er minstens 7 haltes
zijn...... Die worden niet aangegeven en we spreken geen frans. De mensen van politie en het visakantoor
zijn heel relaxt, maar de prijs van de visa is nog niet gedaald naar € 50,00 en
we moeten nog €120,00 betalen voor de visa..... Dan verder naar de douane die
de auto van binnen bekijkt, kastjes moeten open maar niets hoeft uitgepakt te
worden. Hier wordt ook de TIP (Temporary Import Permit) geregeld voor de motor
en de truck en hier verdwijnt wat geld....Het bonnetje is verdwenen en het
bedrag wat we betalen is uiteindelijk € 82,00. Dan nog een paar haltes verder
waar de verzekering moet worden geregeld. Hier betalen we € 11,00 voor de motor
en € 27,00 voor de truck. Dan moet er nog een paar vingerafdrukken gemaakt
worden en na 3 uren kunnen we dan
het land in. Dus al met al viel
het ons nog wel mee. We rijden
naar camping Dauphine en vandaar eerst nog maar naar Nouadhibou waar we met de
visakaart geld kunnen pinnen bij de bank. Ook wordt er een telefoon/datakaartje
gekocht zodat we weer het internet op kunnen. De stad Nouadhibou valt ons wat
tegen in de hele stad hangt een uitgesproken vislucht. Op de camping staan we
aan het water en zien we lepelaars, flamingo’s, wulpen en andere watervogels.
Nog wat fiche’s geprint aangevuld met
het visanummer die zullen we de komende dagen wel nodig hebben voor alle
politie posten die er komen. Na
een rustige nacht met een onderbreking van hondengeblaf, ze bewaakten ons goed,
gaan we op weg naar Atar. We nemen de track langs de spoorlijn waarover het
ijzererts wordt vervoerd.

We komen
dwars door een dorp in het zand terecht waar we eerst doorheen ploeteren
voordat we het pad vinden. En dan
is daar weer de woestijn, soms is het zand met bosjes, kleine struikjes of hier
en daar een boompje dan is het weer meer stenen met een beetje zand en ook is
er diep zand en moet er lucht uit de banden. Onderweg zien we hutjes van hout
en plastic en soms zijn ze van steen. Hier zien we een enkele bewoner en de
geiten. Wel lopen er veel dromedarissen rond. De trein zien we ook voorbij
komen met 3 locomotieven en 173 wagens er achteraan. Verder komen we niemand in
de auto tegen en worden we door niemand ingehaald. We eindigen die dag achter
Guelb Takoust. Een berg midden in de woestijn.
De stilte is hier oorverdovend! Heerlijk. De
volgende dag gaan we verder op de track naar Ben Amira en Aisha, grote
monolieten in het landschap. Bij Aisha zijn er op omliggende stenen
dierenfiguren en patronen gemaakt door internationale kunstenaars ter ere van
het jaar 2000. Mooi om te zien.

Hier lunchen we en dan is het nog een halve dag
hobbelen door meestal zand duintjes voordat we uitkomen op een verharde weg
naar de stad Atar en we aankomen bij camping Bab Sahara van Justus Buma. Hier
blijven we drie dagen staan. Het is een fijne plek. Er wordt gewassen, gerepareerd , truck gesmeerd, we maken
een ritje met de motor op zoek naar het bivak van de rally, wandelen geregeld
naar de markt voor brood en groente, er is zelfs een redelijk supermarktje,
maar vooral relaxen met een boek. We ontmoetten andere reizigers, 3 motormannen
uit Tjechie en Fransen met een 4x4 Iveco, gezellig kleppen. De meeste huizen in
de stad lijken van steen en klei/leem gemaakt te zijn en hebben een geel,bruine
kleur. De deuren hebben een kleurtje en een hangslotje. Sommige huizen zien er
wat royaler uit en hebben een verfje op de buitenkant. We zijn onderhand wel
weer uitgerust en willen een tochtje in de omgeving maken.

Eerst maar naar
Terjit een klein oasedorpje met ronde stenen huisjes en de schuurtjes zijn
gemaakt van oude oliedrums en hebben allerlei kleuren. Er is ook nog een
camping. Ziet er leuk uit. Vanuit Terjit gaan we naar Oujeft tussen prachtig
gevormde rotsen door en eindigen weer in zand. We rijden achter de stad, die er niet uitziet, langs en gaan
via een rivierbedding weer richting Atar. De lucht weer uit de banden want het
wordt weer ploegen..... We overnachten vlakbij Toungad aan de voet van een berg
en dan maar weer verder ploeteren totdat we een gravelpad vinden wat weer naar
de asfaltweg loopt. . Het waait de laatste dagen hard. Nadat we in Atar de
truckverzekering hebben verlengt gaan we door naar Azougui en kijken of we al
iets van een bivak kunnen ontdekken. En ja hoor vlak bij de verharde weg naar
Atar zien we wat tenten staan er is verder nog weinig aktie. Nog maar een
nachtje bij Justus op de camping, waar het water aanvullen want dit is hier
heel goed. Ondertussen is er een Frans/Duits stel aangekomen Dieter en Sjosuanne en hij heeft een
way-point van de finish van de African Eco Race. De volgende dag blijkt dat dit
wat verder in de duinen ligt dan het bivak.... en dat het zand wel weer heel
zacht is. Lucht uit de banden en dan hobbelen we naar hun toe. We zijn de enige
belangstellenden en mogen vlakbij de finish staan. Het waait weer een halve
storm en het zand vliegt overal naar binnen.... Als het merendeel binnen is
gaan we terug naar het bivak waar we ook mogen overnachten.





Net voor we het
bivak bereiken worden we gestopt door de mensen van de organisatie van de race,
ze zitten vast en of we hun er uit kunnen trekken. Geen probleem voor deze
truck en al gauw rijden we gezamelijk verder naar het bivak. Hier ontmoeten we
later de nederlander Guilaume Martens, de kistmotorrijder die op de 6
e
plaats staat. We kijken wat rond in het kamp waar de monteurs de auto’s, motors
en trucks al weer opknappen voor de dag van morgen en de bemanning ligt uit te
rusten in een grote tent. De generators brullen overal en het gaat lang door in
de nacht maar uiteindelijk is het dan toch even stil en rustig in het kamp. De
volgende morgen is een ieder al weer druk met inpakken en de eerste motors zijn
al weer vertrokken. Wij zwaaien Dieter en Sjosuanne gedag en gaan naar Atar
voor wat vers brood, dat is hier heerlijk, en nog wat groente en vertrekken dan
richting Chinguetti en Ouadane. Na de pas d’ebnou die soms erg stijl is komen
we op de Adrar plateau. Die bestaat ook uit zand stenen en afwisselend veel of
weinig struikjes en een soort gras. Hier en daar een boomje of een stuk of wat
bij elkaar. De weg is als een wasbord maar met de juiste snelheid is dit goed
te rijden. De andere route gaat
door het zand maar dat vinden we net wat teveel kilometers ploeteren. We komen
verder niemand tegen behalve dromedarissen, ezels en geiten en in de verte zien
we soms wat tenten staan.

In
Chinguetti lopen we even door de oude stad, de muren zijn hier van steen en er
is wat versiering door de manier van metselen/stapelen van de stenen. De oude
moskee ziet er nog het beste uit. De meeste huizen zijn al vervallen. Er is
verder geen toerist te zien. We gaan
verder naar Ouadane waar we overnachten bij Auberge Vasque wat gerund wordt
door een dame, Zaida en ze spreekt wat engels. Leuke vrouw en goede plek om te
overnachten. Hier bekijken we ook
de oude stad, die helemaal is vervallen. Er loopt nog een pad doorheen en een
gids laat je de stenen huizen van de Ksar al Kiali en put zien. Het was ooit
een belangrijk kruispunt in de karavaan route’s die dadels, goud en zout
vervoerden. Onder aan het dorp worden de groente tuintjes en palmbomen
onderhouden, de gewassen zien er fris groen uit. Het nieuwe dorp is een
verzameling van geel/bruingekleurde vierkante huisjes met een school en moskee.
Er is niet veel activiteit. Als we
de volgende dag vertrekken is de lucht weer vol met stof en de wind waait nog
steeds hard. Er zijn nu meer reizigers onderweg vooral op het laatste stuk
komen we zo een vijftal auto’s tegen..... We doorkruizen Atar weer en kopen nog
wat lekker brood voor onderweg. Dan de neus maar richting Nouakchott de
hoofdstad van het land. Het is ongeveer half vijf als we stoppen bij een aantal
hutjes en boompjes waar niemand thuis lijkt te zijn. Maar er komt gelijk iemand te voorschijn als we achter de
bebouwing en boom halt houden.

We kunnen niet met elkaar praten, maar met wat
gebaren knikt hij dat we hier wel mogen staan. Later op de avond komen de
dromedarissen thuis met hun begeleider die zeer verrast is dat wij daar staan,
want het blijkt de slaap en drinkplaats van de dieren te zijn. Dus beter maar
even verhuizen. Het gebouwtje blijkt een soort hotelletje te zijn waar ook nog
gasten in zitten en waar we achter kunnen parkeren. We staan nu tussen de
geiten en hebben een zeer rustige nacht.

Nadat we de gastheer bedankt en
betaald hebben gaan we verder naar de stad. Op dit stuk zien we voor het eerst
wat vrachtwagens rijden. Komen bij de zout, koper of goud mijnen vandaan. Rond
het middaguur komen we aan in Nouakchott. Bij Auberge Menata 1 kunnen we niet
terecht, de elektriciteitsdraden en boomtakken hangen er zo laag we kunnen er
niet onderdoor. Maar er is nog een Menata 2 even verder in de straat. Hier
kunnen met wat hulp die de draden omhoog houdt wel inkomen al is de ingang wel
erg smal. Maar onderweg is er wel een draad blijven hangen onder de
zandplaten....... Het dak op en de draad bevrijden, hij is wel wat lang
geworden.... Waarschijnlijk toch ergens los geraakt. Maar als we later gaan
kijken is de draad al weer opgespannen en zit al weer vast. S’Middags even een
rondje gelopen, even naar de bank en een supermarkt zoeken. Vlak om de hoek van
de straat zitten de supermarkt, groenteboer, slager en de bakker. Het kan niet
mooier.









Aan het eind van de middag met de taxi naar de vismarkt en je weet niet
wat je ziet als je daar aankomt. Zoveel boten op het strand, of bezig om het
strand op te gaan en wat er allemaal nog in de zee ligt. Er wordt veel vis aan
land gebracht vanuit de boten op zee. De mannen dragen allemaal een groot krat
vol vis op hun hoofd en brengen die zo aan land. Het wordt gelijk verhandeld.
De boten zijn mooi versierd en worden met behulp van een karretje met 2 wielen
of via oude gasflessen het strand op gebracht. Het is een drukte van belang. We
nemen wat verse vis mee. Er
schijnt hier ook een Auchan supermarkt te zijn die we de volgende dag met een
bezoek vereren. Dit doen we op de motor. Morgen nog een verzekering (Carte
Brun) afsluiten voor de andere landen, dat schijnt hier te kunnen maar het
kantoortje is nog niet gevonden.
Tot zo
ver eerst maar weer.... Groetjes
Geen opmerkingen:
Een reactie posten